T2 B3 De organen voor vertering

Thema 2 Voeding en vertering
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolhavoLeerroute HLeerroute 2Leerjaar 1,2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Voeding en vertering

Slide 1 - Tekstslide

Mechanische vertering is.......

A
vertering door kauwen
B
vertering door enzymen

Slide 2 - Quizvraag

Chemische vertering is ......

A
vertering door kauwen
B
vertering door enzymen

Slide 3 - Quizvraag

Waarvoor dient de darmperistaltiek en waardoor wordt deze bevorderd?


Slide 4 - Open vraag

timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Basisstof 3 De organen voor vertering

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel
  •   Je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen.
  •  Je kunt de verteringssappen noemen met hun functies.

De organen van het verteringsstelsel liggen voornamelijk in de romp. Belangrijke organen voor de vertering zijn de slokdarm, maag, lever, dunne darm en dikke darm.



Slide 7 - Tekstslide

Mondholte, keelholte en slokdarm
  • Mondholte: speekselklieren - speeksel – enzymen (zetmeel) – glijbaar maken
  • Keelholte: slikken – verslikken
  • Slokdarm: peristaltische bewegingen

Slide 8 - Tekstslide

MAAG
Maag:
  • Maagspieren (eerst goed kauwen, hongergevoel, kneden)
  • Maagportier
  • Maagsapklieren produceren maagsap (water, zoutzuur, enzym)                                                                      *maagzuur doodt bacteriën                                       *maagsap met enzymen verteert eiwitten

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Twaalfvingerige darm, galblaas en alvleesklier
Twaalfvingerige darm:
  • Uitmonding afvoerbuis lever en alvleesklier
Lever:
  • Produceert gal (opslag in galblaas)
  • Gal emulgeert vetten
Alvleesklier:
  • Produceert alvleessap (enzymen voor verteren van eiwitten, vetten, koolhydraten)

Slide 11 - Tekstslide

Emulgeren


  1. van grotere vetdruppels kleine vetdruppels maken
  2. er ontstaat een emulsielaagje
  3. enzymen kunnen er dan beter bij
  4. makkelijkere vertering van vetten

Slide 12 - Tekstslide

DUNNE DARM
  • Darmsap produceren met verschillende enzymen
  • Verder verteren (koolhydraten, eiwitten)
  • Opgeloste voedingsstoffen opnemen in het bloed
  • Darmplooien en darmvlokken

Slide 13 - Tekstslide

DIKKE DARM, BLINDEDARM, ENDELDARM
Blinde darm met wormvormig aanhangsel (appendix):
  • Bij ontsteking verkeerde naam (appendicitis)
Dikke darm:
  • Geen plooien
  • Geen vertering meer door sappen
  • Wel vertering door bacteriën (cellulose)
  • Water onttrekken (diarree)
Endeldarm:
  • Opslag voedselresten
Anus: kringspier



Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Aan de slag
  • Lees B3 goed door
  •  Maak opdracht 1, 2, 3 en 5

Slide 17 - Tekstslide

SUCCES

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video