Examenvoorbereiding - Bedrijfskolom en distributie in de herhaling

Examenvoorbereiding
Irene Oosterwijk / Rinske Hokwerda
Herhaling 
  • bedrijfskolom
  • distributie
Herhaling
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Examenvoorbereiding
Irene Oosterwijk / Rinske Hokwerda
Herhaling 
  • bedrijfskolom
  • distributie
Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. begrijpen uitleggen van bewegingen in de bedrijfskolom 
  2. begrijpen en uitleggen van de belangrijkste schakels in de bedrijfskolom
  3. begrijpen uitleggen van pull- en pushstrategie 
  4. beschrijven van de onderdelen van het plaatsbeleid:  
      prijs- en servicedistributie
      distributiekanalen
      distributie-intensiteit
                                                      Heel veel succes!

Slide 2 - Tekstslide

Bedrijfskolom
De route die het product aflegt van oerproducent tot eindgebruiker. Alle schakels die gepasseerd worden noemen we de bedrijfskolom.

In het filmpje op de volgende slide wordt dit duidelijk uitgelegd.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

1
2
3
4
5
Zet voor het product chips de volgende schakels op de juiste plek in de bedrijfskolom
Chipsfabriek
Aardappelgroothandel
Aardappelboer
Detailhandel
Distributiecentrum

Slide 5 - Sleepvraag

Wat beweegt er behalve goederen nog meer door de bedrijfskolom?

Slide 6 - Open vraag

Geldstroom loopt van beneden naar boven door de bedrijfskolom
Informatiestroom: naar beneden (handleidingen, reclame) én naar boven (reviews)

Slide 7 - Tekstslide

Bewegingen in de bedrijfskolom
De lengte van een bedrijfskolom kan per product verschillen.

Maar het aantal schakels in een bedrijfskolom kan ook veranderen, er zijn 4 mogelijkheden:

  1. Integratie
  2. Differentiatie
  3. Specialisatie
  4. Parallellisatie

Slide 8 - Tekstslide

Verticale beweging: Integratie
Een schoenenzaak die de schoenen via een importeur inkoopt, kan besluiten om voortaan rechtstreeks bij de schoenenfabriek in Italië in te kopen.

Er gaat een schakel uit: bedrijfskolom wordt korter.

Slide 9 - Tekstslide

Verticale beweging: Differentiatie
Een schoenenfabriek uit Italië die tot dan toe rechtstreeks aan de detaillist leverde, kan besluiten om een importeur in te schakelen.

Er komt een schakel bij: bedrijfskolom wordt langer.

Slide 10 - Tekstslide

Horizontale beweging: Parallellisatie
De importeur van Belgisch bier gaat ook Belgisch bronwater verkopen.

Er wordt een product uit een andere bedrijfskolom toegevoegd.
In het plaatje staat als voorbeeld een winkel, maar het kan elke schakel in de bedrijfskolom zijn!

Slide 11 - Tekstslide

Horizontale beweging: Specialisatie
In het plaatje staat als voorbeeld een winkel, maar het kan elke schakel in de bedrijfskolom zijn!
Een groothandel gaat alleen nog kaas verkopen.

Hij stoot producten uit andere bedrijfskolommen af. 

Slide 12 - Tekstslide

Gevolgen voor distributiekanaal
Directe distributie
geen handelsschakels tussen 
producent en consument

Indirecte distributie:
één handelsschakel (kort) of enkele 
handelsschakels (lang) tussen 
producent en consument

Slide 13 - Tekstslide

De producent probeert de tussenhandel over te halen het product in het assortiment op te nemen
De producent benadert de consument met promotie waardoor de consument naar het product gaat vragen bij de detaillist
Push- of pull-strategie

Slide 14 - Tekstslide

Vul de juiste woorden in.

Een ............. is een groep bedrijven in de gehele ............... die zich met dezelfde producten bezighouden.
Een ............... wordt gevormd door bedrijven die vergelijkbare werkzaamheden verrichten op dezelfde hoogte in een .............
A
Bedrijfskolom Bedrijfstak Branche Bedrijfskolom
B
Branche Bedrijfskolom Bedrijfstak Bedrijfskolom
C
Bedrijfstak Branche Bedrijfskolom Bedrijfskolom

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heet het als de bedrijfskolom langer wordt doordat er schakels worden toegevoegd?
A
differentiatie
B
integratie
C
parallellisatie
D
specialisatie

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet het als een bedrijf zijn assortiment uitbreidt met andere productgroepen?
A
differentiatie
B
integratie
C
parallellisatie
D
specialisatie

Slide 17 - Quizvraag

Van welke beweging in de bedrijfskolom is sprake als fabrikanten direct gaan leveren aan consumenten?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 18 - Quizvraag

In Eindhoven werken bloemenwinkels steeds meer samen. Hierdoor kopen zij steeds vaker rechtstreeks in bij de kwekers.

Van welke beweging in de bedrijfskolom is hier sprake?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 19 - Quizvraag

Een fabrikant richt zich in de bedrijfskolom op één productgroep. Hoe noem je deze strategie?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 20 - Quizvraag

Een bedrijf kiest ervoor om een tussenhandel in te schakelen.

