Les 3 Krachten

Krachten Hefbomen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Krachten Hefbomen

Slide 1 - Tekstslide

Introductie
Voor kleuters is spelen op een wip erg leuk, vooral als de kleuters bijna even zwaar zijn. Als de ene kleuter lichter is dan de andere kleuter, dan komt hij niet meer naar beneden. Als de zwaardere kleuter naar voren schuift, komt de wip weer in evenwicht. Blijkbaar is de afstand tot het draaipunt ook belangrijk.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Weten wat de momentenwet inhoudt.
  • Dubbele en enkele hefbomen in werktuigen/ situaties kunnen herkennen.
  • De werklijn bij een hefboom kunnen herkennen en meten.
  • Berekeningen met de hefboomwet.

Slide 3 - Tekstslide

tekst

Slide 4 - Tekstslide

begrippen
Hefboom
Gereedschap waarmee een kleine kracht (die over een grote arm werkt) kan worden omgezet in een grote kracht (die over een kleine arm werkt). De term wordt ook gebruikt voor het principe dat hieraan ten grondslag ligt.

Draaipunt
Punt waar een hefboom omheen draait.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Begrippen
arm

De (loodrechte) afstand tussen de werklijn van een kracht en het draaipunt van een hefboom.

moment
Het product van de grootte van de kracht en de lengte van de arm.

Slide 7 - Tekstslide

Het moment van een kracht

De krachten op de hefboom zijn steeds even groot: het aantal gewichtjes verandert niet. Toch betekent dat nog niet dat er evenwicht is. Het maakt ook uit waar de krachten werken. Voor evenwicht zijn dus twee factoren van belang: de grootte van de krachten en de afstand tussen de krachten en het draaipunt. Deze afstand noem je de arm.
Je kunt deze twee factoren combineren tot één begrip: het moment van de kracht.
Het moment = de grootte van de kracht × de lengte van de arm. Of in formulevorm:

M = F ∙ r

Hierin is:
• M het moment in newtonmeter (Nm);
• F de kracht in newton (N);
• r de arm in meter (m).



Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

De arm meten

De arm is de kortste afstand tussen de werklijn van de kracht en het draaipunt van de hefboom. De werklijn is de denkbeeldige lijn waarlangs de kracht werkt. In figuur 3 kun je zien hoe je de arm meet: loodrecht op de werklijn van de kracht.

De arm is vaak korter dan de afstand tussen het draaipunt D en het aangrijpingspunt A van de kracht (gemeten langs de hefboom) zoals je kunt zien in figuur a. In figuur b zijn de arm en de afstand tussen het draaipunt en het aangrijpingspunt van de kracht gelijk.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeldopdracht 

Ga met een berekening na hoe groot het moment in figuur 3a is. De kracht op de trapper is 500 N. De arm is 9,0 cm.

gegevens
F = 500 N
r = 9,0 cm = 0,090 m

gevraagd
M = ?

uitwerking
M = F ∙ r
= 500 × 0,090
= 45 Nm

Het moment in figuur 3a is 45 Nm.




Slide 11 - Tekstslide

Begrippen
werklijn


De lijn waarlangs een kracht werkt.

Slide 12 - Tekstslide

De momentenwet
Op de hefboom werkt links en rechts van het draaipunt een kracht. Of de hefboom in evenwicht is, hangt af van de momenten van deze krachten. Er is evenwicht als het moment van kracht F1 (linksom) even groot is als het moment van kracht F2 (rechtsom). Algemeen geldt: 

een hefboom is in evenwicht, als de som van de momenten linksom gelijk is aan de som van de momenten rechtsom. In 

formulevorm:
M1 + M2 + ... (linksom) = M1 + M2 + ... (rechtsom)

Hierin is:
M1, M2 het eerste en tweede moment linksom of rechtsom in newtonmeter (Nm).

Deze regel noem je de momentenwet.





Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeldopdracht 

Ga met een berekening na of de hefboom in figuur in evenwicht is. De gewichtjes zijn alle vijf even zwaar: 0,50 N.

gegevens
F1 = 2 × 0,50 = 1,0 N 
F2 = 3 × 0,50 = 1,5 N
r1 = 15 cm = 0,15 m 
r2 = 10 cm = 0,10 m

gevraagd:      Is M1 gelijk aan M2?

uitwerking
M1 = F1 ∙ r1        M2 = F2 ∙ r2
= 1,0 × 0,15 = 1,5 × 0,10
= 0,15 Nm = 0,15 Nm                   M1 = M2 = 0,15 Nm. De hefboom is dus in evenwicht.









Slide 15 - Tekstslide

Begrippen
momentenwet

Regel die aangeeft dat een hefboom in evenwicht is als de som van de momenten linksom gelijk is aan de som van de momenten rechtsom

Slide 16 - Tekstslide

weektaak

Maken: 1.4 vr. 34 t/m 44.
Nakijken: t/m vr. 44


Slide 17 - Tekstslide

Welke twee kenmerken heeft elke hefboom?

Slide 18 - Open vraag

Met welke formule kun je het moment van een kracht berekenen?

Slide 19 - Open vraag

Hoe (in welke richting) wordt de arm van een kracht gemeten?

Slide 20 - Open vraag

Hoe kun je bepalen of een hefboom wel of niet in evenwicht is?

Slide 21 - Open vraag

test jezelf

Slide 22 - Tekstslide

Je ziet een hefboom. Irene heeft een practicumopstelling gemaakt met deze hefboom. Irene wil links op de aangegeven plaats nog een of meer gewichtjes (50 g) hangen, zodat de hefboom in evenwicht is.

Bereken hoeveel gewichtjes ze moet ophangen bij het vraagteken in de figuur.

Irene moet ............. gewichtjes ophangen bij het vraagteken.

Slide 23 - Open vraag

Je ziet een hefboom waaraan gewichtjes zijn bevestigd. Alle gewichtjes zijn gelijk.

Wat zal er met de hefboom gebeuren?
A
De hefboom is in evenwicht en zal niet draaien.
B
De hefboom zal linksom draaien.
C
De hefboom zal rechtsom draaien.
D
De hefboom draait naar links en naar rechts

Slide 24 - Quizvraag

Een skateboarder wil zijn
board weer op vier wielen zetten.

Welke letter geeft de plaats
van het draaipunt van het
skateboardt het best weer?
A
B
C
D

Slide 25 - Quizvraag

Maxime heeft een practicumopstelling gemaakt met deze hefboom. Ze wil rechts op het eerste haakje (bij punt A) nog een of meer gewichtjes hangen, zodat de hefboom in evenwicht is. Alle gewichtjes zijn 100 g.

Bereken hoeveel gewichtjes ze moet ophangen bij punt A in de figuur.

Maxime moet ............................gewichtjes ophangen in punt A.

Slide 26 - Open vraag

Je ziet een hefboom waaraan gewichtjes zijn bevestigd. Alle gewichtjes zijn gelijk.


Wat zal er met de
hefboom gebeuren?
A

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video