bezittelijk voornaamwoord Duits 1e naamval

Bezittelijk voornaamwoord
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk het video
  • maak notities 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

-Wat zou het onderwerp kunnen zijn?
-Wat heb je onthouden?

Slide 4 - Open vraag

Bekijk het uitlegvideo
Wiederholung........danach bist du dran!!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Bezittelijke voornaamwoorden
mijn
jouw
zijn
haar
ons/onze
jullie
hun/uw
mein-
dein-
sein-
ihr- (ev)
unser-
euer-
ihr- (mv)

Slide 7 - Sleepvraag

Vertaal het woord tussen haakjes:
(jouw) der Bruder

A
dein
B
deine
C
diene

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal het woord tussen haakjes:
(mijn) der Freund

A
mein
B
meine
C
miene

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal het woord tussen haakjes:
(jouw) die Eltern (mv)

A
dein
B
deine
C
diene

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal het woord tussen haakjes:
(mijn) die Gitarre

A
mein
B
meine
C
miene

Slide 11 - Quizvraag

Vertaal het woord tussen haakjes:
(haar) die Tante
A
sein
B
seine
C
ihr
D
ihre

Slide 12 - Quizvraag

Vertaal het woord tussen haakjes:
(jullie) die Freunde (mv)
A
ihr
B
ihre
C
euer
D
euere

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal het woord tussen haakjes:
(zijn) die Brille
A
sein
B
seine
C
seinen

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal het woord tussen haakjes:
(mijn) das Haustier
A
mein
B
meine
C
meinen

Slide 15 - Quizvraag

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord
(die Suppe)
A
mein
B
meine

Slide 16 - Quizvraag

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord
(der Lehrer)
A
dein
B
deine

Slide 17 - Quizvraag

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord
(die Hobbys)
A
sein
B
seine

Slide 18 - Quizvraag

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord
(das Haustier)
A
ihr
B
ihre

Slide 19 - Quizvraag

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord
(die Freundin)
A
unser
B
unsere

Slide 20 - Quizvraag

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord
(der Bauernhof)
A
euer
B
unsere

Slide 21 - Quizvraag

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord
(die Hausaufgaben)
A
ihr
B
ihre

Slide 22 - Quizvraag

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord
(die E-Mail-Adressen)
A
Ihr
B
Ihre

Slide 23 - Quizvraag

Ik weet hoe ik het bezittelijk voornaamwoord moet gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll