Sinterklaasgedicht

1 / 16
volgende
Slide 1: Video
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Ik heb zelf wel eens een Sinterklaasgedicht gemaakt.
A
Ja
B
Nee
C
Met hulp van mijn ouders
D
Weet ik niet.

Slide 2 - Quizvraag

Leesdoel: Je leert hoe je een gedicht kans schrijven.

Lesdoel: 
- Je leert de betekenis van een paar belangrijke woorden.
- Je leert hoe een rijmschema werkt en bedenkt een gedicht.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Hoe kun je de betekenis van een woord opzoeken?

A
vragen aan de meester of juf
B
raden
C
Woordenboek
D
kan je uit de tekst halen

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent het woord:
cliché? (r. 32)

Slide 6 - Open vraag

Wat betekent het woord:
plotwendingen(en)? (r. 60)

Slide 7 - Open vraag

Wat betekent het woord:
excentriek? (r. 88)
A
leuk
B
raar, geks
C
wat gewoon is
D
dom

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent het woord:
synoniem? (r. 91)

Slide 9 - Open vraag

Wat betekent het woord:
metafoor? (r. 95)

Slide 10 - Open vraag

Bedenk drie woorden wat een gedicht wel moet zijn?
(het moeten synoniemen zijn)

Slide 11 - Open vraag

In tip 1 staat een zin die heel vaak wordt gebruikt in een gedicht. Welke zin is dat?

Slide 12 - Open vraag

Bij tip 2 wordt een rijmschema genoemd (AABB) en een voorbeeld. Kun jij zelf een voorbeeld bedenken met het volgende schema? ABCB

Slide 13 - Open vraag

Rijmspeurtocht.
Ga op zoek naar woorden die rijmen in de tekst. Doe dit zo: gedicht - verplicht.

Slide 14 - Open vraag

Ik kan een gedicht maken met rijmschema AABB
A
ja
B
nee
C
wat is een rijmschema
D
ik heb nog wat hulp nodig

Slide 15 - Quizvraag

Klaar: kleur de tekening.

Slide 16 - Tekstslide