Computerwoorden
1 / 21
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
A
De laptop
B
De televisie
C
De computer
D
De tablet
Slide 3 - Quizvraag
A
De laptop
B
De televisie
C
De computer
D
De tablet
Slide 4 - Quizvraag
A
De laptop
B
De televisie
C
De computer
D
De tablet
Slide 5 - Quizvraag
A
De televisie
B
De monitor
C
De computer
D
Het beeldscherm
Slide 6 - Quizvraag
A
De muis
B
Het toetsenbord
C
Het beeldscherm
D
Het keyboard
Slide 7 - Quizvraag
A
De muis
B
Het muis
C
De mouse
D
de mius
Slide 8 - Quizvraag
A
De muis
B
De laptop
C
De touchpad
D
De vingers
Slide 9 - Quizvraag
A
De fax
B
Het kopieerapparaat
C
De telefoon
D
De printer
Slide 10 - Quizvraag
A
De USB-kabel
B
De USB-poort
C
De USB-stick
D
HDMI
Slide 11 - Quizvraag
A
De mobiele telefoon
B
De computer
C
De smartphone
D
De tablet
Slide 12 - Quizvraag
A
de speakers
B
de oortjes
C
de boxjes
D
de luidsprekers
Slide 13 - Quizvraag
A
De oordopjes
B
De oortjes
C
De koptelefoon
D
De hoofdtelefoon
Slide 14 - Quizvraag
A
De knopjes
B
De computer
C
De laptop
D
Het (start)menu
Slide 15 - Quizvraag
A
De apps
B
De programma's
C
De pictogrammen
D
Ik weet het niet
Slide 16 - Quizvraag
A
De folder
B
De map
C
De kaart
D
De bestanden
Slide 17 - Quizvraag
A
Het bestand
B
De file
C
Het programma
Slide 18 - Quizvraag
A
Het raam
B
De window
C
Het venster
D
De ruit
Slide 19 - Quizvraag
A
De strook
B
De taakbalk
C
De knopjes
D
Het menu
