Tweetaktmotor (2024) VS 2

Het Groene Machinepark

TWEETAKTMOTOR
leerjaar 3/4
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Het Groene Machinepark

TWEETAKTMOTOR
leerjaar 3/4

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
Theorie: 15 minuten
Tijd: 60 minuten
Praktijk: 45 minuten
Deeltaak
Brandstofmotoren herkennen, benoemen en onderhouden.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over het onderwerp?

Slide 3 - Woordweb

Tweetaktmotor


Een tweetaktmotor (tweeslagmotor) is een zuigermotor of verbrandingsmotor die arbeid levert bij elke neergaande beweging van de zuiger in de cilinder.

Omdat een tweetaktmotor kleiner is dan een viertaktmotor wordt het carter de helft van de tijd gebruikt als cilinderruimte. Dit is het nadeel van dit type motor. 

Het carter kan niet gebruikt worden voor de smering. Hierdoor heeft de tweetaktmotor heeft mengsmering nodig. Dat is het vooraf mengen van brandstof met olie.

Slide 4 - Tekstslide

ONDERDELEN VAN DE TWEETAKTMOTOR
Leer de namen van de onderdelen met de klok mee begin op 12 uur.

1. bovenste dode punt
2. cilinder
3. spoelpoort
4. zuiger
5. spoelkanaal
6. carter
7. onderste dode punt
8. drijfstang
9. krukas
10. inlaat
11 uitlaat

Slide 5 - Tekstslide

DODE PUNTEN:
Er zijn twee dode punten. Die zitten aan het begin en einde van elke slag. 
Op beide 'dode' punten maakt de zuiger geen beweging en is er dus 'geen kracht'.

1. Als de zuiger op het hoogste punt van de eerste slag zit (dan zit de zuiger boven in de cilinder) noemen ze dat het Bovenste Dode Punt (= B.D.P.). 

2. Als de zuiger op het laagste punt van de slag zit (dan zit de zuiger onderin de cilinder) noemen ze dat het Onderste Dode Punt  (= O.D.P.)


Slide 6 - Tekstslide

WERKING VAN DE TWEETAKTMOTOR
Een tweeslagmotor heeft geen kleppen. De inlaatopening en uitlaatopening worden door de op en neer bewegende zuiger geopend en gesloten. 

Slagen:
Het op en neer bewegen van de zuiger noem je slagen. Elke slag laat de krukas met 180 graden draaien. 

Om de krukas één keer te laten rondraaien (360 graden) zijn er dus twee slagen nodig.

De krukas maakt van een op- en neergaande beweging een draaiende beweging. 
https://www.youtube.com/watch?v=veDpIH-KREg

Slide 7 - Tekstslide


DE WERKING VAN DE TWEETAKTMOTOR

SLAG 1:
De compressieslag en de inlaatslag gebeuren tegelijkertijd.

a. Dit noemen ze de compressieslag.
Als de zuiger op het B.D.P zit, wordt boven de zuiger het brandstofmengsel samengeperst (gecomprimeerd) en tot ontbranding gebracht. 

b. Na de compressieslag komt de inlaatslag
Onder de zuiger stroomt er dan door de inlaatpoort verse brandstofmengsel de cilinder binnen. 

Als het brandstofmengsel ontbrand wordt de zuiger naar beneden geduwd, richting het O.D.P.
Daarna stroomt het brandstof-zuurstofmengsel door de spoelpoort. 

Slide 8 - Tekstslide

DE WERKING VAN DE TWEETAKTMOTOR

SLAG 2:
De spoelslag en de uitlaatslag gebeuren tegelijkertijd.

c. Eerst komt de spoelslag.
Doordat de zuiger naar beneden wordt geduwd wordt er schone lucht en brandstofmengsel door de spoelpoort boven de cilinder gespoten. 

d. Daarna komt de uitlaatslag.
Zodra de zuiger voorbij de uitlaatpoort is worden de
verbrandingsresten door de uitlaatpoort afgevoerd. 
Hierdoor wordt de ruimte boven zuiger schoongespoeld.
De cilinder boven de zuiger wordt dan opnieuw gevuld met schone lucht en brandstofmengsel.

De zuiger wordt naar boven geduwd richting het B.D.P. en volgen weer de compressieslag en de inlaatslag.


Slide 9 - Tekstslide

Voordelen van een tweetaktmotor:

Een tweetaktmotor is klein en licht en wordt veel gebruikt in machines zoals grasmaaiers, bosmaaiers, motorkettingzagen, etc.
Een tweetaktmotor kan in alle standen werken (ook op zijn kop).

Nadelen van een tweetaktmotor:
 
Een nadeel van de tweetaktmotor is dat een deel van het brandstofmengsel onverbrand verdwijnt door de uitlaatpoort . 
Dat kost meer brandstof (dus duur) en is zéér milieuonvriendelijk.


Slide 10 - Tekstslide

Vragen over de tweetakt motor
1. Welke drie voordelen heeft een tweetaktmotor?
2. Noem twee nadelen van de tweetaktmotor.
3. Geef twee voorbeelden van hoveniersmachines met een tweetaktmotor.

