Chemie, mengvormen en zuurgraad

Chemie, mengvormen en de zuurgraad
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Chemie, mengvormen en de zuurgraad

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • De student kan in eigen woorden uitleggen wat de PH-waarde inhoudt
  • De student weet te benoemen welke producten basisch, neutraal of zuur zijn
  • De student kan de verschillende soorten mengvormen met een voorbeeld noemen
  • De student maakt kennis met de werking van stoffen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van de stoffen
Moleculen: het kleinste deeltje van een stof met alle eigenschappen van de stof.
Elementen: stoffen die niet verder ontleed kunnen worden
worden aangeduid door een hoofdletter in het periodiek systeem bijv, (O)= zuurstof en (CL)= chloor
Atomen= het kleinste deeltje van het element. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Water
Ons lichaam bestaat voor 60 tot 80 % uit water.
Water is essentieel voor ons bestaan. Water komt niet zuiver voor in de natuur. Er zijn stoffen in opgelost. Het water wat we drinken is genoeg zuiver gemaakt zodat het geen risico vormt voor onze gezondheid (hygiënisch zuiver).

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuur- en scheikundige begrippen (in de cosmetica)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al van de zuurgraad:
Zuur, base en neutraal?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

pH-waarde
Van 0 - 7 noem je een stof zuur
7 noem je neutraal
8 - 14 noem je basisch
De huid heeft een pH- waarde tussen de 5 en 6
De pH-waarde van pH-neutrale producten ligt meestal rond 5,5

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuren
  • Prikkelend (denk maar aan zure matten)
  • Samentrekkende werking op eiwitten
  • Eiwitsplitsende werking
  • Blekend 
  • Verstevigend op de opperhuid
  • Bieden weerstand tegen ziekteverwekkers
  • Voorbeeld: een zure lotion om comedonen te voorkomen of een (fruitzuur)peeling

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basen
  • Zeepachtige smaak 
  • Zwakke basen verweken de hoornlaag en werken hoornsplitsend
  • Voorbeeld: Oppervlakte reinigingsproducten, Alkalic comedo lotion (voorbehandeling voor het verwijderen van comedonen door de huid en talg te verweken)
  • Zeep heeft een pH-waarde van 9. Na het wassen met zeep heeft je huid 2 tot 3 uur nodig om de zuurgraad te herstellen en de beschermfunctie van de huid weer optimaal te laten werken. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk jij? Wijs maar aan:
De huid - Cola - Druiven - Glycolzuurpeeling 20%, - Handzeep - Soft Cleansing Milk - Citroensap - Eieren

Slide 12 - Tekstslide

Spiekbriefje:
De huid 5,5 - 5,9
Cola 2,8
Druiven 3,7
Glycolzuur peeling 20% 2,2
Handzeep 9
Soft Cleansing Milk 6
Citroensap 2
Eieren 7,5
Zouten
  • Als je een zuur en een base bij elkaar brengt ontstaat er zout en water. 
  • Zout zorgt ervoor dat zuur zijn werking verliest
  • Daarom wordt dit gebruikt om de huid te neutraliseren bij een fruitzuurpeeling

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mengvormen
  • Oplossingen
  • Suspensies
  • Emulsies
  • Mengsels

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emulsie
  • Stoffen die van nature niet goed met elkaar mengen worden samengevoegd
  • Olie en water mengen niet, de olie blijft op het water drijven daarom wordt een emulgator toegevoegd
  • Na toevoeging van de emulgator ontstaat een emulsie
  • Voorbeeld: Crème

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proefje
We gaan nu een emulsie maken

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossing
  • Mengsel van een vloeistof en een andere stof. 
  • Bijvoorbeeld water waarin suiker, zout of alcohol in opgelost wordt. 
  • De opgeloste stof in het oplosmiddel blijft zweven
  • De opgeloste stof kun je niet zien
  • Voorbeeld: Lotion

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suspensie
  • één of meerdere stoffen worden gemengd in een andere stof
  • Deze stoffen lossen niet op en blijven in kleine deeltjes aanwezig
  • Voorbeeld: Kleimasker

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mengsel
  • Verschillende vaste stoffen worden met elkaar vermengd of een gas wordt met een vloeistof gemengd 
  • De stoffen veranderen niet van samenstelling
  • Bijvoorbeeld het mengen van kaneel met suiker
  • Voorbeeld: minerale poeder 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen
  • Hydrofiel - vochtopnemend (hydrofiele olie)
  • Hydrofoob - vochtafstotend (vaseline en paraffine)
  • Lipofiel - vetopnemend (poedermasker)
  • Lipofoob - Vetafstotend (waterige producten)
  • Hygroschopisch - vochtaantrekkend (glycerine en zout)
  • Hydratant - vochtvasthoudend (moisturizer)


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies