M2 H2 Opbrengsten, winst en H3 Marktevenwicht, surplus

H2 Het aanbod
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H2 Het aanbod

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken volgen online les
  • De Meet link staat in Classroom
  • Ik voeg de presentaties toe aan Classroom (lesmateriaal)
  • Je volgt de les aan een tafel of bureau, met je camera aan
  • Je hebt de microfoon uit (tot je gevraagd wordt te reageren)
  • Je stelt vragen via de chat

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt een aanbodlijn afleiden van de kostenfunctie
  • Je kunt de opbrengsten van een aanbieder berekenen: totale, gemiddelde en marginale opbrengsten (TO, GO en MO)

Slide 3 - Tekstslide

Programma




Uitleg opbrengsten
Opgaven maken 
Afsluiting: wat heb je geleerd? 

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling 
Waar hangt vanaf hoeveel goederen en diensten de producenten zullen aanbieden / willen verkopen?
  • Prijs die ze ervoor krijgen (§ 2.3)
  • Kosten die ze ervoor moeten maken (§ 2.2)

Slide 5 - Tekstslide

Loon = € 20 per uur

Slide 6 - Tekstslide

TK
Totale kosten (TK) = 
vaste kosten + 
variabele kosten

Slide 7 - Tekstslide

GTK 
GTK bij 1 product?
  • € 34 : 1 = € 34
GTK bij 2 producten?
  • € 64 : 2 = € 32
GTK bij 3 producten?
  • € 114 : 3 = € 38
  • Etc.

Slide 8 - Tekstslide

GTK en MK
  • Gemiddelde totale kosten => totale kosten per product dat geproduceerd is.
  • Marginale kosten => extra totale kosten voor het maken van 1 extra product.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg
Pak pen & papier om aantekeningen te maken.

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel gaat producent aanbieden?
Totale opbrengsten (TO) of omzet

Gemiddelde opbrengsten


Marginale opbrengsten

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel gaat producent aanbieden?
Dan hangt af van het doel van de producent, keuzes:
  • Producent wil op z'n minst quitte spelen
  • Producent wil zoveel mogelijk verkopen
  • Producent wil zoveel mogelijk winst maken
  • Producent heeft een ander doel (en daarnaast overleven), bv. mensen aan een baan helpen of een duurzaam product leveren

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel gaat producent aanbieden?
  • Producent wil winst maken. En wil zoveel mogelijk winst maken (winstmaximalisatie).
  • Verschil tussen totale opbrengsten en totale kosten (TO - TK) => zo groot mogelijk.
  • Prijs is gegeven (de producent heeft er geen invloed op)
  • Hoeveel produceren om winst te maximaliseren?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Totale winst grootst:
  • Waar afstand tussen TO en TK het grootst is.
  • Waar MO gelijk is aan MK.
  • Waarom daar?
  • Totale winst neemt toe zo lang MO groter is dan MK. Het volgende product levert dan nog meer op (MO) dan het kost (MK).

Slide 17 - Tekstslide

Break-evenpunt
  • TO precies gelijk TK
  • Winst is daar nul.
  • Prijs (GO) is daar gelijk aan kosten per product (GTK) 

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht



Opgave 19 t/m 23 (blz 44) maken en klassikaal bespreken

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht
Wat je goed moet onthouden uit deze les:

De gemiddelde opbrengst (prijs) en de gemiddelde kosten (gtk) gebruiken we om de winst te berekenen. Beide vermenigvuldigen met de afzet (q) en dan het verschil ertussen bepalen.

De marginale opbrengst (mo) en marginale kosten (mk) gebruiken we om te bepalen bij welke afzet de winst maximaal is (en dus niet om de winst te berekenen).

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk



Opgaven 16 t/m 23 (§3) en 32 t/m 36 (Toepassen) maken

Slide 21 - Tekstslide

H3 Marktevenwicht

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht
Wat je goed moet onthouden uit deze les:

De gemiddelde opbrengst (prijs) en de gemiddelde kosten (gtk) gebruiken we om de winst te berekenen. Beide vermenigvuldigen met de afzet (q) en dan het verschil ertussen bepalen.

De marginale opbrengst (mo) en marginale kosten (mk) gebruiken we om te bepalen bij welke afzet de winst maximaal is (en dus niet om de winst te berekenen).

Slide 23 - Tekstslide

Winstmaximalisatie bij MO = MK
  • Aanbodlijn: hoeveel je produceert bij een bepaalde prijs
  • MK lijn is de individuele aanbodlijn (voor iedere prijs geeft de MK-lijn aan hoeveel er gemaakt wordt)
  • Voor zover de MK lijn hoger ligt dan GTK (want als MK lager ligt => verlies)

Slide 24 - Tekstslide

Producentensurplus


  • Verschil tussen wat de producent betaald krijgt (prijs) en wat hij minimaal betaald wil krijgen (MK).
  • Vergelijk consumentensurplus: verschil tussen wat de consument maximaal wil betalen (bereidheid) en wat hij moet betalen (prijs).

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Marktevenwicht
Hoe ontstaat het marktevenwicht?
  • De 'onzichtbare hand' of 'vrije prijsvorming':
  • Als prijs hoger is dan het evenwicht => meer aanbieders dan vragers => aanbodoverschot => daalt de prijs.
  • Als prijs lager is dan het evenwicht => meer vragers dan aanbieders => vraagoverschot => stijgt de prijs.

Slide 28 - Tekstslide

Marktevenwicht
Het marktevenwicht verandert als de aanbodlijn of de vraaglijn verschuift. Waardoor ook al weer?
  • Vb: Bij een nieuw substitueerbaar product, verschuift de vraaglijn naar links (bij dezelfde prijs wordt nu minder gevraagd)
  • Het consumenten- en producentensurplus verandert dan ook (bekijk met volgende plaatje)

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide