[ML] §6.1 - Een leuke baan

Terugkijken vorige les
Wat hebben we al besproken?

Wat weet je nog van 5.4 ?

Wat weet je nog van media?
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Terugkijken vorige les
Wat hebben we al besproken?

Wat weet je nog van 5.4 ?

Wat weet je nog van media?

Slide 1 - Tekstslide

Mensen met bepaalde eigenschappen,
Libelle en Viva.
Dagbladen met sensationele berichten.
Dagbladen met meer serieus nieuws.
Dagbladen die alleen verdienen aan advertenties.
Populaire kranten
 Gratis kranten
Kwaliteitskranten
 Doelgroep
Gezinsbladen

Slide 2 - Sleepvraag

infomatie
Zender
ontvanger
Medium

Slide 3 - Sleepvraag

Publieke zenders
Commerciële zenders
NPO1, NO2, NPO3
RTL4, NET5, SBS6
Doel is winst maken
Zijn verplicht culturele en informatieve programma's te tonen
Inkomsten door leden, reclame en de overheid
Zender vaak meer amusement uit
Hier zenden omroepen als BNNVARA, MAX en NOS uit

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is media
A
Communicatie middel
B
naam van mijn kat
C
heel veel mensen samen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is Social Media
A
Media van echte sociale mensen
B
Media van slimme mensen
C
Media die je laten socialiseren met de omgeving waarin je je bevindt

Slide 6 - Quizvraag

Wat is media wijsheid
A
Als ik goede cijfers haal op school
B
Als ik goed kan omgaan met media
C
Als ik met slimme mensen omga

Slide 7 - Quizvraag

Je hebt een mail gekregen waarin staat dat je een iPhone hebt gewonnen! De afzender ken je niet, maar je hoeft alleen maar even op de link te klikken om je prijs te krijgen. Wat doe je?
A
Je klikt natuurlijk, wat heb je een geluk!
B
Je gooit het mailtje in de prullenbak, want je kent de afzender niet.
C
Je weet niet of het klopt, maar probeert het toch. Een keertje klikken kan toch geen kwaad?

Slide 8 - Quizvraag

Iemand pest je online of zegt iets naars over je. Wat doe je?
A
iets vervelends terugzeggen.
B
een volwassenen (je ouders of je leraar) inlichten.
C
afspreken met de pester zodat je het kan uitvechten.

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Wat hebben we de vorige les behandeld?
  • Afronden §6.1 - Een leuke baan
  • Werktijd voor de opgaven/opdracht.

Slide 11 - Tekstslide

Thema Werk
6.4. Een leuke baan

Slide 12 - Tekstslide

Werk
Onbetaald werk: krijg je geen geld voor
Bijvoorbeeld boodschapen halen voor je zieke buurvrouw

Slide 13 - Tekstslide

Werk
Iets doen waarvoor je betaald krijgt.

Loon: het geld dat  je verdient met werken

Slide 14 - Tekstslide

1. Wat is een goede baan voor jou?
  • Wat vind je leuk?
  • Werk je graag alleen of met anderen?
  • Werk je graag met je handen of helpt je graag mensen?
  • Werk je graag op een vaste plek of juist andere plaatsen?

Slide 15 - Tekstslide

3. Eigen baas of loondienst?
Eigen baas: eigen zaak/ bedrijfje opzetten

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat wil je worden?

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Waarom zou jij eigen baas willen zijn? Of waarom niet?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Brutoloon en Nettoloon 

 
Bruto: zonder aftrek van belasting (hoger) 
Netto: met aftrek van belasing (lager)

Slide 27 - Tekstslide

4. Hoeveel verdien je?
Loon: loonstrookje


Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Mooiste beroep van de wereld!
beroep
=
werk
=
baan

Slide 30 - Tekstslide

2. Werk je gezond en veilig?

Slide 31 - Tekstslide

Er zit verschil tussen het bruto- en nettoloon. Waar gaat dat verschil naartoe?
A
De overheid; ze gebruiken dat deel voor bijvoorbeeld AOW-uitgaven.
B
De overheid; ze betalen daar de staatsschuld mee.
C
Meneer Jansen, daar kan hij boodschappen van halen.
D
De werkgevers; ze betalen daar hun bedrijfskosten mee.

Slide 32 - Quizvraag

In Nederland zijn er ... regels over de gezondheid en de veiligheid op het werk
A
Wel
B
Geen

Slide 33 - Quizvraag


Welke vraag past bij dit plaatje?
A
Wat voor werk is het precies?
B
Is het werk gezond en veilig?
C
Ben ik eigen baas of in loondienst?
D
Hoeveel verdien ik?

Slide 34 - Quizvraag


Welke vraag past bij dit plaatje?
A
Wat voor werk is het precies?
B
Is het werk gezond en veilig?
C
Ben ik eigen baas of in loondienst?
D
Hoeveel verdien ik?

Slide 35 - Quizvraag

ZZP-ers zijn mensen die...
A
Bij een groot bedrijf werken
B
Zelfstandige ondernemingen hebben

Slide 36 - Quizvraag

Opdrachten maken
1. Een leuke baan

Slide 37 - Tekstslide