Examentraining M & C Les 3

Lengte van het distributiekanaal
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lengte van het distributiekanaal

Slide 1 - Tekstslide

Welke distributie kanalen worden ingezet?
Directe distributie
Indirecte distributie (lang-kort)
Duale distributie/multichanneling

Slide 2 - Tekstslide

Intensiteit van het distributiekanaal
Intensieve distributie - Convenience goods
Selectieve distributie - Shopping goods
Exclusieve distributie - Speciality goods

Slide 3 - Tekstslide

Intensieve distributie 
Intensieve distributie - Convenience goods

Zoveel mogelijk geschikte verkooppunten bepalen.
Distributiespreiding is hoog.
Zo veel mogelijk verkrijgbaarheid

Slide 4 - Tekstslide

Selectieve distributie - Shopping goods

Selectieve distributie - Shopping goods
Is het verkooppunt klein/groot genoeg?
Heeft de winkelier genoeg kennis om mijn product soort te verkopen?
Imago van het verkooppunt
Doelgroep van het verkooppunt

Slide 5 - Tekstslide

Exclusieve distributie - Speciality goods
Exclusieve distributie - Speciality goods

Beperkt aantal verkooppunten bepalen.
Winkelier moet vakkennis hebben en moet service kunnen leveren.
Hoog status hoof prijs.

Slide 6 - Tekstslide

Push strategie
De fabrikant legt de focus op de tussenhandel!

Pr materiaal, hoeveelheidskortingen, bonussen


Slide 7 - Tekstslide

Push strategie
Producent
Product aantrekkelijk maken d.m.v
Kortingen geven
Bonussysteem
Krediet geven
Detailhandel
Tussenhandel/groothandel
Promotiemateriaal geven
Promotiemateriaal geven
Consument

Slide 8 - Tekstslide

Pull strategie
De fabrikant legt de focus op hoe kunnen wij de consument bereiken.

Social media, E-mail, Advertenties, Krantenartikelen, Radio, TV

Slide 9 - Tekstslide

Pull strategie
Producent
Detailhandel
Tussenhandel/groothandel
Consument
Producent
Consument
Producent bereikt consument d.m.v. 
Reclame/promotiemateriaal.
Consument vraagt aan detailhandel naar het product
Product nog niet in de schappen.
Detailhandel vraagt aan tussenhandel naar het product
Tussenhandel vraagt aan Producent naar het product

Slide 10 - Tekstslide

Combinatie pull- en push strategie

Slide 11 - Tekstslide

Combinatie Pull- Push strategie
Producent
Detailhandel
Tussenhandel/groothandel
Consument
Producent
Consument
Producent bereikt consument d.m.v. 
Reclame/
promotiemateriaal.
Consument vraagt aan detailhandel naar het product
Promotiemateriaal aanwezig in de winkel. Klant koopt product
Detailhandel vraagt aan tussenhandel naar het product
Tussenhandel vraagt aan Producent naar het product
Producent
Consument
Product aantrekkelijk maken d.m.v.
Korting geven
Bonussysteem
Krediet geven
Promotiemateriaal 
Detailhandel
Tussenhandel/groothandel
Promotiemateriaal in de winkel.
Consument ziet reclame, bezoekt de winkel. 

Slide 12 - Tekstslide

Combinatie Pull & Push strategie

Slide 13 - Tekstslide

Verkoop mogelijkheden
Up-selling
Deep-selling
Cross-selling

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Deep- selling

Slide 16 - Tekstslide

Kortingsvormen
  • Kwantumkorting: Hoeveelheidskorting
  • Seizoenskorting: Seizoensproducten korting
  • Functionele korting: In voorraad/assortiment nemen d.m.v. korting.
  • Relatiekorting: vaste klanten korting
  • Actiekorting: prijsvermindering
  • Inruilkorting: oude apparaat terug nieuwe met korting.
  • Introductiekorting: voor het eerst gebruik, lage prijs
  • Betalingskorting: als je het product in 1 keer betaalt, krijg je korting.

Slide 17 - Tekstslide

Bedrijfskolom
Integratie: bedrijfskolom wordt korter, minder schakels- denk aan distributiekolom
Specialisatie: specialiseren in de kernactiviteit, alleen maar broodbakken.
Parallellisatie/ branche vervaging: samenvoegen van activiteiten uit verschillende bedrijfskolommen, bakker maakt zijn eigen meel, en kweekt graan.
Differentiatie: bedrijfskolom wordt langer, meer schakels- denk aan distributiekolom

Slide 18 - Tekstslide

Integratie
Een snackbar koopt eerst zakken voorgebakken friet, maar besluit voortaan eigen friet te maken.

Beslissingen van een bedrijf om de activiteiten van een aansluitende schakel te integreren hebben vaak te maken met winstmogelijkheden. Als de aansluitende schakel een grote winstmarge heeft, kan het aantrekkelijk zijn voor een bedrijf dit

Slide 19 - Tekstslide

Specialisatie

Een kledingwinkel beperkt zich voortaan tot uitsluitend mannenkleding.

Reden om te specialiseren is bijvoorbeeld dat het bedrijf zich wil richten op een specifiekere doelgroep. Maar het kan ook zijn dat er voor activiteiten specialistische kennis nodig is, of dat bepaalde activiteiten te weinig winstgevend zijn.


Slide 20 - Tekstslide

Parallellisatie
Een tankstation opent een mini-supermarkt erbij.

Voor parallellisatie, of branchevervaging, wordt bijvoorbeeld gekozen om extra klanten aan te trekken met een uitgebreider aanbod. Maar ook hier kan het gedaan worden omdat de bijpassende activiteit een relatief hoge winstmarge heeft.

Slide 21 - Tekstslide

Differentiatie
Een slager die eerst zijn eigen vee slacht en verwerkt, besluit voortaan geen levend vee meer in te kopen.

Een reden voor bedrijven om een deel van de activiteiten af te stoten is vaak dat deze deelactiviteit door kleinschaligheid relatief duur is. Door de activiteit uit te besteden aan een gespecialiseerd bedrijf kan er geprofiteerd worden van schaalvoordelen.

Slide 22 - Tekstslide

Servicegraad:
de servicegraad geeft het percentage van bestellingen weer die een onderneming direct uit voorraad aan de klant kan leveren
Recall:
is het terugroepen van producten door een leverancier

Slide 23 - Tekstslide