Linking words 5V

 Linking words
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

 Linking words

Slide 1 - Tekstslide

Signaalwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Welke Engelse signaalwoorden
ken je al?

Slide 3 - Woordweb

He should not be doing this job, ... he was not trained for it.
A
despite
B
however
C
since
D
such as

Slide 4 - Quizvraag

Welk signaal woord in de tekst geeft een tegenstelling aan?

Slide 5 - Open vraag

Which one/s - not a linking word?
A
because
B
as
C
therefore
D
as a result

Slide 6 - Quizvraag

Which linking word/s = "echter"?
A
Therefore
B
Because
C
However
D
Moreover

Slide 7 - Quizvraag

Welke van de volgende 'linking words' geeft een reden aan?
A
until
B
because
C
before
D
but

Slide 8 - Quizvraag

What linking word/s = cause?
A
Despite
B
So
C
However
D
Due to

Slide 9 - Quizvraag

Welke van deze is GEEN linking word van tegenstelling?
A
even so
B
however
C
consequently
D
despite

Slide 10 - Quizvraag

Which linking word/s = effect?
A
So
B
Since
C
Within
D
Also

Slide 11 - Quizvraag

Welke zin heeft geen linking word?
A
The job was boring so I resigned.
B
He did not stop working although it was midnight.
C
I'm hungry but the fridge in empty.
D
He must have been angry, the window was broken.

Slide 12 - Quizvraag

Welke van de volgende 'linking words' geeft een tegenargument aan?
A
until
B
because
C
before
D
but

Slide 13 - Quizvraag

Welke 'linking word/s' gebruik je om meer informatie te geven?
A
also
B
first
C
however
D
too

Slide 14 - Quizvraag


Welke is GEEN tegenstelling?
A
but
B
instead
C
as a result
D
whereas

Slide 15 - Quizvraag

Which linking word/s = time?
A
as soon as
B
during
C
because
D
so as to

Slide 16 - Quizvraag

Linking word/s to show: ADDITION
A
Importantly
B
Moreover
C
Nonetheless
D
Finally

Slide 17 - Quizvraag

Welke 'linking word/s' gebruik je om een voorbeeld te geven?
A
However
B
For example
C
Next
D
Such as

Slide 18 - Quizvraag

Welke van de volgende 'linking word/s' geeft tegenstelling aan?
A
nevertheless
B
because
C
and
D
regardless

Slide 19 - Quizvraag

Welk linking word gebruik je om een opsomming aan te geven?
A
besides
B
such as
C
consequently
D
on the contrary

Slide 20 - Quizvraag

Which linking word belongs to which category?
voorbeeld
opsomming
oorzaak/gevolg
tegenstelling
because
however
first
such as

Slide 21 - Sleepvraag

Drag the linking word to the correct function
Opsomming
tegenstelling
oorzaak/gevolg
moreover
meanwhile
furthermore
however
therefore
so

Slide 22 - Sleepvraag

Which linking word belongs to which category?
vergelijking
tijd
gevolg/conclusie
tegenstelling
as a result
however
until
such as

Slide 23 - Sleepvraag

Which linking word belongs to which category?
voorbeeld
samenvatting
oorzaak/gevolg
tegenstelling
toevoeging (addition)
moreover
however
thus
for instance
since

Slide 24 - Sleepvraag

Welke van de volgende 'linking word/s' = reden aangeven?
A
until
B
since
C
before
D
furthermore

Slide 25 - Quizvraag

Welke van de volgende 'linking word/s' = tegenargument ?
A
so
B
whereas
C
regardless
D
but

Slide 26 - Quizvraag


Welke is geen tegenstelling?
A
but
B
instead
C
as a result
D
whereas

Slide 27 - Quizvraag

Welk linking word/s gebruik je om een effect aan te geven?
A
moreover
B
consequently
C
for instance
D
so

Slide 28 - Quizvraag

Welke 'linking word/s' gebruik je om een tegenstelling te geven?
A
However
B
notwithstanding
C
but
D
inspite of

Slide 29 - Quizvraag

Welk linking word/s gebruik je om een gevolg aan te geven?
A
so
B
such as
C
even so
D
yet

Slide 30 - Quizvraag

Who wants to practice
with 'Linking Words' at a higher level?

Slide 31 - Woordweb