Bs 2.3 De organen voor vertering

Thema 2 Voeding en vertering
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolhavoLeerroute HLeerroute 2Leerjaar 1,2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Voeding en vertering

Slide 1 - Tekstslide

Pak je boek + schrift  

Slide 2 - Tekstslide

Waarvoor kauwen we ons voedsel?

Slide 3 - Open vraag

Mechanische vertering is.......

A
vertering door kauwen
B
vertering door enzymen

Slide 4 - Quizvraag

Chemische vertering is ......

A
vertering door kauwen
B
vertering door enzymen

Slide 5 - Quizvraag

Welke verteringsklieren ken je?

Slide 6 - Open vraag

Waarvoor dient de darmperistaltiek en waardoor wordt deze bevorderd?


Slide 7 - Open vraag

Neem blz 97  uit je boek 
Leer de organen in afbeelding 1 blz. 97

Slide 8 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Basisstof 3 De organen voor vertering

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoel
  •   Je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen.
  •  Je kunt de verteringssappen noemen met hun functies.
De organen van het verteringsstelsel liggen voornamelijk in de romp in de buikholte. 
Welke organen liggen buiten de buikholte?



Slide 11 - Tekstslide

Mondholte ,   keelholte   en    slokdarm
  • Mondholte: speekselklieren - speeksel – enzym wat zetmeel verteerd  – water maakt het glijbaar  
  • Keelholte: slikken – verslikken
  • Slokdarm: peristaltische bewegingen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

MAAG
Maag:
  • Maagspieren ( hongergevoel, kneden)
  • Maagportier
  • Maagsapklieren produceren maagsap (water, zoutzuur,  enzym)                                                                      *maagzuur doodt bacteriën                                       *maagsap met enzymen verteert eiwitten

Slide 14 - Tekstslide

Twaalfvingerige darm, galblaas en alvleesklier
Twaalfvingerige darm:
  • Uitmonding afvoerbuis lever en alvleesklier
Lever:
  • Produceert gal (opslag in galblaas)
  • Gal emulgeert vetten
Alvleesklier:
  • Produceert alvleessap (enzymen voor verteren van eiwitten, vetten, koolhydraten)

Slide 15 - Tekstslide

Emulgeren



  1. van grotere vetdruppels kleine vetdruppels maken 
  2. enzymen kunnen er dan beter bij ! 
  3. makkelijkere vertering van vetten

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

DUNNE DARM
  • Darmwandklier maakt  2 soorten enzymen
  • Nodig voor verder verteren van 1 koolhydraten en  2 eiwitten
  • Opgeloste voedingsstoffen worden opgenomen in het bloed
  • Darmplooien en darmvlokken

Slide 18 - Tekstslide

DIKKE DARM ,   BLINDEDARM ,   ENDELDARM
Blinde darm met wormvormig aanhangsel (appendix):
  • Bij ontsteking verkeerde naam  
Dikke darm:
  • Geen plooien
  • Geen vertering meer door sappen
  • Wel vertering door bacteriën (cellulose)
  • Water terug opnemen uit poep  (diarree)
Endeldarm:
  • Opslag onverteerbare  uitwerpselen
Anus: kringspier



Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
  • Lees 2.3 en onderstreep +  bestudeer de afbeeldingen 
  •  Maak opdr. 1,2 ,3 ,5a en b ,  7  en 8
  • Leer 2.3   afb. 1 t/m 6 
timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Link

SUCCES

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

 een grappig lied

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

We gaan oefenen 
Neem je schrift en noteer de nummer 1 t/m  11
bekijk het filmpje  en zet de film even stil als je deze nummers ziet. Als je alle organen in je schrift heb staan zet je de film weer aan.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video