J18 Marketing les 11

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

De Verkoopprijs gebaseerd op de prijs van de concurrent, waarbij de marktleider de prijzen bepaalt en de concurrenten die prijs overnemen heet:


A
put out- pricing
B
stay-out pricing
C
backward pricing
D
me-too pricing

Slide 4 - Quizvraag

De verkoopprijs gebaseerd op de prijs van de concurrentie, waarbij een kapitaalkrachtige en en agressieve marktleider zijn prijs – tijdelijk – sterk verlaagt om kleinere concurrenten uit de markt te werken heet:
A
put-out pricing
B
stay-out pricing
C
backward pricing
D
me-too pricing

Slide 5 - Quizvraag

Verkoopprijs gebaseerd op de prijs van de concurrentie, waarbij de al op de markt aanwezige bedrijven de prijs tijdelijk zo laag zetten, dat het voor nieuwe concurrenten niet aantrekkelijk is om de markt te betreden. Ze maken immers geen winst, heet:
A
put-out pricing
B
stay-out pricing
C
backward pricing
D
me-too pricing

Slide 6 - Quizvraag

Prijsbeleid waarbij je op basis van de consumentenprijs je eigen winstmarge bepaalt, zodat je een product met voldoende winst kunt verkopen heet:

A
put-out pricing
B
backward pricing
C
stay-out pricing
D
me-too pricing

Slide 7 - Quizvraag

Je zet het product voor een lage prijs in de markt, waardoor je meteen veel klanten krijgt, deze strategie heet:
A
afroomstrategie
B
pull-out strategie
C
pull-in strategie
D
penetratie strategie

Slide 8 - Quizvraag

Als een product hetzelfde is, waarbij geen kwaliteitsverschillen zijn en de consument er daardoor geen verschil inziet, is dit product een:
A
homogeen product
B
heterogeen product

Slide 9 - Quizvraag

Bij de marktvorm oligopolie is sprake van:
A
een aanbieder, veel afnemers
B
veel aanbieders, veel afnemers met homogeen product
C
weinig aanbieders, veel afnemers
D
veel aanbieders, veel afnemers met heterogeen product

Slide 10 - Quizvraag

Als bij één of enkele producten uit het assortiment – zoals de aanbiedingen van de week – zodanig laag worden geprijsd, dat er verlies op wordt geleden of geen winst op wordt gemaakt is er sprake van:

A
prestige pricing
B
going rate pricing
C
loss leader pricing
D
every day low pricing

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide