wi week 42 4BB

 les 1 symmetrie
Als je een figuur kunt dubbelvouwen en het past precies op elkaar dan is een figuur lijnsymmetrisch. Een ander woord hiervoor is vouwsymmetrisch.
Een figuur kan 1 of meerdere symmetrie-assen hebben
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

 les 1 symmetrie
Als je een figuur kunt dubbelvouwen en het past precies op elkaar dan is een figuur lijnsymmetrisch. Een ander woord hiervoor is vouwsymmetrisch.
Een figuur kan 1 of meerdere symmetrie-assen hebben

Slide 1 - Tekstslide

verschillende driehoeken

Slide 2 - Tekstslide

schuifsymmetrie
Als een motief steeds herhaald wordt krijg je een patroon


Deze vorm van symmetrie noem je schuifsymmetrie

Slide 3 - Tekstslide

en nu zelf oefenen
maken t/m 26
goed nakijken t/m 26, wees kritisch
en laten aftekenen
Ben je hier mee klaar dan ga je verder met les 2

Slide 4 - Tekstslide

les 2: Lijnen en hoeken
Hoek C1 en Hoek C3 zijn overstaande hoeken. Overstaande hoeken zijn altijd even groot.
Alle hoeken samen zijn 360 graden
Als één hoek is gegeven kun je alle andere hoeken berekenen

Slide 5 - Tekstslide

hoeken berekenen snijdende lijnen
hoek C4 = hoek C2 = 80 graden
Voor hoek C1 en C3 houd je
360 - 80 - 80 = 200 graden over
hoek C1 = hoek C3 dus
200 : 2 = 100 graden
dus hoek C1 = 100 graden
                   C2 = 80 graden
                   C3 = 100 graden

Slide 6 - Tekstslide

hoeken berekenen evenwijdige lijnen
Doordat de zwarte lijnen evenwijdig lopen kun je de hoeken R over de hoeken S schuiven. De hoeken zijn dan ook even groot.

Slide 7 - Tekstslide

hoeken berekenen evenwijdige lijnen
Bereken hoek B4
Door de evenwijdige lijnen zijn alle hoeken bij B even groot als bij hoek A.
hoek A1 = hoek A2 = 61 graden
Hoek A2 en hoek A4 zijn samen 360-61-61= 238 graden
hoek A4 = 238 : 2 = 119 graden
dus hoek B4 is ook 119 graden

Slide 8 - Tekstslide

en nu zelf oefenen
maken t/m som 41
paragraaf 3.2 nakijken en laten aftekenen.
ben je hier mee klaar dan ga je verder met les 3
Heb je het aan het einde van de les niet af dan maak je het thuis af als huiswerk voor vrijdag 

Slide 9 - Tekstslide

hoeken bereken in driehoek
Alle drie hoeken samen zijn 180 graden in een driehoek
Let op speciale tekens:



gelijkbenige driehoek (streepjes in twee zijdes
hoek P = hoek Q
Vind je dit driehoekje in een driehoek dan weet je dat die hoek 90 graden is.

Slide 10 - Tekstslide

hoeken berekenen
Bereken hoek A2 en hoek D

Slide 11 - Tekstslide

hoek A2 berekenen
Als je hoek A2 moet bereken kijk je alleen na de driehoek waarmee je gaat rekenen. 
hoek B = 38 graden
hoek C = 90 graden
Hoek A2 = 180 - 90 - 38 = 52 graden

Slide 12 - Tekstslide

hoek D berekenen
Als je hoek D wilt berekenen kijk je naar driehoek A1C1D. Je ziet twee streepjes staan in zijde AB en AC. 
Dit betekent dat hoek C1 = D
Alle hoeken in de driehoek zijn samen 180 graden.
Dus voor hoek C1 en D houd je
180 - 38 = 142 graden over.
Dus hoek D = 142 : 2 = 71 graden.

Slide 13 - Tekstslide

en nu oefenen

maken t/m som 57
nakijken § 3.2 en laten aftekenen
Ben je hiermee klaar dan ga je verder met les 4

Slide 14 - Tekstslide

les 4: hoeken berkenen in een vierhoek
Alle hoeken in een vierhoek zijn samen 360 graden
Let bij het oplossen van de sommen op:
  • rechte hoek tekens
  • symmetrie assen want dan zijn er hoeken gelijk
  • draaisymmetrie (parallellogram en ruit) want dan zijn er hoeken gelijk

Slide 15 - Tekstslide

hoeken bereken in een vierhoek
Bereken hoek K
Hoek N = 110 graden
hoek M = 90 graden
De vlieger is symmetrisch dus hoek L is even groot als hoek M = 110 graden.
Voor hoek K blijft dan over:
360 - 110 - 110 - 90 = 50 graden

Slide 16 - Tekstslide

en nu oefenen
Maken t/m som 70
nakijken §3.4 en laten aftekenen
Als je hiermee klaar bent oefen je verder met sommen die je nog niet hebt gemaakt.
Als je aan het einde van de les niet klaar bent dan is het huiswerk voor dinsdag na de vakantie.

Slide 17 - Tekstslide