Les 42 - Begrippen hfst 2

Welkom

Voordat de timer afgaat...

- Schrift, pen, leesboek en laptop (dicht) op tafel
- Jas uit
- Tas van tafel

timer
2:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Voordat de timer afgaat...

- Schrift, pen, leesboek en laptop (dicht) op tafel
- Jas uit
- Tas van tafel

timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- Lesdoel
- Begrippen hfst 2
- Begrippen koppelen aan boek
- Leesboek lezen
- Afronding

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
... ken je de volgende begrippen:
- spanning
- ruimte
- sfeer
- thema
- moraal

Slide 3 - Tekstslide

Sfeer

Slide 4 - Woordweb

Tijd en ruimte            sfeer
Voorbeeld 1: 
- Verhaal speelt zich af in 2022 en vindt plaats in Nederland. Veelvoorkomende ruimtes zijn een 'normaal' huis, school en het winkelcentrum. Het boek speelt zich af in de zomer. 

Voorbeeld 2: 
- Verhaal speelt zich af in 1939. Het verhaal vindt plaats in Europa. Het is oorlog en vaak donker en koud. Een voorkomend persoon is Anne Frank. 

Slide 5 - Tekstslide

In je fictiedossier....
(1). Omschrijf de tijd in jouw boek
Vroeger, heden, toekomst
Waaruit blijkt dat?

(2). Omschrijf de ruimte in jouw boek
School, thuis, werkplek, bioscoop, Nederland
Waaruit blijkt dat?

(3). Omschrijf de sfeer in jouw boek
Waaruit blijk dat?

Slide 6 - Tekstslide

Spanning

Slide 7 - Woordweb

Spanning
= zorgt ervoor dat je een verhaal wilt lezen/afmaken. 

Techniek 1: gebeurtenissen in een verhaal 
- De hoofdpersoon bevindt zich in een bedreigende situatie en gevaarlijke omgeving
- Het verhaal krijgt een onverwachte wending
- Er is een cliffhanger: een onderbreking van het verhaal op een spannend moment

Slide 8 - Tekstslide

Spanning
 Techniek 2: opbouw van het verhaal
- Het bevat open plekken. Je krijgt veel vraagtekens bij het verhaal en wilt daarom verder lezen om het antwoord te achterhalen. 
- De schrijver wekt bepaalde vermoedens op. Je moet verder lezen om te beslissen of deze vermoedens kloppen. 
- Uitstel: De ontknoping van het verhaal laat op zich wachten
- Informatiesprong: de lezer weet iets wat de hoofdpersoon nog niet weet

Slide 9 - Tekstslide

In je fictiedossier....
(1). Omschrijf de spanning in jouw boek
Welke manier van spanning opbouwen zie je terug in het boek?

Slide 10 - Tekstslide

Thema en moraal

Slide 11 - Woordweb

Thema
Het hoofdonderwerp van het verhaal noem je het thema. Het thema moet het verhaal samenvatten:
  • familie
  • liefde
  • eenzaamheid
  • opgroeien
  • dood
  • identiteit ontdekken

Slide 12 - Tekstslide

Moraal
In een verhaal kun je soms ook een wijze les ontdekken, een moraal. De schrijver wil dan met het verhaal iets zeggen over wat goed of fout is en hoe mensen zouden moeten leven.

 
Een voorbeeld van een moraal is: problemen bespreken is beter dan erover zwijgen.

Slide 13 - Tekstslide

In je fictiedossier....
(1). Omschrijf het thema van je boek
Wat is het thema van je boek?
Waaruit blijkt dat?

(2). Omschrijf het moraal van je boek
Wat is het moraal van je boek?
Waaruit blijkt dat?

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig werken / verlengde instructie
Wat
Fictiedossier 
Begrippen hfst 2 koppelen aan je eigen boek
Zorg er voor dat je je antwoorden uitlegt met gebeurtenissen/passages uit je boek!

Hoe
Laptop
Schrift
Hulp
Boek 
Internet
Tijd
20 minuten
Klaar?
Goed! Lees zelfstandig verder uit je boek. 
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide