Maatschappelijke analyse bij crimi 2

De vier invalshoeken
Je kan op verschillende manieren naar een maatschappelijk vraagstuk kijken:
  • politiek juridische invalshoek
  • Sociaaleconomische invalshoek
  • Sociaal-culturele invalshoek
  •  veranderend- en vergelijkende invalshoek

Je kijkt met verschillende ‘brillen’ naar hetzelfde probleem. 

Deze vier invalshoeken moet je kennen op het volgende tentamen.


1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

De vier invalshoeken
Je kan op verschillende manieren naar een maatschappelijk vraagstuk kijken:
  • politiek juridische invalshoek
  • Sociaaleconomische invalshoek
  • Sociaal-culturele invalshoek
  •  veranderend- en vergelijkende invalshoek

Je kijkt met verschillende ‘brillen’ naar hetzelfde probleem. 

Deze vier invalshoeken moet je kennen op het volgende tentamen.


Slide 1 - Tekstslide

Bijvoorbeeld de coronacrisis:
Is het een maatschappelijk vraagstuk/probleem?

  • Komt het in de media?
  • Hebben veel mensen er last van?
  • Is  de politiek nodig om het op te lossen?
  • Zijn er verschillende ideeën over de oplossing ervan?

Slide 2 - Tekstslide

Politiek Juridische invalshoek
Politiek-juridisch: kijkt naar wat politieke partijen ervan vinden en wat bepaalde wetten erover zeggen. Vragen die je vanuit deze invalshoek kan stellen zijn bijvoorbeeld:

  • Hoe vindt de VVD/PVV/SP dat dit het beste opgelost kan worden?
  • Wat zijn de stappen die het RIVM moet doorlopen voor ze iets een epidemie kunnen noemen?


Slide 3 - Tekstslide

Sociaaleconomische invalshoek
Sociaal-economisch: Kijkt naar werkgevers en werknemers, maatschappelijke posities, ongelijkheid, financiën.

Vragen die je vanuit deze invalshoek kan stellen zijn bijvoorbeeld:
  • Worden werklozen harder getroffen door het virus dan mensen met een baan?
  • Zien we dat mensen in arme wijken vaker besmet raken dan mensen in rijke wijken?
  • Wat is belangrijker: dat de zorg het aan kan of dat de winkels open blijven?

Slide 4 - Tekstslide

Sociaal-culturele invalshoek
Sociaal cultureel: kijkt naar normen en waarden, gedeelde opvattingen, subculturen.

Vragen die je vanuit deze invalshoek kan stellen zijn bijvoorbeeld:
  • Moeten jongeren binnen blijven om de ouderen te beschermen?
  • Welke subculturen zijn tegen de corona maatregelen?

Slide 5 - Tekstslide

Veranderings-vergelijkende invalshoek
Veranderend-vergelijkend: Kijkt hoe het verschilt over tijd (vroeger versus nu) en op plaats en per samenleving

Vragen die je vanuit deze invalshoek kan stellen zijn bijvoorbeeld:
  • Nemen ze in Azië andere maatregelen dan hier?
  • Nam men vroeger bij de Spaanse griep dezelfde maatregelen?
  • Accepteren Duitsers de maatregelen 'makkelijker' dan Nederlanders? 

Slide 6 - Tekstslide

Waarden en normen 
Een waarde is iets wat je belangrijk vindt in het leven. Een waarde bestaat meestal uit één woord. 
Een norm is een gedragsregel. Regels of normen ontstaan altijd vanuit een waarde.

Slide 7 - Tekstslide

Maatschappelijk probleem
Veel mensen mee te maken
Overheidmoet het oplossen
Veel meningen

Slide 8 - Tekstslide

Injectienaaldtheorie

Deze theorie ziet de massamedia als een reusachtige injectienaald die bij voortduring injecteert in het passief neergevlijde lichaam van de massa's.


> Transportbandtheorie (de boodschap wordt relatief intact bij de ontvangers afgeleverd en steeds dezelfde boodschap)

Slide 9 - Tekstslide

Selectieve perceptietheorie (1)

  • Vindt het tegenovergestelde van de injectienaaldtheorie


  • Massamedia heeft geen grote invloed op mensen!


  • Het zijn de ontvangers zelf die bepalen hoe ze door de massamedia beïnvloed worden. Ze maken eigen keuzes, die gebaseerd zijn op het eigen referentiekader.

Slide 10 - Tekstslide

Multiple-step-flow theorie

> Informatie komt niet alleen via opinieleiders bij mensen, maar ook via andere personen en socialiserende instituties


> Er ontstaat dus een heel netwerk aan informatiestromen

Slide 11 - Tekstslide

Framingstheorie
> Onderwerpen worden in de media op een bepaalde manier gepresenteerd en geïnterpreteerd

> Media gebruiken frames door onderwerpen op bepaalde manier te bekijken en zo te bepalen hoe wij iets zien (!)

