KT2: Taalverzorging: grammatica: bijwoordelijke bepaling

Grammatica zinsdelen
H. 5 Taalverzorging blz. 132
Bijwoordelijke bepaling
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica zinsdelen
H. 5 Taalverzorging blz. 132
Bijwoordelijke bepaling

Slide 1 - Tekstslide

Doelen:


Ik weet wat een bijwoordelijke bepaling is

Ik kan een bwb in de zin aanwijzen

Ik kan de pv, het g, het ow, lv en mw in de zin aanwijzen

Slide 2 - Tekstslide

Uitlegfilmpje

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Bijwoordelijke bepaling
Geeft antwoord op de volgende vragen: 

waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.

Slide 5 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt na het benoemen, noem je bwb.

Slide 6 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepaling
Benoem eerst de PV, 
gezegde, OW, LV, MV.

Je mag pas als laatste de bijwoordelijke bepalingen gaan benoemen!

Slide 7 - Tekstslide

Lees de volgende zin:


Lange mensen wensen graag meer beenruimte in het vliegtuig


Bovenstaande zin gaan we ontleden

Slide 8 - Tekstslide

pv:
Lange mensen wensen graag meer beenruimte in het vliegtuig

Slide 9 - Open vraag

wg:
Lange mensen wensen graag meer beenruimte in het vliegtuig

Slide 10 - Open vraag

ow:
Lange mensen wensen graag meer beenruimte in het vliegtuig

Slide 11 - Open vraag

lv:
Lange mensen wensen graag meer beenruimte in het vliegtuig

Slide 12 - Open vraag

mv:
Lange mensen wensen graag meer beenruimte in het vliegtuig

Slide 13 - Open vraag

bwb:
Lange mensen wensen graag meer beenruimte in het vliegtuig

Slide 14 - Open vraag

Extra uitleg
Lastig om alles uit elkaar te houden?

Bekijk de uitleg in Nieuw Nederlands online.
Klik door naar de volgende dia.

Slide 15 - Tekstslide

 Nog even oefenen

Slide 16 - Tekstslide

In een zin kan maar één BWB voorkomen
A
Waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

In de toekomst zul je in een speelfilm kunnen rondlopen.

In de toekomst =
A
ow
B
lv
C
mw
D
bwb

Slide 18 - Quizvraag

Zoek bwb uit deze zin:
Het raadsel in de krant kon ik makkelijk oplossen
A
in de krant
B
het raadsel
C
ik
D
oplossen

Slide 19 - Quizvraag

We hadden gisteren in de klas een discussie over het huiswerk.

Slide 20 - Open vraag

De bal belandde met een boog in het doel.

Slide 21 - Open vraag

Om half 10 hebben we les in de moestuin.

Slide 22 - Open vraag

Ik snap hoe ik een BWB in
een zin kan vinden.
A
ja
B
nee
C
bijna

Slide 23 - Quizvraag

Oefenen
Maak de oefeningen van bladzijde 133 om te oefenen met de bijwoordelijke bepaling. 

Slide 24 - Tekstslide

Evaluatie

Slide 25 - Tekstslide

Geef in je eigen woorden aan wat een bwb is:

Slide 26 - Open vraag

Zinnen ontleden is:
A
Makkelijk
B
Lastig
C
Vreselijk
D
Ik kan wel huilen

Slide 27 - Quizvraag