3.5 Landdegradatie rond de Middellandse Zee
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke omschrijving hoort bij dit begrip: Landdegradatie
A
wegspoelen of wegwaaien van bodemdeeltjes doordat de mens de vegetatie verstoord heeft.
B
door de mens veroorzaakte schade aan een natuurlijk systeem.
C
Kwaliteitsvermindering van de grond
D
proces van afname van de kwaliteit van de bodem in relatief droge gebieden
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Kies het juiste klimaatdiagram bij dit klimaat: Cs
A
B
C
D
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bodemerosie wil zeggen dat
A
de bodem langzaam uit elkaar valt door wind, water of ijs.
B
het bovenste vruchtbare bodemlaagje wegspoelt of -waait.
C
de grond uitgeput raakt intensief gebruik.
D
een groot deel van de bodem wegspoelt of -waait.
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bodemerosie:
welk van de volgende antwoorden is geen oorzaak van bodemerosie?
welk van de volgende antwoorden is geen oorzaak van bodemerosie?
A
Overbegrazing
B
Lange periode van droogte
C
Ontbossing
D
Regenbui
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is bodemerosie?
A
het verdwijnen van de bodem
B
het verdelen van de bovenste laag van de bodem
C
het verdwijnen van de onderste laag van
de bodem
D
het verdwijnen van de bovenste laag van de bodem
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De reden dat het Middellandse Zeegebied natte winters kent is:
A
De ITCZ ligt dan ter hoogte van het Middellandse Zeegebied
B
Het Middellandse Zeegebied ligt dan onder invloed van een maximum
C
Het Middellandse Zeegebied staat dan onder invloed van fronten
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Op het kaartje is de breuklijn voor de kust van Java weergegeven, evenals de diepte van de aardbevingshaard. Welke algemene regel kun je uit dit kaartje afleiden?
(je kunt het kaartje inzoomen door er op te klikken)
(je kunt het kaartje inzoomen door er op te klikken)
A
Hoe verder van de breuklijn hoe dieper de aardbevingshaard.
B
Hoe verder van de breuklijn hoe ondieper de aardbevingshaard.
C
Er is geen verband tussen de diepte van de aardbevingshaard en de afstand tot de breuklijn.
D
Aardbevingshaarden liggen niet minder dan 35 km diep.
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Op deze kaart kun je afleiden dat:
A
de Grieks-Turkse plaat duikt onder de Afrikaanse plaat, want veel aardbevingen bevinden zich onder de Afrikaanse plaat.
B
de Afrikaanse plaat duikt onder de Grieks-Turkse plaat, want veel aardbevingen bevinden zich onder de Grieks-Turkse plaat.
C
de Grieks-Turkse plaat duikt onder de Afrikaanse plaat, want veel aardbevingen bevinden zich onder de Grieks-Turkse plaat.
D
de Afrikaanse plaat duikt onder de Grieks-Turkse plaat, want veel aardbevingen bevinden zich onder de Afrikaanse plaat.
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Op deze kaart kun je de volgende algemene regel afleiden:
A
hoe verder van de plaatgrens, hoe groter de magnitude van de aardbeving.
B
hoe dichter bij de plaatgrens, hoe groter de magnitude van de aardbeving.
C
hoe verder van de plaatgrens, hoe kleiner de magnitude van de aardbeving.
D
hoe dichter bij de plaatgrens, hoe dieper de aardbevingshaard van de aardbeving.
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Verzilting kan optreden door irrigatie en door ....
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Bekijk de afbeelding. Beschrijf het patroon dat zichtbaar is in de grafiek. En geef hier vervolgens een verklaring voor aan de hand van een oorzaak-gevolg relatie.
Slide 17 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Geef 2 redenen waarom bomen een betere bescherming tegen bodemerosie zijn dan gras of woestijnstruiken.
Slide 24 - Open vraag
- Langere, diepere wortels houden meer bodem vast.
- Bomen houden zonnestralen tegen waardoor de bodem minder uitdroogt en dus ook minder snel kan eroderen.
- Bomen verminderen de kracht van wind waardoor minder winderosie kan plaatsvinden.
Slide 25 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 26 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
