Les 1

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b
• Leerjaar 4

Les 1

Leerdoelen Hoofdstuk 14 paragraaf 1

14.1.1 Je kunt een (s,t)-diagram en een (v,t)-diagram aflezen.

14.1.2 Je kunt berekeningen maken met de snelheid, de afstand en de tijd bij een eenparige beweging.

14.1.3 Je kunt snelheden omrekenen van m/s naar km/h, en van km/h naar m/s.

14.1.4 Je kunt een (s,t)-diagram en een (v,t)-diagram tekenen.

14.1.5 Je kunt in een (s,t)-diagram en een (v,t)-diagram een eenparige beweging herkennen.

wat is snelheid.

De eenheid van snelheid is km/h

km= kilometer

/= per

h= uur

De eenheid kan ook m/s zijn

m=meter

/=per

s= seconde

hoe reken je hiermee?

om snelheid te bereken heb je de afstand nodig en de tijd.

snelheid= afstand : tijd

v=s:t

voorbeeld:

max rijdt 430 km op het circuit van Zandvoort als test ronde. zijn tijd is 2 uur.

wat was de snelheid van Max?

max rijdt 430 km op het circuit van Zandvoort als test ronde. zijn tijd is 2 uur. 

wat was de snelheid van Max?

v=s:t

afstand= 430 km

tijd= 2 uur

snelheid= 430/2=215 km/h

gemiddelde snelheid.

Iemand heeft niet altijd dezelfde snelheid. 

we spreken daarom dat de snelheid gemiddeld is. 

Afstand

Als je de snelheid weet en de tijd weet kan je de afstand uitrekenen.

s=v*t

voorbeeld: je rijdt met je moeder over de snelweg van boskoop naar gouda centrum. ze rijdt 85km/h en ze doet er 30 minuten over. wat is de afstand?

je rijdt met je moeder over de snelweg van boskoop naar gouda centrum. ze rijdt 85km/h en ze doet er 30 minuten over. wat is de afstand?

s=v*t

snelheid= 85 km/h

tijd= 30 minuten (30 minuten is de helft van 1 uur schrijf dit dan als 0,5 uur)

85x0,5=42.5 km 

(erg om gereden)

tijd

Als je de afstand en de snelheid weet kan je de tijd uitrekenen.

t= s:v

voorbeeld: koen rijdt 18km/h over een afstand van 9 km. hoe lang doet hij hierover?

koen rijdt 18km/h over een afstand van 9 km. hoe lang doet hij hierover?

T=s:v

afstand= 9 km

snelheid = 18 km/h

9:18=0.5 H

dus een half uur (30 minuten)

Gegevens

Afstand-tijddiagram of (s,t)-diagram.

Eenparige beweging

Alle bewegingen waarbij de snelheid even groot blijft noem je een constante snelheid of eenparige beweging

De afstand die afgelegd blijft steeds hetzelfde.

Eenparige beweging 

Leerdoelen Hoofdstuk 14 paragraaf 2

14.2.1 Je kunt berekeningen maken met de gemiddelde snelheid, de afgelegde weg en de tijd.

14.2.2 Je kunt in een (s,t)-diagram en in een (v,t)-diagram versnelde en vertraagde bewegingen herkennen.

14.2.3 Je kunt beschrijven wat een eenparig versnelde beweging en een eenparig vertraagde beweging is.

14.2.4 Je kunt de afstand berekenen die tijdens een eenparig versnelde en een eenparig vertraagde beweging is afgelegd.

versnelde beweging

Alle bewegingen waarbij de snelheid groter wordt noem je een versnelde beweging.

De afstand die afgelegd wordt wordt ook steeds groter ( per meetpunt)

vertraagde beweging

Alle bewegingen waarbij de snelheid afneemt noem je een vertraagde beweging.

De afstand die afgelegd wordt steeds kleiner.

afgelegde weg

afgelegde weg = gemiddelde snelheid × tijd

s = vgem ∙ t

Huiswerk

Hoofdstuk 14 paragraaf 1:

Opdracht 1 t/m 4 (BLZ 147),

Opdracht 6-9-11 (BLZ 148-150-151)

Hoofdstuk 14 paragraaf 2:

Opdracht 1 t/m 5 (BLZ 159-160),

Opdracht 6-11-12 (BLZ 160-164-165)