H1 Jagers & Boeren: Neanderthalers of mensen en de Flintstones

H1: Jagers en Boeren 
... tot 3000 V.chr
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, k, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H1: Jagers en Boeren 
... tot 3000 V.chr

Slide 1 - Tekstslide

Regels
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandeld een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Slide 2 - Tekstslide

Waarom is geschiedenis belangrijk?

  • Kan gewoon leuk zijn, interessant of spannend!
  • Het verleden leert ons de huidige wereld om ons heen beter te begrijpen.
  • Elke ervaring die we hebben, hebben we opgedaan in het verleden.. Dankzij geschiedenis hoef je niet zelf te beleven wat oorlog is en kun je toch weten dat het heel erg is

Slide 3 - Tekstslide

Aantekeningen
Neem de dikgedrukte en onderstreepte zin over in je schrift.



Te weinig tijd? De les wordt met je gedeeld, dan kan je tijdens het zelfstandig werken verder met het overnemen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze week:
Neanderthalers of mens en de Flintstones

Aan het einde van de les:
  • Weet je wat een middel van bestaan is.
  • Weet je hoe jager-verzamelaars leefden.
  • Kan je de belangrijkste verschillen benoemen tussen neanderthalers en mensen.
  • Kan je uitleggen waarom de prehistorie ook wel de steentijd  wordt genoemd.
  • Kan je uitleggen hoe jagers en verzamelaars gereedschap maakten in de prehistorie.
  • Kan je uitleggen wat voor soort bron gereedschap uit de prehistorie is.

Slide 5 - Tekstslide

Neanderthalers of mens? 
200.000 jaar geleden leefden er verschillende mensensoorten naast elkaar, namelijk neanderthalers en mensen. 

  • Dezelfde voorouders. 
  • Andere soort mensachtigen.
  • Leefden in Europa tot 40.000 jaar geleden.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Neanderthalers of mens? 
We weten niet precies waarom Neanderthalers 40.000 jaar geleden uitstierven. 

  • Klimaatverandering. 
  • Door mensen die het gebied van de Neanderthalers in trokken.
  • De meeste mensen in Europa en Azië dragen Neanderthaler genen. 

Slide 8 - Tekstslide

De prehistorische mens
De prehistorische mens lijkt veel op een neanderthaler. Zowel de mens als de neanderthaler leefden in kleine groepen en hadden geen vaste woonplaats.

  • Rondtrekken opzoek naar voedsel. 




Nomade: iemand die rondtrekt zonder vaste woonplaats.
Middel van bestaan: manier om aan voedsel te komen.

Slide 9 - Tekstslide

Prehistorie en geschiedenis
Met de term prehistorie wordt de tijd vóór de uitvinding van het schrift bedoelt. Omdat het schrift niet overal op de wereld op dezelfde tijd in gebruik kwam, liep de Prehistorie niet op alle plekken ter wereld gelijktijdig ten einde.


  • Prehistorie (voorgeschiedenis)             Geen schrift
  • Historie (geschiedenis)            Wel een schrift

Bv: De oude Egyptenaren leefden al in de geschiedenis terwijl
in Nederland de mens nog in de prehistorie leefde. 

Slide 10 - Tekstslide

Prehistorie en geschiedenis
Prehistorie: Geschiedenis van de tijd voordat mensen dingen opschreven die bewaard zijn gebleven (voorwerpen).


Historie: Geschiedenis van de tijd dat mensen het schrift hebben uitgevonden en mensen dingen opschreven die bewaard zijn gebleven (boeken, papyrusrollen & hiëroglyfen). 

Slide 11 - Tekstslide

De steentijd
De prehistorie wordt ook wel de steentijd genoemd. Er werd nog geen gebruik gemaakt van metalen zoals ijzer. 


  • Gereedschap van steen           Bv. een bijl en een mes. 
  • Geen papier          Grottekeningen. 

Slide 12 - Tekstslide

Hoe weten we dat allemaal?
  • Archeologie
  • Experimentele archeologie
  • Bestudering van tegenwoordige jager- verzamelaars

Slide 13 - Tekstslide

Historische vaardigheden
Soorten bronnen
Alles dat iets vertelt over het verleden is een bron. Een bron kan dus een boek zijn, maar ook een schilderij, webpagina, kledingstuk, gebouw, video, foto en ga zo maar door

Geschreven bron: stukken tekst uit het verleden. Boeken, manuscripten, hiërogliefen.

Ongeschreven bron: voorwerpen uit het verleden zoals wapens, schilderijen, foto’s, beelden

Slide 14 - Tekstslide

Historische vaardigheden
Soorten bronnen

Primaire bronnen: Primaire bronnen komen uit de tijd waar de bron over gaat. Achtergelaten door iemand die aanwezig was bij de gebeurtenissen waar de bron over gaat. 


Secundaire bronnen: Primaire bronnen gaan over het verleden maar komen niet uit de tijd waar de bron over gaat. Achtergelaten door iemand die niet aanwezig was bij de gebeurtenissen waar de bron over gaat.

Slide 15 - Tekstslide

Soorten samenlevingen:
Samenleving: (maatschappij) hoe een grote groep mensen samenleeft               
  1. Samenleving van de jager-verzamelaars
  2. landbouwsamenleving
  3. landbouw-stedelijke samenleving
  4. industriële samenleving
  5. informatie samenleving

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een middel van bestaan?
A
Een manier om aan onderdak te komen
B
Een manier om aan kleding te komen
C
Een manier om aan voedsel te komen

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent het begrip

'Nomaden'
A
Mensen die op een vaste plek wonen
B
Mensen die aan het jagen en verzamelen zijn
C
Mensen die rondtrekken opzoek naar een vaste woonplaats
D
Mensen die rondtrekken zonder vaste woonplaats

Slide 18 - Quizvraag

Waar of niet waar?

Een geschreven bron is een voorwerp
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Waar of niet waar?

Een ongeschreven bron komt altijd uit de prehistorie
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Waar of niet waar?

De mensen uit de prehistorie hadden een schrift zoals het hiëroglyfen schrift
A
Waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Waar of niet waar?

Jij en ik leven in een informatie samenleving
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Opdrachten van de week
Maak de werkdoelen op de LearningPortal bij:
  • Neanderthalers of mens
  • De Flintstones

Beantwoorde criteria in je schrift
(verschillend per kleur) 

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag! 
  •       Ga naar de learning portal en maak de opdrachten. Beantwoord de criteria die hoort bij het leerdoel in je schrift

se se Je mag zachtjes samenwerken. Je maakt wel je eigen werk. Hierbij mag je muziek luisteren.

            Als je klaar bent, dan laat je je werk zien voor feedback.

Slide 24 - Tekstslide