samengestelde zin
timer
1:00
samengestelde zin
1 / 16
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
timer
1:00
samengestelde zin
Slide 1 - Woordweb
Slide 2 - Tekstslide
Noteer de persoonsvormen van de samengestelde zin:
De buren hebben lekkage, doordat een dakpan
van het dak gewaaid is.
Noteer het zo: persoonsvorm, persoonsvorm
timer
1:00
Slide 3 - Open vraag
Noteer de onderwerpen van de samengestelde zin:
De buren hebben lekkage, doordat een dakpan
van het dak gewaaid is.
Noteer het zo: onderwerp, onderwerp
timer
1:00
Slide 4 - Open vraag
Noteer het voegwoord van de samengestelde zin:
De buren hebben lekkage, doordat een dakpan
van het dak gewaaid is.
timer
0:30
Slide 5 - Open vraag
Noteer de persoonsvormen van de samengestelde zin:
Nadat oma haar ov-kaart verloren had,
bleef ze de hele dag zoeken.
Noteer het zo: persoonsvorm, persoonsvorm
timer
1:00
Slide 6 - Open vraag
Noteer de onderwerpen van de samengestelde zin:
Nadat oma haar ov-kaart verloren had,
bleef ze de hele dag zoeken.
Noteer het zo: onderwerp, onderwerp
timer
1:00
Slide 7 - Open vraag
Noteer het voegwoord van de samengestelde zin:
Nadat oma haar ov-kaart verloren had,
bleef ze de hele dag zoeken.
timer
0:30
Slide 8 - Open vraag
Met welk woord kun je van twee losse zinnen een samengestelde zin maken?
A
met
B
omdat
C
toch
D
tussen
Slide 9 - Quizvraag
Maak van de twee losse zinnen een samengestelde zin. Gebruik een van de volgende voegwoorden: als - hoewel - tenzij - zodat - zodra.
De brandweermannen gingen naar huis. Ze hadden de brand geblust.
timer
1:30
Slide 10 - Open vraag
Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes.
Gelukkig heeft de tandarts me ... (verdoven), voordat hij gisteren mijn verstandskies ... (trekken).
Noteer de werkwoorden met een komma ertussen.
timer
1:00
Slide 11 - Open vraag
Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes.
Als je een politieagente ... (beledigen),
dan ... (bekeuren) zij je meestal meteen.
Noteer de werkwoorden met een komma ertussen.
timer
1:00
Slide 12 - Open vraag
Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes.
Ben heeft alles ... (ontkennen), toen hij van diefstal ... (worden) ... (beschuldigen).
Noteer de werkwoorden met een komma ertussen.
timer
1:00
Slide 13 - Open vraag
Van deze LessonUp heb ik het volgende geleerd:
Slide 14 - Open vraag
Ik beheers de materie rondom samengestelde zinnen.
Ik beheers het goed.
Ik beheers het voldoende.
Ik beheers het matig.
Ik beheers het onvoldoende.
Slide 15 - Poll
Ik weet hoe ik kan oefenen met deze lesstof.
Ja, dat weet ik.
Misschien wel, maar vertel...
Nee, ik weet het niet.
