Examentekst Puberbrein

Examentekst Puberbrein
(theorie Lezen h1 en h2)
  1. Lees de tekst Puberbrein op blz. 168 t/m 170
  2. Onderstreep de kernzin van
    elke alinea (meestal eerste zin) 
  3. Denk alvast na over het 
    onderwerp, de indeling van
    het begin en het eind van 
    deze tekst (= theorie Lezen h1)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Examentekst Puberbrein
(theorie Lezen h1 en h2)
  1. Lees de tekst Puberbrein op blz. 168 t/m 170
  2. Onderstreep de kernzin van
    elke alinea (meestal eerste zin) 
  3. Denk alvast na over het 
    onderwerp, de indeling van
    het begin en het eind van 
    deze tekst (= theorie Lezen h1)

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst 'puberbrein'?
A
De persoonlijkheids-structuur van pubers
B
De verandering van de hersenen bij pubers
C
Het impulsief handelen door pubers
D
Het onderzoek naar afbraak van zenuwcellen

Slide 2 - Quizvraag

Op welke twee manieren wordt in alinea's 1 en 2 de tekst ingeleid? Kies uit:
1. een actuele gebeurtenis te noemen
2. een anekdote te geven
3. een conclusie te trekken
4. een deskundige te introduceren
5. een probleem te benoemen

A
1 en 2
B
2 en 3
C
3 en 4
D
4 en 5

Slide 3 - Quizvraag

In alinea 2 staat in regel 13 het woordje 'waardoor'. Welk tekstverband hoort hierbij?
A
reden
B
oorzaak-gevolg
C
doel-middel
D
algemene uitspraak-voorbeeld

Slide 4 - Quizvraag

Welk tekstverband herken je in
alinea 3 en 4?
A
opsommend tekstverband
B
redengevend tekstverband
C
chronologisch tekstverband
D
tegenstellend tekstverband

Slide 5 - Quizvraag

Welke twee soorten intelligentie
worden in regel 72
bedoeld?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Welke twee tekstverbanden staan er in alinea 7?
A
reden en een voorbeeld
B
oorzaak en een toelichting
C
tegenstelling en een voorwaarde
D
opsomming en een voorwaarde

Slide 8 - Quizvraag

De laatste alinea heeft twee functies. Welke twee functies zijn dit?
A
een conclusie en een samenvatting geven
B
een nieuw gegeven bespreken en een conclusie geven
C
een samenvatting geven en een toekomstverwachting uiten
D
een toekomstverwachting uiten en een nieuw gegeven bespreken

Slide 9 - Quizvraag

Wat wil het voorbeeld van Gage ons vooral vertellen? (alinea 9)
A
De frontaalkwabben blijken belangrijk te zijn voor de sociale vaardigheden
B
De moderne neurowetenschap bestaat nog geen tweehonderd jaar
C
een hersenbeschadiging heeft een akelige karakterverandering tot gevolg
D
Gage had na het ongeluk zijn egoïstische driften niet meer onder controle.

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste doel van deze tekst? De tekst wil de lezer ..
A
ervan overtuigen dat pubers niets aan hun gedrag kunnen doen
B
ervan overtuigen dat het impulsieve handelen van pubers tijdelijk is
C
informeren over de hersenverandering bij pubers
D
informeren over de persoonlijkheidsstructuur van pubers

Slide 12 - Quizvraag