In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
4.2 Kookpunt en smeltpunt
Lesdoelen:
Uitlegggen wanneer een vloeistof kookt.
De overeenkomsten en verschillen tussen verdampen en koken benoemen.
Aan de hand van de temperatuur de fase bepalen.
Een smelt en stoldiagram kunnen tekenen.
Slide 1 - Tekstslide
Voorkennis
Als je alcohol op een watje doet, ruik je meteen een alcohollucht. De alcohol verdampt snel en komt met de lucht in je neusgaten terecht. Waaraan kun je nog meer merken dat alcohol snel verdampt?
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Het kookpunt
Tijdens het koken van water is de temperatuur 100 °C. De waterdampbellen ontstaan door de hele vloeistof. Tijdens het koken blijft de temperatuur constant. Het kookpunt is een stofeigenschap.
Slide 4 - Tekstslide
De overeenkomst tussen verdampen en koken.
Bij allebei is er de
fase-overgang
van vloeibaar
naar gasvormig.
Slide 5 - Tekstslide
Verschillen
Verdampen gebeurt alleen aan het oppervlak en kan tussen het smelt-en kookpunt plaasvinden. Water kan dus verdampen tussen 0 en 100 °C
Koken kan alleen bij het kookpunt. (tenzij de druk verandert of een stof wordt toegevoegd)
Slide 6 - Tekstslide
Onder het smeltpunt is de fase vast.
Tussen het smelt-en kookpunt vloeibaar.
Boven het kookpunt gasvormig.
Slide 7 - Tekstslide
Smeltpunt en vriespunt
Het smeltpunt van ijs
(of het vriespunt van water)
bedraagt 0 °C. Tijdens het
smelten blijft de
temperatuur constant.
Slide 8 - Tekstslide
Het vries-of smeltpunt verlagen
Met zout of antivries kun je het vriespunt van
water verlagen.
Slide 9 - Tekstslide
Smelt-en stoldiagram
Bij een smeltdiagram zie je
verschillende fasen-en overgangen
als je warmte toevoegt.
Slide 10 - Tekstslide
Het smeltdiagram van stearinezuur.
Slide 11 - Tekstslide
Belang lesdoel
Fase overgangen komen veel voor om je heen; bij het weer, solderen, kaarsvet.
Bij de toets kunnen er veel vragen over gesteld worden.
Slide 12 - Tekstslide
Controlevragen
1a Wat is de temperatuur van smeltend ijs ?
b En wat van kokend water ?
c Wat gebeurt er met het vriespunt van water als je zout toevoegt ?
Slide 13 - Tekstslide
controlevragen
We vergelijken een plas water op straat met kokend water in een waterkoker.
Waar vindt de fase-overgang plaats in beide situaties ?
Slide 14 - Tekstslide
Teken het smeltdiagram
Slide 15 - Tekstslide
a) Hoe heet deze grafiek ?
b) Welke fase is er bij A en welke bij C ?
c) Gedurende welk deel is er de vloeibare en vaste fase ?