3A 5.4 Transcriptie

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Zelfstandig stil 

Pak je boek en lees 5.4 Transcriptie

Klaar? 

Lees het nogmaals en probeer de leerstof te onthouden.



 
 



Welkom
  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Je jas doe je uit
  4. Pak je boek, schrift + pen 
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 4 --> Transcriptie
  • Video transcriptie / translatie --> 2.5 min.
  • Video kanker --> 3.5 min. 
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 3 Erfelijkheid en evolutie
5.1 Genotype en fenotype 
5.2 Chromosomen
5.3 Genen en allelen 
5.4 Transcriptie
5.5 De evolutietheorie
5.6 Geschiedenis, leven op aarde
5.7 DNA-technieken
5.8 Dominant of recessief
5.9 Kruisingen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
  • Je kunt benoemen hoe transcriptie en eiwitsynthese plaatsvinden in de cel.
  • Je kunt benoemen dat de genetische variatie toeneemt door spontane mutaties.
  • Je kunt omschrijven wat kanker is.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je nog?
  • DNA bestaat uit basen
  • Hier zit een volgorde in = de DNA-sequentie

De genen in een cel kunnen worden aangezet of uitgezet -> genexpressie. Afhankelijk van de functie van de cel.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief gen
Als een gen actief is (aan staan...tot uiting komt) --> DNA wordt afgelezen en verwerkt. 

De DNA-sequentie van een gen bevat informatie voor het maken van een specifiek eiwit
(DNA-sequentie is een 'recept' voor een eiwit.)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitsynthese 
1. Staat de gen 'aan'?  Dan wordt de DNA-sequentie afgelezen.
2.  De DNA-sequentie wordt gekopieerd.
Het kopietje heet RNA
3. De code van RNA wordt door de ribosomen vertaald een specifiek eiwit.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitsynthese 
Transcriptie = de vorming van RNA (kopiëren van DNA--> RNA) 

De cel maakt eiwitten wanneer ze nodig zijn. 

Eiwitten --> bouwstoffen zoals hormonen, enzymen, antistoffen.



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transcriptie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Mutatie
Een mutatie kan ontstaan door
factoren van buitenaf = 
mutagene invloeden

Maar mutatie kunnen ook ontstaan door 
een fout tijdens de celdeling =
spontane mutatie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mutatie in lichaamscel
Mutatie in geslachtscel

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer genetische variatie door mutaties

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genetische Variatie
Overleg in met degene naast je:

Waarom is genetische variatie belangrijk voor soorten? 
Hoe kan genetische variatie helpen bij overleving?

Slide 16 - Tekstslide

Leid een discussie over waarom genetische variatie belangrijk is voor soorten. Laat studenten nadenken over hoe genetische variatie kan helpen bij het overleven in verschillende omgevingen.
Kanker

Wat heeft kanker met celdeling te maken?

Slide 17 - Tekstslide

Foutje celdeling > blijven delen
bij kopieëren > foutje DNA
duwen gezonde cellen opzij / er door heen
Kanker
  • Kanker ontstaat door een mutatie aan een lichaamscel.
  • Deze cel deelt zich ongeremd, waardoor er een tumor ontstaat.
  • Een kwaadaardige tumor kan de weefsels aantasten en uitzaaien via het bloed naar andere delen van het lichaam.

Cel en DN

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kanker eigenlijk?
Kankercel = Als een cel niet stopt met delen
1 cel worden er 2, 2 cellen worden er 4 …, de kankercellen hopen zich snel op. 

Tumor = een kluitje of klompje cellen
Kwaadaardige tumor =  tumor maakt omgeving 
kapot en je wordt er ziek van. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Lezen 5.4

Maken opdracht 1 t/m 4 
en 6 t/m 11


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies