Instructie Hoofdstuk 3.1 t/m 3.10

Hoofdstuk 3
Een film maken
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
Een film maken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen:
  • Doelen van de les
  • Instructie
  • Zelfstandig werken
  • Weektaak
  • Doelen van de les behaald?

Slide 2 - Tekstslide

Doelen van de les
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je meer over:
  • verschillende soorten film en cameratechniek;
  • beeldkader en camerastandpunten;
  • script, storyboard en draaiboek;
  • licht en geluid;
  • hulpmiddelen op de filmset;
  • montage.

Slide 3 - Tekstslide

Film soorten 

Slide 4 - Tekstslide

Onder welk genre vallen de films van Harry Potter?
A
Speelfilm
B
Documentaire
C
Animatie
D
Instructiefilm

Slide 5 - Quizvraag

Cameratechnieken 
Diafragma: bepaalt de hoeveelheid licht en de scherptediepte in het beeld.


Sluitertijd: hoe lang er licht binnenkomt. Bij film afhankelijk van de framerate. Stel de sluitertijd in op het dubbele van de framerate.


Focus: hiermee bepaal je wat er scherp in beeld moet komen.


Zoom: hiermee vergroot of verklein je de opnamehoek.

Slide 6 - Tekstslide

Belangrijke begrippen voor de camera 
Objectief: De lens waarmee je fotografeerd

Beeldsensor: Vangt licht en zet deze om tot een foto 

Diafragma wordt uitgedrukt in F:
  • Hoe groter de F-factor        hoe kleiner de lens         Veel scherptediepte 
  • Hoe kleiner de F-Factor        hoe groter de lens        Weinig scherptediepte 

Slide 7 - Tekstslide

Je wilt een foto maken met zo weinig mogelijk scherptediepte.
A
F16
B
F4
C
F8
D
F2

Slide 8 - Quizvraag

Sluitertijd camera 
Als je wilt betalen hoeveel licht er in je camera komt, moet je de sluitertijd aanpassen. 

Framerate geeft weer hoeveel beelden er per seconden moeten worden weergegeven. 
  • Bij een video is 24fps standaard (frames per seconden)
  • De sluitertijd is dan 1/50 of ook wel 1/48

Slide 9 - Tekstslide

Beeldkader en camerastandpunten

Slide 10 - Tekstslide


A
Mediumshot
B
Totaalshot
C
Panorama shot
D
Close-up shot

Slide 11 - Quizvraag


A
Kikvorsperspectief
B
Neutraal perspectief
C
Point of view
D
Vogelperspectief

Slide 12 - Quizvraag

Licht 
Daglicht of lampen:
  • Je maakt een keuze qua licht. Kijk altijd goed met proefbeelden of je licht goed is. 

Soorten lichtbronnen:
  1. Spotlight 
  2. Invullicht 
  3. Diffuus licht 

Slide 13 - Tekstslide

Licht tijdens het filmen 
Vaak wordt er gebruik gemaakt van een driepuntsbelichting. Je bootst hiermee het natuurlijke licht na. 

Hoofdlicht: komt van schuin boven, zoals zonlicht. 
Invullicht: Komt vaak van voren om schaduw te voorkomen 
Tegenlicht: Komt van achteren recht tegenover het hoofdlicht 

Slide 14 - Tekstslide

Waaruit bestaat een driepuntsbelichting?
A
Spotlight, invullicht, tegenlicht
B
Spotlight, invullicht, diffuus licht
C
Hoofdlicht, invullicht, diffuus licht
D
Hoofdlicht, invullicht, tegenlicht

Slide 15 - Quizvraag

Geluid 

Slide 16 - Tekstslide

Geef je mening over de lesstof
Moeilijk! Graag de komende weken blijven herhalen
Goed te doen! Over 2 weken weer herhalen
Makkelijk! Herhalen is niet nodig

Slide 17 - Poll

Weektaak 
Theorie 3.01 t/m 3.13 (blz 93 t/m 108)

Slide 18 - Tekstslide