controleren Hausaufgaben: Seite 183, Aufgabe 4, 5, 7
5 regels voor meervoud: op het bord
voorbeelden: wisbordjes
hw. nakijken
Slide 2 - Tekstslide
das Baby
Slide 3 - Tekstslide
der Schüler
Slide 4 - Tekstslide
die Henne
Slide 5 - Tekstslide
die Pizza
Slide 6 - Tekstslide
das Wort
Slide 7 - Tekstslide
der Kopf
Slide 8 - Tekstslide
der Besen
Slide 9 - Tekstslide
die Übung
Slide 10 - Tekstslide
der Kuss
Slide 11 - Tekstslide
das Tier
Slide 12 - Tekstslide
Umlaute: kleine herhaling
der Mann-die Männer, der Ball-die Bälle
der Sohn-die Söhne, die Tochter-die Töchter
die Mutter-die Mütter, der Gruß-die Grüße
der Baum-die Bäume, der Traum-die Träume
Slide 13 - Tekstslide
Sprachmittel schriftlich üben
Arbeitsblatt: Aufgabe 39 schriftlich
Slide 14 - Tekstslide
Sprechen zu zweit (tweetal)
1. Aufgabe39 Arbeitsblatt
2. Stundenplan (S. 74): Fragen:
Welche Fächer hast du am (Freitag)?
Welches Fach hast du am (Montag) die (zweite) Stunde?
Wann hast du (Geschichte)?
Wann beginnt die (dritte) Stunde?
Wann beginnt die (zweite) Pause?
Slide 15 - Tekstslide
Aufgabe 40
Ken je je tweetal-partner? Wat vind zij/hij van bepaalde vakken?
Verbind vijf vakken met de mening waarvan je vermoedt, dat je tweetal-partner die over dat vak heeft.) Houd je vermoedens geheim. Vraag: Wie findest du ... ? Wissel van rol.
Slide 16 - Tekstslide
Hausaufgaben
Lernen: leerstof Kapitel 3 (S. 110 t/m 103)
Let op: van de schrijfmiddelen hoeven jullie alleen de zin:
"Meine Schule heißt ...." te leren. Markeer die zin alsjeblieft.
Lesduur is: 60 min