Slide 11 - Tekstslide

Vragen over de tweetakt motor
4. Welk brandstof gebruikt een tweetaktmotor?
5. Hoeveel graden draait de krukas met 1 slag?
6. Hoeveel slagen heeft de motor nodig om de krukas 360 graden te laten draaien?

Slide 12 - Tekstslide

Vragen over de tweetakt motor
7. Hoeveel kleppen heeft de tweetakt motor?
8. Wat betekent de afkorting B.D.P.?
9. Wat betekent de afkorting O.D.P.?

Slide 13 - Tekstslide

Vragen over de tweetakt motor
10. Wat stroomt er door de inlaatpoort de cilinder in?
11. Wat gebeurd er als de zuiger op het bovenste dode punt zit?
12. Vallen de inlaatslag en de compressieslag samen?

Slide 14 - Tekstslide

Vragen over de tweetakt motor

Slide 15 - Tekstslide

A.5. het belang beschrijven en voorbeelden noemen van technologische en innovatieve
ontwikkelingen in de beroepscontext;

A.6. voor opleiding en beroep relevante berekeningen uitvoeren
Vaardigheden

Slide 16 - Tekstslide

a.7. plannen en organiseren in een beroeps(opleiding) gerelateerde situatie;
a.8. op systematische en doelgerichte wijze werkzaamheden uitvoeren op basis van een planning
met de inzet van vakdeskundigheid en met aandacht voor een zo hoog mogelijke kwaliteit;
a.9. mondeling en schriftelijk rapporteren over de uitgevoerde werkzaamheden; onder meer over
de planning, voorbereiding, proces en product;
a.10. reflecteren op de eigen werkwijze en op de kwaliteit van het eigen werk;
a.11. samenwerken en overleggen bij het uitvoeren van werkzaamheden;
a.12.werkzaamheden volgens de voorschriften en op een veilige wijze uitvoeren
Vaardigheden

Slide 17 - Tekstslide

a.13.economisch bewust en duurzaam omgaan met materialen en middelen;
a.14.professionele (technologische) hulpmiddelen gebruiken en hun werking uitleggen;
a.15.hygiënisch werken;
a.16.milieubewust handelen;
a.17.zich aan- en inpassen in een bedrijfscultuur;
a.18.voldoen aan de algemene gedrags- en houdingseisen die gesteld worden aan werknemers in de branche;
a.19. in een (gesimuleerde) beroepssituatie en stage in een bedrijf omgaan met verschillen op basis van culturele gebondenheid en geslacht.


 

Vaardigheden

Slide 18 - Tekstslide

b.1. het economisch en maatschappelijk belang van de groene sector benoemen en de positie van de sector op de wereldmarkt aangeven;
b.2. de begrippen duurzaamheid en kringloop (her)kennen, benoemen en hanteren;
b.3. gangbare technieken hanteren ten behoeve van onderhoud, reparatie, creatie en realisatie in een groene context;
b.4. gangbare gereedschappen, apparaten en materialen gebruiken en onderhouden in een groene context;
b.5. met behulp van informatiebronnen organismen of groepen van organismen op naam brengen;
b.6. onderzoeksactiviteiten verrichten en daarbij onder andere vergelijken, meten en wegen, resultaten verwerken en beargumenteerde keuzes maken;
b.7. meerdere oplossingen en variaties bedenken voor een ontwerp of een probleem en daarbij verschillende denkstrategieën gebruiken
Professionele kennis- en vaardigheden

Slide 19 - Tekstslide

Een tweetaktmotor of tweeslagmotor is een zuigermotor of verbrandingsmotor die arbeid levert bij elke neergaande beweging van de zuiger in de cilinder.

Bekijk dit filmpje:  
Inleiding

Slide 20 - Tekstslide

THEORIE

Slide 21 - Tekstslide

THEORIE

Slide 22 - Tekstslide

Vragen over de theorie ?

A

Slide 23 - Quizvraag

Openvraag

Slide 24 - Open vraag

Mogelijk een foto vraag

Slide 25 - Open vraag

Wat heb je nodig voor de praktijkles:







Praktijkopdracht

Slide 26 - Tekstslide

Uitleg van de opdracht

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeelden van beroepen of bedrijven toegepast in het "groen".


LOB

Slide 28 - Tekstslide

Sleep de afbeelding naar de juiste naam, je houd vier woorden over
Kennistest

Slide 29 - Sleepvraag

A
A

B
B
                                                  
C
C

C

D
D

E
E
Begrippenlijst

Slide 30 - Tekstslide

FFFF
FFFF
timer
2:00

Slide 31 - Tekstslide

F
Fl
G
G
H
H
H
I
I
J
J
K
K
L
L
M
M
M

Slide 32 - Tekstslide

N
O
O
P
P
P
P
Q
Q
R
R
S
S
S
S

Slide 33 - Tekstslide

S
S
S
T
T
T
U
U
W
W
X
X
Y
Y
Z
Z

Slide 34 - Tekstslide

Als nodig is antwoorden van de praktijkopdrachten

Slide 35 - Tekstslide