ww-spelling H5

ww-spelling H5
Opdracht 7 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

ww-spelling H5
Opdracht 7 

Slide 1 - Tekstslide

1. Zodra de weersomstandigheden het toelaten, wordt er bij ons in de buurt volop ..... (barbecuen).
A
barbecuet
B
barbecued
C
gebarbecuet
D
gebarbecued

Slide 2 - Quizvraag

2. Sinds de tandartsassistente Cindy heeft geadviseerd haar tanden beter te verzorgen, .......(flossen) ze iedere avond trouw haar gebit.
A
flosd
B
flost
C
flosde
D
floste

Slide 3 - Quizvraag

3. Bij de familie Verkaart wordt met regelmaat een potje ...... (scrabbelen), maar op dinsdagavond bridget het echtpaar altijd in de voetbalkantine.
A
scrabbelt
B
gescrabbelt
C
gescrabbeld
D
gescrabbeld

Slide 4 - Quizvraag

4. Jarenlang ..... (hockeyen) Roderick, maar tegenwoordig ......(besteden) hij zijn vrije tijd aan voetbal: hij ......(coachen) het elftal van zijn zoontje.
A
hockeyte, besteed, coacht
B
hockeyde, besteedt, coached
C
hockeyde, besteedt, coachd
D
hockeyde, besteedt, coacht

Slide 5 - Quizvraag

5. Al na vijf minuten ....(tackelen) de snelle linksbuiten de verdediger en .....(scoren) een mooi doelpunt.
A
tackelde, scoorde
B
tackelt, scoort
C
tackeld, scoord
D
tackeld, scoort

Slide 6 - Quizvraag

6. Jarenlang ... (promoten) de overheid de inzameling van plastic en tegenwoordig ...(worden) het op grote schaal ....(recyclen).
A
promoot, word, gerecycled
B
promootte, wordt, gerecycled
C
promoote, wordt, gerecyclt
D
promoot, wordt, gerecycled

Slide 7 - Quizvraag

7. Tot grote ergernis van zijn ouders ...(zappen) Jan-Jaap uren achtereen als hij ... (stressen) is.
A
zapt, gestrest
B
zappt, gestressed
C
zappt, gestresst
D
zapt, gestressed

Slide 8 - Quizvraag

8. Onze gymdocent heeft als student ...(baseballen), maar nu ...(squashen) hij drie keer per week.
A
gebaseballt, squashed
B
gebaseballd, squashed
C
gebaseballd, squasht
D
gebaseballed, squasht

Slide 9 - Quizvraag

9. Om slim te kunnen ...(googelen), is het belangrijk dat je de juiste zoekterm ...(intypen).
A
googelen, intypt
B
googelen, intypet
C
goochelen, intypt
D
googlen, intyped

Slide 10 - Quizvraag

WW-spelling H5
Opdracht 8

Slide 11 - Tekstslide

1. De vader van Loek heeft vroeger regelmatig ... (blowen).
A
geblowed
B
geblowed
C
geblowd
D
geblowt

Slide 12 - Quizvraag

2 Omdat zij niet afhankelijk wil zijn van anderen, heeft Dane nooit ... (carpoolen).
A
gecarpoold
B
gecarpoolt
C
gecarpooled
D
gecarpoolet

Slide 13 - Quizvraag

3. Met zijn skelter ...(racen) onze buurjongen door de wijk.
A
raced
B
racet
C
ract
D
racd

Slide 14 - Quizvraag

4. Toen de sollicitant zijn cv ...(e-mailen), ontving hij direct een reactie.
A
e-mailte
B
e-mailen
C
e-mailde
D
mailde-e

Slide 15 - Quizvraag

WW-spelling H5
Opdracht 9: even opfrissen..

Slide 16 - Tekstslide

Ik heb (stofzuigen).
A
stofgezuigd
B
gestofzuigd
C
stofgezogen
D
gestofzuigd

Slide 17 - Quizvraag

Hoe dan?
Werkwoord scheidbaar? 
Ademhalen - Hij haalt adem
Hij heeft ademgehaald

Bij onscheidbare werkwoorden begint het voltooid deelwoord met ‘ge’; bij scheidbare werkwoorden staat ‘ge’ midden in het voltooid deelwoord.

Slide 18 - Tekstslide

Hij heeft ... (afkicken)
A
geafkickt
B
afgekickt
C
afgekicked
D
afgekicket

Slide 19 - Quizvraag

Hij heeft ... (downloaden).
A
downgeload
B
gedownloat
C
gedownload
D
geload down

Slide 20 - Quizvraag

Hij heeft ...(houthakken).
A
gehouthakt
B
houtgehakt
C
gehouthakd
D
houtgehakken

Slide 21 - Quizvraag

Hij heeft (proefdraaien)
A
geproefdraait
B
proefgedraaid
C
geproefdraaid
D
gedraaidproefd

Slide 22 - Quizvraag

Hij is ...(uitstappen).
A
geuitstapt
B
uitgestapped
C
uitgestapt
D
uitgestapd

Slide 23 - Quizvraag