Les 4 - periode 4 - 3 de junio 2022

Clase 4 - período 4 - 3 de junio 2022
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Clase 4 - período 4 - 3 de junio 2022

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
LEERDOELEN:

  1. Ik kan in het Spaans de weg aan iemand vragen
  2. Ik kan in het Spaans iemand de weg wijzen
  3. Ik leer nieuwe woordenschat over 'richting wijzen/vragen'
  4. Ik kan de werkwoorden 'saber' (=weten) en 'poder' (=kunnen/mogen) vervoegen en toepassen



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Richting aanwijzen
Hay que tomar la primera calle.             Je moet de eerste straat nemen.
Hay que torcer a la izquierda.                 Je moet links afslaan.
Hay que seguir hasta la Plaza Mayor.  Je moet doorgaan tot de Plaza Mayor.
Hay que seguir todo recto.                      Je moet rechtdoor gaan.

HAY QUE = je moet/men moet (=algemene manier van zeggen)

tomar = nemen  *  torcer = afslaan   *  seguir = doorgaan

Slide 4 - Tekstslide

Richting aanwijzen
Tienes que tomar la primera calle.             Je moet de eerste straat nemen.
Tienes que torcer a la izquierda.                 Je moet links afslaan.
Tienes que seguir hasta la Plaza Mayor.  Je moet doorgaan tot de Plaza Mayor.
Tienes que seguir todo recto.                      Je moet rechtdoor gaan.

TIENES QUE (=jij vorm) + hele werkwoord:  Je moet + hele werkwoord
TIENE QUE (=u-vorm) + hele werkwoord: Je moet + hele werkwoord


Slide 5 - Tekstslide

Ejercicio 1 - página 17
La calle

A la derecha

A la izquierda

Seguir todo recto

Slide 6 - Tekstslide

Ejercicio 2a/2b
Om informatie vragen   =     pedir información
Informatie geven             =     dar información 
2a: Welke woorden uit de afbeeldingen ken je nog niet?
2b: Zoek de betekenis op van deze woorden en schrijf deze op
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Mogelijke onbekende woorden
sabes
weet je
sabe
weet u
lejos
ver
cerca
dichtbij
la parada
de halte
la esquina
de hoek
de aquí
van hier
muy
erg
bastante
redelijk
un poco
een beetje
la plaza
het plein
la avenida
de laan
la primera
de eerste
la segunda
de tweede

Slide 8 - Tekstslide

De werkwoorden 'poder' y 'saber'






Bij ‘poder’ (=kunnen/mogen) treedt de zgn. klinkerwisseling op, bij de 1e, 2e, 3e en 6e persoon:
o --> ue
Mañana puedo ir contigo. Morgen kan ik met je meegaan.
¿Puedes ayudarme? Kun je me helpen?

Slide 9 - Tekstslide

De werkwoorden 'poder' y 'saber'







Bij ‘saber’ (=weten) is alleen de eerste persoon onregelmatig
que mi padre puede estar nervioso. Ik weet dat mijn vader nerveus kan zijn.
Lo sabemos. We weten het.

Slide 10 - Tekstslide

Saber (=weten)
SABER wordt gebruikt bij het spreken over geleerde vaardigheden, zoals bijvoorbeeld:
spreken, koken, zwemmen, een vreemde taal spreken, een muziekinstrument bespelen, etc.

cocinar                   Ik kan koken
hablar español   Ik kan Spaans spreken

Slide 11 - Tekstslide

Poder (=mogen/kunnen)
PODER wordt gebruikt om aan te geven of je de mogelijkheid of de capaciteit hebt om iets wel of niet te (gaan) doen, bijvoorbeeld:

Hoy no puedo ir al cine.   Vandaag kan ik niet naar de bioscoop.
No podemos viajar porque no tenemos dinero.
     We kunnen niet reizen omdat we geen geld hebben.

Slide 12 - Tekstslide

Y tú, ¿qué sabes hacer?
Mira la lista y marca tus habilidades (=vaardigheden)

escribir cartas en inglés - tocar un instrumento - cocinar - tomar decisiones - usar programas informáticos - hacer presentaciones - solucionar problemas 

Slide 13 - Tekstslide

Ejercicio 1 y 2 - página 21
1. Vervoeg beide werkwoorden in alle 6 de personen (saber / poder)
2. Vertaal de zinnen naar het Nederlands
  • Kun je lopend naar je/het werk?
  • Het spijt me, ik kan nu niet spreken/praten.
  • Mag ik je mobieltje gebruiken?
  • Kun je Chinees spreken? / Spreek je Chinees?
  • Kun je een muziekinstrument (be)spelen?
  • Weet u wat dat betekent?

timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

¿Qué hemos hecho hoy?
LEERDOELEN:

  1. Ik kan in het Spaans de weg aan iemand vragen
  2. Ik kan in het Spaans iemand de weg wijzen
  3. Ik leer nieuwe woordenschat over 'richting wijzen/vragen'
  4. Ik kan de werkwoorden 'saber' (=weten) en 'poder' (=kunnen/mogen) vervoegen en toepassen



Slide 15 - Tekstslide

Los deberes
                       
                   Ejercicio 3 - página 19 - Zoek de juiste combinatie van het plaatje met de bijbehorende tekst
                         

Ik deel deze Lesson Up via onze gezamenlijke Teams-chat!

Slide 16 - Tekstslide