> Mening van ons wordt zo bijgesteld door het mediaframe

Slide 12 - Tekstslide

Multi-step-flow
  • De Multi-step-flow-theorie gaat ervan uit dat niet alleen een opinieleider een centrale rol speelt, maar dat de boodschappen vanuit de massamedia via meerdere persoonlijke contacten bij mensen aankomen. 
  • Een bericht wordt door de massamedia verteld aan anderen, die het weer door vertellen aan anderen en die vertellen het ook weer door aan anderen.

Slide 13 - Tekstslide

Agendasetting theorie
- ontstaan in de periode dat de massamedia op kwamen (1910-1920).
- Vandaag de dag ook actueel, maar nu werkt het anders: omdat iedereen zender en ontvanger kan zijn, kunnen wij, individuele burgers, 
ook de agenda (mede)bepalen.
- voorbeeld > kunstenares Maria Koijk die viral ging met haar video over 
het afval dat overblijft na een, in haar geval, borstoperatie.

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdvragen:
  • Welke beïnvloedingstheorieën zijn er? 
  • Welke discussies worden gevoerd over de media
Begrippen:
  • Socialisatie
  • Beeldvorming
  • Vooroordeel & stereotype
  • manipulatie & indoctrinatie
  • injectienaald theorie
  • multiple-step-flow
  • selectieve perceptie
  • agenda theorie

Slide 15 - Tekstslide

Beeldvorming door de media
De media hebben een grote rol in onze socialisatie 
=>  het aanleren van waarden, normen en andere kenmerken binnen een samenleving. 

De media bepaalt bijvoorbeeld wat we weten en hoe we denken over gebeurtenissen, personen of groepen 
=> de media beïnvloedt onze beeldvorming= de gedachtes die ontstaan bij iets of iemand

Slide 16 - Tekstslide

Beeldvorming door de media
Deze beeldvorming komt niet altijd overeen met de werkelijkheid

  • Het beeld 'vrouwen moeten mooi zijn', zorgt er voor dat meisjes/vrouwen vaak onzeker zijn over hun uiterlijk. Zij baseren het 'ideale uiterlijk' op beelden uit de media
  • De werkelijkheid is heel anders: een meisje zonder make-up is niet lelijk, een jongen met bril is geen nerd en een man met een witte jas is niet persé dokter. Niet elke liefdesrelatie verandert in een sprookje aan het eind... 

De media creëren onbedoeld vooroordelen => een mening over iets of iemand zonder dat dit gebaseerd is op feiten. 

Slide 17 - Tekstslide

Stereotypes
Rolpatronen geven een te 'simpel' beeld van hoe iemand zich in een bepaalde rol moet gedragen. Hierdoor ontstaan stereotyperingen / stereotypes
=>  een simpele en niet altijd kloppende verwachting van een persoon of groep. 

Vaak wordt een bepaalde eigenschap extreem versterkt: In series of films is een homoseksueel vaak enorm extrovert, en zijn de blonde meisjes niet altijd de slimste...

Slide 18 - Tekstslide

Rolpatronen
Media maken gebruik van bestaande beeldvorming, ook wel rolpatronen genoemd => het gedrag laten zien dat van je wordt verwacht
  • Jongens zijn stoer, meisjes zijn lief , mannen zorgen voor geld, vrouwen zorgen voor het huishouden
Deze rolpatronen zijn natuurlijk een beetje 'oud', zo werkt het niet meer tegenwoordig.  Toch houdt de media deze rolpatronen in stand. 

Slide 19 - Tekstslide

Beinvloedingstheorieen 
Hoe groot is de invloed van media en hoe denkt de wetenschap over deze invloed? Zes theorieën: 

1. Injectienaaldtheorie
2. Framingtheorie
3. Media als betekenisverlener
4. Theorie van selectieve perceptie
5. Agendatheorie
+ multiple step flow theorie

Slide 20 - Tekstslide

  Injectienaaldtheorie
'Druppel voor druppel' spuit de massamedia ons vol met ideeën
Het publiek neemt hun boodschap over wat is beïnvloedbaar.

  • Manipulatie = het geven van vervormde informatie, zoals het weglaten van feiten zonder dat het publiek dit merkt. 
  • Indoctrinatie = systematisch en voortdurend opdringen van bepaalde  opvattingen en meningen aan het publiek. 

Voorbeeld = gewelddadige films en games kunnen aanzetten tot agressie.  Het voortdurend tonen van een sterke leider (in een dictatuur)

Slide 21 - Tekstslide


Selectie maken..... selectie criteria
Bij het maken een selectie (= keuze) welk nieuws er wel en niet wordt uitgezonden houden redacties rekening met: 
  1. Is het actueel (= is het van NU)?
  2. Hoe bijzonder is het?
  3. Hoe nabij is het nieuws (hoe dichtbij is het bij Nederland...)?
  4. De belangstelling van de doelgroep van de krant of programma en commerciële belangen?
  5. De identiteit van de krant?
Deze punten noem je ook wel: de selectie criteria !!!

Slide 22 - Tekstslide

functie van de media
- controlerende functie
- amuserende functie
- informerende functie 
- reclame

Slide 23 - Tekstslide

waakhondfunctie (c)

Slide 24 - Tekstslide

Reclame (w?)
de kracht van reclame

Slide 25 - Tekstslide