EC3_ Inkomsten van de overheid

EC3 Inkomsten van de overheid
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

EC3 Inkomsten van de overheid

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet hoe de landelijke overheid aan zijn geld komt.
  • Je weet hoe het rijk aan zijn geld komt.
  • Je weet hoe de provincie aan geld komt.
  • Je weet hoe de gemeente aan geld komt.



Slide 2 - Tekstslide

Hoe komt de overheid aan zijn geld?

Slide 3 - Open vraag

De  overheid heft belasting
  • Dit betekent dat ze burgers van Nederland dwingen geld te betalen.
  • Er zijn 2 soorten belasting die de overheid heft:
  • Directe belasting.
  • Indirecte belasting.

Slide 4 - Tekstslide

Directe belastingen:

  • Deze belasting betaal je rechtstreeks aan de overheid. 
  • Voorbeelden van directe belastingen zijn:
  • Inkomstenbelasting
  • Erfbelasting
  • Schenkbelasting

Slide 5 - Tekstslide

Indirecte belasting 
  • Dit is een belasting die jij niet rechtstreeks aan de overheid betaalt. 
  • Je koopt bijvoorbeeld iets. Wanneer je iets koopt betaal je belasting. Dat je deze belasting betaalt heb je vaak niet door, omdat de belasting al in de prijs zit.
  • Voorbeeld:
  • Je koopt een game pc van 2.300 euro. Ik betaal 2.300 euro aan de winkel waar ik dit koop.  Van die 2.300 euro gaat 400 euro naar de belastingdienst. 
  • Deze belasting heb ik aan de winkel betaalt en die geeft dit weer door aan de overheid. 
  • Voorbeelden van indirecte belasting:
  • BTW (belasting toegevoegde waarde)
  • Accijns

Slide 6 - Tekstslide

Waarom betaal je maar 9% btw over eten en drinken en 21% over bijna alle andere spullen?

Slide 7 - Open vraag

Accijns
  • Een extra belasting op producten om gebruik van het product te ontmoedigen.
  • In Nederland betalen we ook veel accijns.
  • De overheid heft accijns om gebruik van bepaalde spullen te ontmoedigen.
  • De overheid heft vooral accijns op dingen die erg ongezond zijn en slecht zijn voor het milieu.

Slide 8 - Tekstslide

Belastingen voor het rijk
  • De landelijke overheid krijgt verreweg de meeste belastingen. Zij krijgen bijna alle directe en indirecte belastingen die geheven worden.
  • Maar de provincie en de gemeente hebben ook geld nodig. 
  • Zij heffen daarom ook belasting. 

Slide 9 - Tekstslide

Inkomsten provincie
  • Hoe komt de provincie aan geld?
  • Zij krijgen bijna al hun geld van het rijk
  • Ook ontvangen ze motorrijtuigbelasting. 
  • Als je een auto hebt moet je daar elke maand belasting voor betalen. Dit geld krijgt de provincie.

Slide 10 - Tekstslide

Inkomsten gemeente
  • De gemeente krijgt geld van de landelijke overheid
  • Ook heffen ze de volgende belastingen:
  • Parkeergeld
  • Onroerendzaakbelasting (OZB) (Dat betaal je voor het bezitten van een huis)
  • Rioolheffing (belasting voor het onderhouden van riool)
  • Toeristenbelasting
  • Hondenbelasting  
  • Tot slot krijgen ze ook leges. 



Slide 11 - Tekstslide

Nabeschouwing EC 
Ga naar www.quizlet.live
Vul de code in.
Ga bij je teamgenoten zitten. 
Jullie moeten samen alle vragen goed beantwoorden. Het team wat als eerste hier succesvol in is wint! 
https://quizlet.com/nl/742759934/arm-en-rijk-nederland-flash-cards/

 

Slide 12 - Tekstslide