4TL H4

4TL H4
Werk aan de winkel!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolLeerroute 3Leerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

4TL H4
Werk aan de winkel!

Slide 1 - Tekstslide

Programma 15 november

Bespreken toets H1, H2 en H3
Starten met hoofdstuk 4: werken
Opdracht 1 t/m 6 maken

Slide 2 - Tekstslide

Arbeidsovereenkomst
(contract tussen werkgever en werknemer)

Slide 3 - Woordweb

Voltijdbaan vs deeltijdbaan
Fulltime baan
Parttime baan
36 tot 40 uur
minder dan 40 uur

Slide 4 - Tekstslide

Minimumloon
Een minimumloon is het geld dat iemand minimaal moet verdienen met zijn werk.

De regering van een land bepaalt het minimumloon.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is er het minimumloon?

Slide 6 - Tekstslide


Wat houdt een deeltijdbaan in?
A
Je werkt minder dan het volledige aantal uren.
B
Je werkt het volledige aantal uren.

Slide 7 - Quizvraag

Wie heeft een voltijdbaan?
A
Ans werkt 2 dagen per week als secretaresse
B
Jos werkt op maandag t/m vrijdag, 8 uur per dag.
C
Stef werkt op maandag t/m donderdag , 6 uur per dag
D
Esther werkt 32 uur per week.

Slide 8 - Quizvraag

Arbeidstijdenwet

Slide 9 - Tekstslide

Maandag 18 november
Bespreken huiswerk: opdracht 1 t/m 5
Instructie 2e deel 4.1
Maken opdracht 6 t/m 11

Slide 10 - Tekstslide

Algemene wet gelijke behandeling
In de Algemene Wet Gelijke Behandeling staat dat er geen onderscheid gemaakt mag worden op basis van 
  1. Geslacht
  2. Afkomst
  3. Leeftijd
  4. Religie

Slide 11 - Tekstslide

Arbeidsmotieven
(redenen om te werken)

Slide 12 - Woordweb

Arbeidsmotieven

Arbeidsmotieven (redenen om te werken)


  • Geld verdienen
  • Nuttig of zinvol bezig zijn
  • Contacten met anderen

Slide 13 - Tekstslide

Onbetaald werk
Mantelzorg                         sportclub                                    Huishouden

Slide 14 - Tekstslide

Wit werk


Grijs werk


Zwart werk


Slide 15 - Tekstslide

Wit, grijs en zwart werk
Wit werk: 
     Betaald werk waarop belasting en sociale premies wordt ingehouden.


Grijs werk:
     Onbetaald werk zoals het opruimen van je kamer en vrijwilligerswerk.

Zwart werk:
     Betaald werk waarover je geen belasting of sociale premies betaalt.
     Zwart werk is strafbaar.




Slide 16 - Tekstslide

Wat betekent "zwart werk"?
A
Onbetaalde productie zoals vrijwilligerswerk
B
Onbetaalde productie in de huishouding
C
Betaald werk waarover geen belastingen en sociale premies worden betaald

Slide 17 - Quizvraag

Luc en Anouk hebben het over vrijwilligerswerk.
Luc zegt: ‘Vrijwilligerswerk is onbetaald of je krijgt een vrijwilligersvergoeding.’
Anouk zegt: ‘Vrijwilligerswerk doe je vooral omdat je nuttig wil zijn.’

Wie heeft er gelijk?
A
Luc
B
Anouk
C
Beide
D
Niemand

Slide 18 - Quizvraag