Van welke beweging is hier sprake?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 21 - Quizvraag

Noem drie mogelijke schakels bij
indirecte distributie

Slide 22 - Open vraag

Een speelgoedfabrikant maakt speelgoed voor baby’s, peuters en kleuters. Voor dit speelgoed maakt het bedrijf vooral reclame in weekbladen en op televisie.

Hier is sprake van..
A
Een pull-strategie
B
Een push-strategie

Slide 23 - Quizvraag

Push- en pullstrategie 
  • Push fabrikant bewerkt distribuanten, duwt het product door het kanaal
  • Pull  fabrikant bewerkt consumenten waardoor cosumenten product door kanaal heen trekken

Slide 24 - Tekstslide

Distributiesystemen
Met distributie wordt dus het verspreiden of verdelen van producten bedoeld. De fabrikant distribueert de producten naar de groothandel. De groothandel naar de detailhandel. De detailhandel distribueert de producten uiteindelijk naar de consumenten.

Het distributiesysteem is de manier waarop een bedrijf extra waarde aan de artikelen toevoegt. Er zijn twee belangrijke distributiesystemen:
  1. Prijsdistributie
  2. Servicedistributie 


Slide 25 - Tekstslide

Prijsdistributie
  • De nadruk ligt op de lage prijs 
  • De winkel heeft een goedkope uitstraling 
  • Er is weinig aandacht voor service

Voorbeeld: Aldi

Slide 26 - Tekstslide

Webshops met prijsdistributie
  • Druk beeld, veel op één webpagina
  • Harde kleuren
  • Duidelijke prijsweergave

Voorbeeld: Sneltoner.nl

Slide 27 - Tekstslide

Servicedistributie
  • De nadruk ligt op het verlenen van service
  • De winkel heeft vaak een chique uitstraling
  • Zachte kleuren

Voorbeelden: Scots & Soda, Bijenkorf (zie filmpje op de volgende slide)


Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Webshops met servicedistributie
  • Mooie vormgeving
  • Rustig of stijlvol kleurgebruik
  • Veel informatie beschikbaar

Voorbeeld: scots-soda.com

Slide 30 - Tekstslide

Distributie-intensiteit
Distributie-intensiteit geeft aan hoeveel verkooppunten je wilt inschakelen bij de verkoop van je product. Het verkooppunt is de plaats (fysiek of online) waar je product te koop is. Er zijn 3 vormen van distributie:

  1. Intensieve distributie
  2. Selectieve distributie
  3. Exclusieve distributie

Slide 31 - Tekstslide

Intensieve distributie
Bij intensieve distributie streeft de producent ernaar een zo groot mogelijk aantal geschikte verkooppunten in te schakelen. 

'Geschikt' wil zeggen: het soort winkels waar de consument een desbetreffend product verwacht aan te treffen: 'sell it where they buy it'. 

Intensieve distributie van bijvoorbeeld sportschoenen wil zeggen: de producent wil zijn product bij zoveel mogelijk sportwinkels én schoenenzaken verkopen. 

Slide 32 - Tekstslide

Selectieve distributie
Bij selectieve distributie schakelt de producent slechts een beperkt deel van de in principe geschikte verkooppunten in: ‘sell it where it sells best’ 

Hij selecteert alleen de verkooppunten met een winkelformule die hij vindt passen bij zijn product. 

Een belangrijke reden voor selectieve distributie is bijvoorbeeld de aandacht en service die het verkooppunt rond product en promotie geeft.

Slide 33 - Tekstslide

Exclusieve distributie
Bij exclusieve distributie maakt de producent gebruik van een klein aantal verkooppunten. 

Meestal verleent de producent elk afzonderlijk verkooppunt de alleenverkooprechten in een bepaald geografisch gebied.

Exclusieve distributie gaat vaak per definitie via een kort kanaal.

Slide 34 - Tekstslide

Een fabrikant van kant-en klaarmaaltijden maakt gebruik van intensieve distributie.

Deze fabrikant levert aan…
A
alle specialiteitenzaken in een regio.
B
alle supermarkten in een regio.
C
enkele supermarkten in een regio.

Slide 35 - Quizvraag

Een fabrikant van parfum zal gebruik maken van:
A
Intensieve distributie
B
Selectieve distributie
C
Exclusieve distributie

Slide 36 - Quizvraag

Jumbo supermarkt maakt gebruik van:
A
Intensieve distributie
B
Selectieve distributie
C
Exclusieve distributie

Slide 37 - Quizvraag

Voor welke vorm van distributie zal de producent van Rolex horloges kiezen?
A
Intensieve distributie
B
Exclusieve distributie
C
Selectieve distributie

Slide 38 - Quizvraag

Bij selectieve distributie levert een bedrijf aan…
A
alle supermarkten
B
de groothandel rechtstreeks
C
een dealernetwerk.

Slide 39 - Quizvraag

Op welke wijze zullen de onderstaande producten gedistribueerd worden?
Intensieve distributie
Selectieve distributie
Exclusieve distributie

Slide 40 - Sleepvraag

Goed gewerkt!

Ik geef mezelf een:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

Slide 41 - Poll