4 Afsluiting

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Van oorlog naar oorlog

Eerste Wereldoorlog en crisis

Vorige les

Paragraaf 4.4 afgerond.

Deze les

Voorbereiden op de toets van volgende week dinsdag 9 juni.

Paragraaf 1 

Een land om trots op te zijn.

Waarom begonnen Europese landen in 1914 een wereldoorlog?

Paragraaf 1 

1. Wij zijn het beste land! (nationalisme)

2. Wij zijn sterk (militarisme)

3. Wij hebben vrienden (bondgenootschappen)

Dit zijn oorzaken van de eerste wereldoorlog. Een oorzaak is de reden waarom iets gebeurt. Vaak zijn dit indirecte oorzaken.

Paragraaf 2 

De Grote Oorlog.

Hoe verliep de Eerste Wereldoorlog?

Paragraaf 2 

Daarnet hadden we het over indirect oorzaken van de Eerste Wereldoorlog. Dit ging over dingen die al langer speelde.

Er was ook een directe oorzaak of aanleiding van de Eerste Wereldoorlog. Eigenlijk de druppel die de emmer deed overlopen...

Paragraaf 2 

1. De oorlog duurde langer dan men eerst dacht.

2. Vechten in de modder en in loopgraven.

3. Nederland bleef neutraal tijdens de Eerste Wereldoorlog.

4. In november 1918 was de oorlog voorbij. Duitsland en Oostenrijk-Hongarije hadden verloren. Duitsland kreeg alle schuld van de oorlog.

Paragraaf 3

Crisis in de wereld.

Welke oorzaken en gevolgen had de economische crisis?

Paragraaf 3

1. Na WO1 werd in 1919 in Versailles het Verdrag van Versailles getekend.  Hierin werd Duitsland zwaar gestraft.

2. Doordat de VS geld leende aan Duitsland kon Duitsland weer een beetje opkrabbelen na de oorlog.

3. Totdat Amerika zelf in problemen kwam in 1929 en de hulp stopzette.

Paragraaf 3

4. De Verenigde Staten belandden in een economische crisis. Landen drijven handel met elkaar. Daardoor werd de crisis een wereldcrisis.

5. Ook in Duitsland ging het nu heel slecht met de economie.

6. Rusland werd communistisch. Sommige Duitsers wilden ook communistisch worden. Ze dachten dat het dan weer goed zou gaan met Duitsland.

Paragraaf 4

Een niewe leider.

Hoe kreeg Hitler alle macht in Duitsland?

Paragraaf 4

1. Veel Duitsers waren terleurgesteld na de Eerste Wereldoorlog.

2. Hitler gaf de communisten en de joden de schuld van het verliezen van de oorlog.

3. Hitler werd de leider van de nationaal-socialistische partij. Aanhangers hiervan worden ook wel nazi's genoemd.

Paragraaf 4

4. De nazi's waren fascisten, zij wilden:

- Een sterke leider

- Geweld is goed

- Niet denken, maar doen

5. De nazi's maakte reclame voor zichzelf door propaganda.

Paragraaf 4

Uiteindelijk werd de partij van Hitler de grootste in Duitsland.

Na een brand in het gebouw van de regering, greep Hitler alle macht naar zich toe. Vanaf dat moment was hij een dictator.

Paragraaf 4

Hitler was vanaf 1933 de absolute baas van Duitsland.

- Hij zorgde voor veel werk.

- Hij liet veel wegen aanleggen.

Veel mensen hadden niet door wat Hitler eigenlijk wilde:

Oorlog...

Toets H.4 

Paragraaf 4.1 - 4.4 

Dinsdag 9 juni om 12:00