Par 2. Ancien Régime

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Tijd van Pruiken en Revoluties

Ancien régime = de oude orde voor de Franse Revolutie

Leerdoel

Aan het eind van de les kun je uitleggen dat: 

wat het Ancien Regime is en hoe de verschillende standen eruit zagen

Ancien Régime

= de periode vóór de Franse revolutie

• Koning aan het hoofd (absoluut vorst) die de macht van god had gekregen.
• Standensamenleving

Eerste stand: geestelijken

• Mensen werkzaam binnen de Katholieke kerk
  
• 1. Beschikte over 10 procent van het land in Frankrijk
  
• 2. hoefde geen belasting te betalen
  
• 3. Moest zorgen voor de zieken
  

Tweede stand: adel

• Graven en baronnen
• Inkomstenbron: Het land dat zij bezaten
  
• * Geen belasting betalen want zij betaalde belasting met bloed (= wanneer ze meevochten in de oorlog)
  
• * Baalden dat ze weinig macht hadden
  

Derde stand: de rest

• * Dokters, advocaten, boeren, winkeleigenaren, 90 % van het volk.
  
• * Vooral de rijke van de Derde stand waren het oneens met het bestuur ( dat waren de verlichte denkers). Ze hadden niks te vertellen
  

Boeren en belasting

• De meeste Fransen waren boer.
  
• Ze moesten heel veel belasting betalen.
  
• Pacht ( deel van de oogst)
  
• Grondbelasting

Volgende week:

Democratische Revoluties

Aan de slag 

Lees paragraaf 2 uit je leesboek (blz. 54-56)

Maak opdracht: 2-7 van paragraaf 2

Dit is huiswerk voor 8 februari