persoonlijke zorg les 6 wondzorg
1 / 18
Lesduur is: 90 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
frequentie reanimeren bij volwassenen is
A
30 hartcompressies en 2 beademingen
B
15 hartcompressies en 2 beademingen
C
30 hartcompressies en 5 beademingen
D
eerst 2 beademimgen , dan 30 compressies
Slide 3 - Quizvraag
Een AED helpt
A
in alle gevallen van een hartstilstand
B
alleen in die gevallen dat er nog elektrische activiteit is
Slide 4 - Quizvraag
De juiste volgorde is
A
1: slachtoffer reageert niet, 2: open luchtweg, 3: bel 112, 4: 30 borstcompressies en 2 beademingen
B
1: slachtoffer reageert niet, 2: bel 112 , 3: open luchtweg, 4: 30 borstcompressies en 2 beademingen
C
1: slachtoffer reageert niet, 2: open luchtweg, 3: 30 borstcompressies en 2 beademingen , 4: bel 112
Slide 5 - Quizvraag
de snelle kantelmethode pas je toe
A
om iemand snel op de rug te leggen zodat je kunt reanimeren
B
om iemand weer op de zij te leggen
C
wanneer het slachtoffer braakt tijdens reanimeren
D
om iemand in geval van nood te verplaatsen
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Link
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
wat is het rode in een rode wond
A
kleine bloedvaatjes die de wond helpen genezen
B
bloed in de wond
C
rode bloedcellen
Slide 10 - Quizvraag
wat houdt de reactiefase in
A
de fase waarbij de huid weer hersteld wordt
B
de fase waarin het weefsel in de wond weer hersteld wordt
C
De fase dat de wond ontstaat
D
de eerste fase waarbij het lichaam reageert op de net ontstane wond
Slide 11 - Quizvraag
kan een gele wond gemakkelijk genezen?
A
ja
B
nee, de wond moet eerst schoon worden
Slide 12 - Quizvraag
wat doen lymfocyten
A
algemene afweer van het lichaam
B
vervoer van zuurstof
C
repareert kapotte bloedvaten
D
specifieke afweer van het lichaam
Slide 13 - Quizvraag
noem de 5 onstekingsverschijnselen
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Link
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
tips en tops
