Herfst, bomen en paddenstoelen, les 1
1 / 27
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Waar denk je aan bij het woord:
Herfst
Herfst
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Wanneer begint de herfst?
A
21 juli
B
21 september
C
21 augustus
D
21 maart
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Video
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Beukennootje
kastanje
eikel
walnoot
Slide 10 - Sleepvraag
wat is een ander woord voor herfst?
A
het regenseizoen
B
het najaar
C
het voorjaar
D
paddenstoelenmaand
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Naaldboom
Loofboom
Slide 13 - Sleepvraag
Naaldboom of loofboom??
A
naaldboom
B
loofboom
Slide 14 - Quizvraag
Naaldboom of loofboom??
A
naaldboom
B
loofboom
Slide 15 - Quizvraag
Wat gebeurt er met loofbomen in de herfst?
A
Bladeren blijven eraan
B
De helft van de bladeren valt eraf
C
Alle bladeren vallen eraf
D
Ze vallen om
Slide 16 - Quizvraag
welke kleuren krijgen de blaadjes in de herfst niet?
A
rood
B
oranje
C
paars
D
geel
Slide 17 - Quizvraag
De boom
De stam
De tak
De wortel
Slide 18 - Sleepvraag
Wat vind je veel in het bos als het herfst is?
A
paddenstoelen
B
vruchten
C
besjes
D
zaadjes
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Video
Slide 21 - Tekstslide
Waarom zijn er veel paddenstoelen in de herfst?
A
Vanwege de droogte
B
vanwege de kou
C
vanwege de vochtigheid
D
vanwege de warmte
Slide 22 - Quizvraag
Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
Schimmeldraden
Sporen
Paddenstoel
Slide 23 - Sleepvraag
Welke paddenstoel kun je eten?
A
Champignon
B
Vliegenzwam
C
Inktzwam
D
Elfenbankje
Slide 24 - Quizvraag
de egel
de eekhoorn
de bladeren
de paddenstoel
de kastanje
Slide 25 - Sleepvraag
Hoe heet de paddenstoel van kabouter Spillenbeen met de grote witte stippen?
A
vliegenzwam
B
Regenboogrussula
C
Eekhoorntjesbrood
D
Grote parasolzwam
