In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij Nederlands!
Telefoon in je tas
Op tafel:
Leesboek
Kauwgum in de prullenbak
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
presentaties
huiswerk bespreken
korte pauze
maken/huiswerk
einde les
Slide 2 - Tekstslide
presentaties
Tim,Soraya,Nora
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerk
Maak cursus 1 §4 opdracht 1+2 (blz 25-27)
Slide 4 - Tekstslide
Tekstopbouw
inleiding
onderwerp, aandacht trekken
kern
uitwerking onderwerp, deelonderwerpen, meeste alinea's, soms tussenkoppen
slot
samenvatting/conclusie, geen nieuwe informatie!
Slide 5 - Tekstslide
Voorbeeld tekstopbouw
Slide 6 - Tekstslide
Wat is de juiste tekstopbouw?
A
Titel - tussenkopje -alinea's
B
Hoofdgedachte - hoofdzaken - bijzaken
C
Inleiding - middenstuk - slot
D
Onderwerp - deelonderwerpen - bron
Slide 7 - Quizvraag
Het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst.
Slide 8 - Tekstslide
Wat is de hoofdgedachte?
A
Waar ik in mijn hoofd over nadenk waar de tekst over gaat.
B
Een stukje herhaling
C
Het belangrijkste van de tekst in twee zinnen.
D
Het belangrijkste van de tekst over het onderwerp in één zin.
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de hoofdgedachte?
De hoofdgedachte = ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.
Slide 10 - Quizvraag
Welke zin uit onderstaande tekst is de belangrijkste? Waarom?
Loflied op de oude liefdesbrief
In een van de oudste Nederlandse liefdesbrieven schrijft ene Maarten aan zijn geliefde: ‘Ic scijnke hu mijn herte, ziel ende lijf.’ In modern Nederlands: Ik geef me helemaal aan je over. Maarten bedacht zijn woorden waarschijnlijk zelf, wat in die tijd erg bijzonder was. Vroeger was het namelijk de gewoonte om het schrijven van liefdesbrieven aan een beroepsschrijver over te laten of iets te kopiëren uit een boek met voorbeeldbrief.
Controleren
Controleren
Controleren
Vul twee dingen in die je opvallen aan de verbale en non-verbale communicatie van Mart Smeets.
Slide 11 - Tekstslide
Antwoord
De zin die je moet kiezen, is de laatste: Vroeger was … met voorbeeldbrieven.
Daarvóór wordt een voorbeeld gegeven (de liefdesbrief van ene Maarten) en voorbeelden zijn niet het belangrijkste van een tekst.
Slide 12 - Tekstslide
hoofd- en bijzaken
Hoofdzaken:
De belangrijkste informatie in een tekst -> vind je vaak op voorkeursplaatsen (inleiding of slot).
Bijzaken:
Informatie die niet zo belangrijk is. -> ??
Slide 13 - Tekstslide
Hoe vinden?
Als je op zoek wil gaan naar de hoofdzaken van een tekst, lees je de tekst globaal:
- eerste alinea
- kernzinnen van alle alinea's
- laatste alinea
Slide 14 - Tekstslide
Hoofd- en bijzaken. Wat is een hoofdzaak eigenlijk?
A
Hoofdzaken geven de belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.
B
Hoofdzaken geven minder belangrijke informatie.
C
Hoofdzaken maken de tekst iets duidelijker
D
Hoofd- en bijzaken bestaan niet.
Slide 15 - Quizvraag
Hoofd- en bijzaken: Wat zijn bijzaken?
A
Uitleg
B
Toelichting
C
Voorbeelden
D
Feiten
Slide 16 - Quizvraag
Welke leesstrategie pas je toe als je op zoek gaat naar de hoofd- en bijzaken?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Grondig lezen
Slide 17 - Quizvraag
Hoofd-en bijzaken staan nooit samen in één alinea.
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
hoofdzaak
bijzaak
kernzin
de rest van de alinea
Hierin wordt extra info gegeven, zoals voorbeelden of uitleg.
Dit is de belangrijkste informatie in een tekst.
Hierin staat de belangrijkste informatie van een alinea.