Tekstdoelen - les 15, 16, 17

Tekstdoelen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tekstdoelen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1
2
2
3
4
Doelen
Uitleg
Zelfstandig werken
Bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Doelen van deze les:
- Je weet wat een informerende tekst is en welk doel een schrijver hiermee heeft.
- Je weet wat een overtuigende tekst is en welk doel een schrijver hiermee heeft.
- Je weet wat een activerende tekst is en welk doel een schrijver hiermee heeft.

Slide 3 - Tekstslide

Morgen PW lezen 
les 15, 16 en 17

Slide 4 - Tekstslide

Informerende tekst
De schrijver wil graag dat de lezer iets 'leert' van zijn tekst.

Je herkent een informerende tekst aan de volgende kenmerken:
  • Een informerende tekst is objectief. De informatie is 'neutraal'.
  • Een informerende tekst bevat vooral feitelijke uitspraken. Een feitelijke uitspraak is controleerbaar: het is waar of niet waar.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Overtuigende tekst
De mening van de schrijver staat centraal. De schrijver neemt een standpunt in over een onderwerp en gebruikt argumenten om zijn standpunt te verdedigen. De schrijver wilt de lezer overtuigen van zijn gelijk.

Je herkent een overtuigende tekst aan de volgende kenmerken:
  • De mening van de schrijver staat in de tekst.
  • Er staan argumenten in de tekst. Argumenten zijn uitspraken waarmee de schrijver uitlegt waarom hij of zij iets vindt.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Activerende tekst
Een activerende tekst gaat net een stapje verder dan een overtuigende tekst. De schrijver wil dat de lezer het met hem eens wordt en dat de lezer 'in actie komt'.

Je herkent een activerende tekst aan de volgende kenmerken:
  • Er wordt meestal een product, dienst of organisatie aangeprezen.
  • De lezer wordt persoonlijk aangesproken en overgehaald om in actie te komen.
  • Er staan vaak veel bijvoeglijke naamwoorden in de tekst.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Tekstdoelen

Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 14 - Quizvraag

Tekstdoelen

Een recensie van een film heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 15 - Quizvraag

Tekstdoelen

Een reclametekst heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 16 - Quizvraag

Tekstdoelen

Een verkiezingstekst heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 17 - Quizvraag

Tekstdoelen

Een menukaart heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 18 - Quizvraag

Tekstdoelen

Een column in een tijdschrift heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 19 - Quizvraag

Tekstdoelen

Een politierapport heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 20 - Quizvraag

Zelf aan de slag
Wat
Maken werkbladen les 15, 16 en 17
 
Hoe?
Eerst zelf proberen. Lukt het niet, overleg met je buurman of buurvrouw
Klaar?
Stillezen
Tijd?
30 minuten
Dan:
Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen?

Slide 21 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 22 - Woordweb

Doelen van deze les:
- Je weet wat een informerende tekst is en welk doel een schrijver hiermee heeft.
- Je weet wat een overtuigende tekst is en welk doel een schrijver hiermee heeft.
- Je weet wat een activerende tekst is en welk doel een schrijver hiermee heeft.

Slide 23 - Tekstslide