2w hoofd- en bijzaak

Tekstopbouw
inleiding
onderwerp, aandacht trekken
kern
uitwerking onderwerp, deelonderwerpen, meeste alinea's, soms tussenkoppen
slot
samenvatting/conclusie, geen nieuwe informatie!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Tekstopbouw
inleiding
onderwerp, aandacht trekken
kern
uitwerking onderwerp, deelonderwerpen, meeste alinea's, soms tussenkoppen
slot
samenvatting/conclusie, geen nieuwe informatie!

Slide 1 - Tekstslide

Voorbeeld tekstopbouw

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de juiste tekstopbouw?
A
Titel - tussenkopje -alinea's
B
Hoofdgedachte - hoofdzaken - bijzaken
C
Inleiding - middenstuk - slot
D
Onderwerp - deelonderwerpen - bron

Slide 3 - Quizvraag

Het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte?
A
Waar ik in mijn hoofd over nadenk waar de tekst over gaat.
B
Een stukje herhaling
C
Het belangrijkste van de tekst in twee zinnen.
D
Het belangrijkste van de tekst over het onderwerp in één zin.

Slide 5 - Quizvraag


Wat is de hoofdgedachte?
De hoofdgedachte = ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Slide 6 - Quizvraag

Welke zin uit onderstaande tekst is de belangrijkste? Waarom?
Loflied op de oude liefdesbrief
In een van de oudste Nederlandse liefdesbrieven schrijft ene Maarten aan zijn geliefde: ‘Ic scijnke hu mijn herte, ziel ende lijf.’ In modern Nederlands: Ik geef me helemaal aan je over. Maarten bedacht zijn woorden waarschijnlijk zelf, wat in die tijd erg bijzonder was. Vroeger was het namelijk de gewoonte om het schrijven van liefdesbrieven aan een beroepsschrijver over te laten of iets te kopiëren uit een boek met voorbeeldbrief.

























Controleren
 













Controleren
 













Controleren
 

Vul twee dingen in die je opvallen aan de verbale en non-verbale communicatie van Mart Smeets.













Slide 7 - Tekstslide

Antwoord
De zin die je moet kiezen, is de laatste: Vroeger was … met voorbeeldbrieven.
Daarvóór wordt een voorbeeld gegeven (de liefdesbrief van ene Maarten) en voorbeelden zijn niet het belangrijkste van een tekst.

Slide 8 - Tekstslide

hoofd- en bijzaken
Hoofdzaken:
De belangrijkste informatie in een tekst -> vind je vaak op voorkeursplaatsen (inleiding of slot).

Bijzaken:
Informatie die niet zo belangrijk is. -> ??

Slide 9 - Tekstslide

Hoe vinden?
Als je op zoek wil gaan naar de hoofdzaken van een tekst, lees je de tekst globaal:

- eerste alinea
- kernzinnen van alle alinea's
- laatste alinea

Slide 10 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken.
Wat is een hoofdzaak eigenlijk?
A
Hoofdzaken geven de belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.
B
Hoofdzaken geven minder belangrijke informatie.
C
Hoofdzaken maken de tekst iets duidelijker
D
Hoofd- en bijzaken bestaan niet.

Slide 11 - Quizvraag

Hoofd- en bijzaken:
Wat zijn bijzaken?
A
Uitleg
B
Toelichting
C
Voorbeelden
D
Feiten

Slide 12 - Quizvraag

Welke leesstrategie pas je toe als je op zoek gaat naar de hoofd- en bijzaken?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Grondig lezen

Slide 13 - Quizvraag

Hoofd-en bijzaken staan nooit samen in één alinea.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

hoofdzaak
bijzaak
kernzin
de rest van de alinea
Hierin wordt extra info gegeven, zoals voorbeelden of uitleg.
Dit is de belangrijkste informatie in een tekst.
Hierin staat de belangrijkste informatie van een alinea.
Minder belangrijke informatie.

Slide 15 - Sleepvraag

Begrijp je tot nu de hoofd- en bijzaken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Korte pauze!
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

presentaties
Bilge, Lojain, Isabel

Slide 18 - Tekstslide

Maak cursus 1 §5
blz 
opdracht 

Slide 19 - Tekstslide

Einde les!
Schuif je stoel aan en zet je tafel recht.

Tot de volgende les.

Slide 20 - Tekstslide

2w hoofd- en bijzaak

Slide 21 - Tekstslide