Bs 5.4 Transcriptie

Wat klopt er niet aan de volgende zin:
'Ik heb het gen voor blauwe  ogen van mijn moeder geërfd'. 
 Bij dieren komt albinisme regelmatig voor. Een plant met albinisme gaat eigenlijk altijd dood. Leg uit waarom.
Hoe heet een plotselinge verandering van het genotype?
leercheck
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Wat klopt er niet aan de volgende zin:
'Ik heb het gen voor blauwe  ogen van mijn moeder geërfd'. 
 Bij dieren komt albinisme regelmatig voor. Een plant met albinisme gaat eigenlijk altijd dood. Leg uit waarom.
Hoe heet een plotselinge verandering van het genotype?
leercheck

Slide 1 - Tekstslide

1. muntatie
2. fout 1: het moet zijn het allel voor       blauwe ogen.
   fout 2: blauwe ogen is recessief en je  krijgt dus altijd een blauw allel van beide ouders.
3. Bij albinisme bij planten ontbreken bladgroenkorrels en dus kan de plant niet aan fortosynthese doen.
 Bs 5.4 Transcriptie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  •  Je kunt benoemen hoe transcriptie en eiwitsynthese plaatsvinden in de cel.

  • Je kunt benoemen dat de genetische variatie toeneemt door spontane mutaties.

  • Je kunt omschrijven wat kanker is.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DNA-sequentie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je nog?
  • DNA bestaat uit basen
  • Hier zit een volgorde in
  • De DNA-sequentie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transcriptie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitsynthese 
DNA-sequentie is een 'recept' voor een eiwit

1. Staat de gen 'aan'?  Dan wordt de DNA-sequentie afgelezen.
2.  De DNA-sequentie wordt gekopieerd
Het kopietje heet RNA
3. de code van RNA wordt door de ribosomen vertaald een specifiek eiwit.

Transcriptie: Kopiëren van DNA --> RNA



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan ontstaan door factoren van buitenaf 
= mutagene invloeden
Máár kan ook ontstaan door een fout tijdens de celdeling = spontane mutatie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spontane mutatie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mutatie in lichaamscel
Mutatie in geslachtscel

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genetische variatie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genetische Variatie
Waarom is genetische variatie belangrijk voor soorten? Hoe kan genetische variatie helpen bij overleving?

Slide 12 - Tekstslide

Leid een discussie over waarom genetische variatie belangrijk is voor soorten. Laat studenten nadenken over hoe genetische variatie kan helpen bij het overleven in verschillende omgevingen.
Kanker

Wat heeft kanker met celdeling te maken?

Slide 13 - Tekstslide

Foutje celdeling > blijven delen
bij kopieëren > foutje DNA
duwen gezonde cellen opzij / er door heen
Wat is kanker eigenlijk?
 Kankercel= Als een cel niet stopt met delen
  1 cel worden er 2, 2 cellen worden er 4 …, de kankercellen hopen zich snel op. 

Tumor= een kluitje of klompje cellen
Kwaadaardige tumor=  tumor maakt omgeving kapot en je wordt er ziek van. Je hebt dan kanker.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kanker
Mutatie in celdeling -> cel gaat te vaak delen -> kankergezwel

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies