Onze hersenen zijn verdeeld in drie gebieden, die elk ontwikkeld zijn voor een ander doel. Het emotionele en het reptielenbrein zijn machtiger dan ons mensenbrein.
Beslissingen zijn in feite gebaseerd op emotie en overlevingsdrang. Pas hierna volgt de rationalisatie door onze mensenbrein (het deel van de hersenen dat ons tot mens maakt).
Waar het in de communicatie met anderen om gaat is hoe we anderen het goede gevoel geven. Informatie, statistieken en rationele argumenten komen op de tweede plaats.
In het reptielenbrein vallen de échte beslissingen.
Dit is het oudste en kleinste gebied in onze hersenen, ook wel bekend als het reptielenbrein.
Het is verantwoordelijk voor ons voortbestaan en de voortplanting, net als miljoenen jaren geleden. Het heeft controle over vitale functies zoals onze hartslag, de ademhaling en het handhaven van de interne balans. De reacties uit dit deel van het brein zijn instinctief, automatisch en gebaseerd op tegenstellingen. Als zodanig functioneert dit brein buiten onze bewuste controle. Het reptielenbrein krijgt input van de andere gebieden van de hersenen, maar wordt met name sterk beïnvloed door emoties. Dit deel is uiteindelijk de laatste schakel bij beslissingen.
Het zoogdierenbrein
Dit is de emotionele fabriek van de hersenen, ook wel het Limbisch Systeem genoemd. Dit deel screent alle zintuiglijke informatie op emotionele relevantie en vergelijkt deze met opgeslagen herinneringen en gedrag gebaseerd op positieve en negatieve ervaringen.
Door het verwerken van emoties en het luisteren naar de onderbuik-gevoelens helpt het ons om gedrag te herhalen dat ons gelukkig maakt en gedrag te voorkomen dat ons kan schaden: pijn- en genotcentrum.
Dit deel van het brein beloont ook sociaal gedrag door het vrijgeven van chemische stoffen (dopamine) die ons een goed gevoel geven. Deze beloning heeft te maken met het feit dat het leven in groepen de overlevingskansen verhoogt.
Het menselijk brein
Dit is het gebied van het bewuste denken, ook wel Neo Cortex genoemd. Dit deel stelt ons in staat om te leren door ervaring en het voorspellen van toekomstige gebeurtenissen. Het controleert taal: gedachten (inclusief abstracte), logica, lezen, spreken, schrijven, redeneren, bewustzijn en de bewuste motorische controle.