Keuzedeel LVB en MVG, deel 2

Keuzedeel LVG MVG
Lesweek 2
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
keuzedeel lvbMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Keuzedeel LVG MVG
Lesweek 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Hoever zijn jullie gekomen? Zijn hier nog vragen over?
  • Korte herhaling vorige keer 
  • LVB en psychiatrische problemen
  • LVB en probleemgedrag
  • LVB en seksualiteit

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LVB
  • Beperking in cognitieve ontwikkeling en in adaptieve vaardigheden. 
  • IQ tussen 50-70 + zwakbegaafdheid met (ernstige) bijkomende problematiek 

Slide 3 - Tekstslide

antal directe signalen zijn die kunnen wijzen op een lvb of zwakbegaafdheid. Voorbeelden daarvan zijn achterblijvende conceptuele vaardigheden, zoals kunnen lezen, schrijven en rekenen, achterblijvende sociale vaardigheden zoals communicatieve vaardigheden en het oplossen van sociale problemen en achterblijvende praktische vaardigheden zoals persoonlijke verzorging, omgaan met geld en gebruik maken van openbaar vervoer. Daarnaast kan ook een IQ-score iets zeggen over een mogelijke lvb of zwakbegaafdheid. Een IQ tussen de 50 en zeventig duidt op een lvb, een IQ tussen de 70 en 85 duidt op zwakbegaafdheid. Maar, zo stelt het Netwerk Gewoon Meedoen, een IQ-test is geen ‘robuust gegeven’. Het is slechts een momentopname. ‘Een IQ-score zegt ook niet genoeg om te bepalen hoeveel en welke ondersteuning iemand met een LVB/zwakbegaafdheid nodig heeft. Inzicht in het sociaal aanpassingsvermogen van iemand en de (sociaal-)emotionele ontwikkeling zeggen hier wel meer over en komen mede daarom steeds meer centraal te staan in het bepalen van de ondersteuning.’
Welke vaardigheden en competenties heeft een begeleider nodig in het samenwerken en begeleiden van LVB en MVG?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vaardigheden en competenties
In het filmpje komen verschillende vaardigheden en competenties aan bod. Vul de tabel in.

 Welke vaardigheden en competenties vind je het belangrijkst? Wat kun je al en waar moet je aan werken?

Bespreek dit met een medestudent.

Aan welke vaardigheden en competenties zou je nog moeten werken als je wilt werken met mensen met LVB? Geef aan waarom je daar nog aan zou moeten werken.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dubbele diagnose
Iemand heeft een psychische stoornis én problemen met verslavende middelen.

Slide 8 - Tekstslide

https://assets-sites.trimbos.nl/docs/f7db5248-8faf-4a83-800f-f14a7b1621ed.pdf
Bio psychosociaal model 

Slide 9 - Tekstslide

Biologische factoren: genetische aanleg, doorstane ziekte en medicijngebruik
Psychologische: persoonlijkheidskenmerken, karaktertrekken en eigenschappen
Sociale: werk, vrienden, gezinssituatie en woonsituatie
Al deze factoren bepalen hoe kwetsbaar je bent op een bepaald moment. Met ingrijpende gebeurtenissen kom je onder druk te staan  stress  hoe groter je kwetsbaarheid hoe meer stress je ervaart of hoe groter het effect. Duurt dit te lang kan je langdurige ziekte ontwikkelen. Bijv. depressie, angststoornissen, psychose of middelenafhankelijkheid.
Het biopsychosociaal model omvat risicofactoren voor de ontwikkeling van agressief gedrag.

Wat cijfers...

Slide 10 - Tekstslide

Bij mensen zonder psychische stoornis heeft in NL 19% te maken (gehad) met een verslaving. 
In de verslavingszorg heeft 60 tot 80 procent van de cliënten een psychische aandoening.
Kenmerken dd:
  • Ze gaan eerder opnieuw drugs gebruiken of krijgen opnieuw last van psychiatrische symptomen.
  • Ze worden vaker opgenomen en zijn minder therapietrouw.
  • Ze zijn vaker dakloos, depressief, suïcidaal en agressief.
  • Ze hebben meer problemen met hun familie.
  • Ze zijn vaker werkloos of hebben langdurige conflicten in de privésfeer
Triple diagnose
Iemand heeft een psychische stoornis, middelen misbruikt én een lichte verstandelijke beperking.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen
  • Financiële problemen
  • Gezondheidsproblemen
  • Problemen met het sociale netwerk
  • Problemen met huisvesting
  • Aanraking met justitie
  • Onaangepast of agressief gedrag

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moeilijk verstaanbaar gedrag
Gedrag wat storend is voor de zorgvrager en/of diens omgeving. 
--> Probleemgedrag

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak probleemgedrag bij LVB
Overschatting en overvraging

Mensen met LVB worden vaak overschat door anderen en ook door zichzelf. Hierdoor worden te hoge eisen gesteld die niet passen bij het verstandelijk vermogen. Iemand wordt dan overvraagd. Dit kan leiden tot stress en een gevoel van falen, dat zich dan weer uit in probleemgedrag.
Ondervraging
Wanneer iemand met LVB te veel beschermd wordt en te weinig ruimte krijgt, wordt iemand ondervraagd. Iemand krijgt dan onvoldoende kansen om nieuwe vaardigheden aan te leren en kan zich niet verder ontwikkelen. Zijn gevoel van zelfvertrouwen en onafhankelijkheid worden niet versterkt. Dit kan leiden tot frustratie.
Missen van vaardigheden
Iemand kan zich bijvoorbeeld niet uiten zoals hij zou willen en raakt daarover ernstig gefrustreerd.
Overprikkeling
Iemand kan overprikkeld raken door zintuiglijke prikkels, maar ook door cognitieve en emotionele prikkels. Of door prikkels die andere mensen afgeven. Die overprikkeling kan leiden tot probleemgedrag.






Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taalbegrip lager dan taalgebruik
  • Dit leidt tot overschatting van de cliënt
  • Vaak sociaal wenselijke antwoorden
  • Hij kan goed praten, maar hoe weet je dat hij je begrijpt?
  • Hoe pak je dat aan? 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agressie 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groen gedrag
  • Contact maken
  • Zelf gewenst gedrag laten zien
  • Actief luisteren, verbaal en non verbaal.
  • Humor gebruiken, indien gepast.
  • Vragen waar de cliënt behoefte aan heeft.
  • Zeggen wat je wilt.
  • Onverdeelde aandacht geven.
  • Rustige houding aannemen. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oranje gedrag
  • Zelfcontrole en inlevingsvermogen.
  • Contact maken.
  • Aandacht voor beleving.
  • Uitleg geven.
  • Time-out 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rood gedrag
  • Zelfcontrole (rustig blijven)
  • Risicotaxatie (zijn er anderen die gevaar lopen) 
  • Time-out (tussentijds stoppen van het gesprek)
  • Contact maken
  • Grens aangeven
  • Gesprek beëindigen
  • Veilige afstand creëren
  • Collega's alarmeren
  • Fysiek handelen
  • Overleggen met collega's 
  • Politie bellen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Seksualiteit en LVB

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alle mensen met een verstandelijke handicap mogen geen kinderen krijgen.

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Als een vrouw met een verstandelijke beperking zwanger raakt dan moet er een abortus gedaan worden en/of het kind moet na de geboorte gelijk weg gehaald worden bij de ouders.

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Knuffelen met verstandelijk gehandicapten is abnormaal.

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een zoen geven aan een cliënt met een verstandelijke handicap kan verkeerde signalen geven.

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er nog vragen?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies