In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
realisatiefase
Slide 1 - Tekstslide
Realisatiefase?
Slide 2 - Open vraag
Waar denk jij aan bij het woord 'vergaderen'?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Video
Heb jij ervaring met een overleg of vergadering? Welke?
Slide 5 - Open vraag
Heb je een doel? Dan kun je scoren!
Slide 6 - Tekstslide
Vergaderdoelen
Slide 7 - Woordweb
Doelen vergaderen:
doorgeven van informatie (mededelingen);
verzamelen van informatie (rondvraag);
geven van instructies (mededelingen, toelichten van besluiten);
nemen van beslissingen (probleemoplossende agendapunten);
geaccepteerd krijgen van beslissingen;
onderling afstemmen van inzichten en ervaringen (meningvormende agendapunten);
opmaken van plannen (besluiten nemen en taken verdelen).
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht
Kies het juiste vergaderdoel bij de volgende vergaderonderwerpen.
Slide 9 - Tekstslide
Bespreken welke werkzaamheden prioriteit hebben en voor wanneer deze moeten worden opgepakt.
A
Informeren
B
motiveren
C
besluitvorming
D
probleemoplossing
Slide 10 - Quizvraag
Aangeven welke mogelijkheden er zijn voor de catering tijdens de ouderavond.
A
informeren
B
motiveren
C
besluitvorming
D
probleemoplossing
Slide 11 - Quizvraag
Een overleg heeft niet altijd maar één doel. Vaak is er sprake van een combinatie van doelen. Als je een besluit neemt, zul je elkaar bijvoorbeeld eerst moeten informeren.
Slide 12 - Tekstslide
Formeel of informeel overleg?
is van tevoren afgesproken
vindt spontaan plaats
voorbereidingen zijn getroffen
de structuur van het overleg is voor iedereen duidelijk
niet iedereen die moet weten wat er besproken wordt, is aanwezig.
Slide 13 - Tekstslide
Het organiseren van een overleg
Slide 14 - Tekstslide
Welke zaken moeten helder zijn voordat je een overleg goed kunt voorbereiden?
Slide 15 - Woordweb
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Rollen tijdens een vergadering
Slide 19 - Tekstslide
Wat doet de voorzitter tijdens een vergadering?
A
Die heeft het vaakst het woord
B
Die zorgt dat iedereen aan het woord komt
C
Die houdt de tijd in de gaten
D
Die luistert naar de groep en vat samen
Slide 20 - Quizvraag
Voorzitter
- behandelt de onderwerpen volgens de agenda
-Zorgt dat iedereen aan het woord komt
- Zorgt ervoor dat men elkaar laat uitspreken
- Zorgt ervoor dat er niet te ver van het onderwerp afgeweken wordt
- Vat de belangrijkste dingen samen
Slide 21 - Tekstslide
Tijdsbewaker
Houdt de tijd tijdens de vergadering in de gaten. Wordt er te lang over één onderwerp gesproken, dan grijpt de tijdsbewaker in.
Slide 22 - Tekstslide
Notulist
Maakt aantekeningen
Werkt deze aantekeningen uit in een verslag
Vraagt na als dingen niet volledig duidelijk zijn
Ondersteunt eventueel de voorzitter bij het bewaken van de discussie
Slide 23 - Tekstslide
Deelnemers
Nemen actief deel
Geven kort hun inbreng (informatie, mening)
Ondersteunen de andere groepsleden bij hun taken.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Kijkopdracht
Hoe handelt de voorzitter?
Welke rollen zie je nog meer?
Wat kan er verbeterd worden?
Wat vind je van de normen en waarden tijdens de vergadering?
HOE KAN DIT BETER???
Slide 26 - Tekstslide
Wat is volgens jou belangrijk om een vergadering te laten slagen?
Slide 27 - Open vraag
Slide 28 - Tekstslide
Belangrijke aspecten van een vergadering
1. Van te voren een agenda rondsturen
2. Tijdmanagement moet op orde zijn
3. Ieders inbreng is gewenst!
4. Voorzitter/groepsleider leidt de vergadering
5. Schrijver maakt notulen
6. Actielijst bijhouden
7. ACTIE!
Slide 29 - Tekstslide
Opdracht: vergaderen
Bereid een vergadering voor voor het project autowasstraat
Denk aan:
Soort vergadering (wat wil je bereiken ? )
Wat is het doel, wie is de doelgroep?
Wat staat er op de agenda (minstens 5 punten)?
Wie nodig je uit?
Wat is er verder nog nodig?
Wie heeft welke rol?
Wat moet er na de vergadering gebeuren? (actielijst)