Past simple vs continuous

Past simple vs continuous
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Past simple vs continuous

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

First half 
Grammar - four main tenses. - Part 2 

Grammar
 - Past simple
 - Past continuous.
Go through the tenses.
End with some questions// quiz.






Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: past simple

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple 

Slide 4 - Tekstslide

The So as you can see in this slide, most verbs just get -ed behind it. 
Walk becomes walked
Play becomes played 
When we take a closer look at carry and study, we can see that they’ve got a consonant (medeklinker) before the -y, when this is de case the -y changes in -ies. 
Another thing we have to be aware of is that some verbs get a double consonant, like plan and stop. 
Past simple vormen.
I
Stam+ed
walked
you
Stam+ed
walked
he/she/it
stam+ed
walked
we
stam+ed
walked
they
stam+ed
walked

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Past continuous
was/were verb+ing

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past continuous 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Continuous
  • De past continuous gebruik je om te zeggen dat iets in het verleden aan de gang was.
  • De past continuous is de verleden tijd +ing
  • Je maakt de past continuous met:
    was/were voor het werkwoord +ing achter het werkwoord

    Bijvoorbeeld: I was eating when the phone rang.
    Bijvoorbeeld: They were sleeping.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past simple vs past continuous

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple of
to see?
A
saw
B
seen
C
see
D
seed

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de past simple van to buy is?
A
buyd
B
gebuyed
C
gebought
D
bought

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple
A
voltooid verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
C
toekomende tijd
D
onvoltooid verleden tijd

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

past simple of 'wash'
A
washed
B
washd

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past simple of
to talk?
A
talks
B
talking
C
talked
D
tolk

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste zin met de past simple
A
Jason did went to the park
B
Jason goed to the park
C
Jason went to the park
D
Jason goes to the park

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de past simple van to walk is?
A
walks
B
walkt
C
walked
D
gewalkt

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn signaalwoorden voor de past continuous?
timer
0:20
A
when, while
B
always, never, ever, often
C
right now, at the moment
D
yesterday, last week

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct tense:
past simple or past continuous
I (watch) TV when Susan phoned me.
A
was watching
B
watched
C
watch
D
had been watching

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The past continuous is...
A
something that was happening over a longer period of time.
B
was / were + verb + ing
C
when something was going on for a while.
D
in the past.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the past continuous
John ...............(sing) at the party yesterday evening
A
was singing
B
were singing
C
singing
D
can singing

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct tense:
past simple or past continuous
He (work) in France for two years.
A
was working
B
had worked
C
had been working
D
worked

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which one is the Past Continuous?
A
"I was heading to school yesterday"
B
"I am heading to school at 10 o'clock"

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

past continuous
You ...... (work) on your computer when it crashed.
A
are working
B
worked
C
work
D
were working

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WHICH ONE IS THE PAST CONTINUOUS?
A
I worked at home last week
B
I was working at home, when the doorbell rang
C
I am working at home at the moment
D
I work at home every day

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Second half 
Two assignments- 
Presentation
Writing. 

Quick explanation about presentations. 

Both need to be finished by the end of the year. 





Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies