Bi-4M-9.2-infecties bestrijden

9.2 Infecties bestrijden
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

9.2 Infecties bestrijden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Wat weet je nog van vorige lessen?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De huid is opgebouwd uit 4 lagen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hoornlaag is onderdeel van ...
A
opperhuid
B
lederhuid
C
onderhuidse bindweefsel

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke laag slijt steeds af?
A
hoornlaag
B
kiemlaag

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is talg goed voor
A
Je huid droog houden
B
voorkomt uitdrogen v.d. huid
C
Talg is nergens goed voor
D
Je huid beschermen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk blijvend schadelijk gevolg kan UV straling veroorzaken op de huid van een mens?
A
huidkanker
B
blaasjes
C
bruine huid

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

9.2 Infecties bestrijden

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je weet hoe Infectieziekten veroorzaakt worden.
  • Je kent de verschillen tussen bacteriën en virussen.
  • Je weet hoe het lichaam ziekteverwekkers herkent.
  • Je weet hoe een infectie wordt bestreden door het lichaam.
  • Je weet hoe je immuniteit kunt krijgen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen
micro-organismen - ziekteverwekkers - bacteriën - virussen - infectie / besmetting - infectieziekten

lichaamseigen -lichaamsvreemd - antigenen - antistoffen - geheugencellen - immuun

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Micro-organismen
Bacteriën, schimmels en virussen

goede micro-organismen
blijvende huidflora: bacteriën die op je huid horen te leven

Slechte micro-organismen
Dit noemen we ziekteverwekkers. Zij veroorzaken infectieziekten.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe raak je geïnfecteerd?
Ziekteverwekkers dringen het lichaam binnen.

Niet door alle infecties wordt je ziek. Wanneer de weerstand te laag is, wordt je sneller ziek


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Infecties via een wond
De huid is een afweerlaag 
tegen ziekteverwekkers.

Beschadigingen in de huid
vergroten de kans op infectie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijkopdracht video
Welke verschillen tussen bacteriën en virussen worden er genoemd?


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kijkopdracht video
Welke verschillen tussen bacteriën en virussen worden er genoemd?


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen witte bloedcellen?
Soorten witte bloedcellen






    Vreetcellen                                      Antistofcellen     >    Geheugencellen
                                                                  Sommige blijven over na infectie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

9.2 Verplicht:
opdracht: 1, 5, 7, 9, 10, 11, 13
samenvatting blz. 145 opdr. 3 en 4

aanvullen met:
opdracht: 3, 6
of eigen samenvatting
asdf




Einde werktijd?

nabespreken 9.2

Slide 19 - Tekstslide

hoeveelheid werktijd zelf inschatten. Video van 25 minuten eventueel stukje doorspoelen. Ik heb de timer er in gezet omdat ik de tijd in de les nog wel eens vergeet.
1
2
3
4
5
6
7
Een virus of bacterie komt je lichaam binnen
Je wordt ziek
Witte bloedcellen scannen de ziekteverwekker
Je maakt antistoffen tegen de ziekverwekker
Ziekteverwekker deelt zich in het lichaam
Geheugencellen onthouden antigenen ziekteverwekker
Vreetcellen eten de groepjes ziekteverwekkers

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Infectieziekten, wat zijn dat?
A
antistoffen die ontstaan als je ziek bent
B
stoffen die je ingespoten krijgt bij een vaccinatie
C
ziekten die erfelijk zijn
D
ziekten waarmee je anderen kunt besmetten

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf wat antigenen zijn

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ontsteking
A
is een reactie van je lichaam op een infectie
B
is een ziekte die je maar 1 x kunt krijgen
C
is een infectie
D
is een erfelijke ziekte

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de beste omschrijving voor "Immuun"
A
je wordt niet (meer) ziek van een ziekteverwekker dankzij de geheugencellen
B
behoorlijk ziek worden van een ziekte die is binnengedrongen (besmet)
C
een lichaamsvreemde stof die je lichaam binnen komt
D
een spuit krijgen met zwakke ziekteverwekkers waar je antstoffen tegen gaat maken

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe worden lichaamsvreemde stoffen herkent in jouw lichaam?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies