Hoofdletters

Hoofdletters
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdletters

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
*Aan het einde van de les kunnen de studenten ten minste drie situaties opnoemen waarin ze een hoofdletter moeten schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Waarom belangrijk?

Slide 3 - Tekstslide

Opdrachtje
*Lees de tekst op de volgende dia en bekijk waar er hoofdletters gebruikt zijn en waar niet.
*Probeer daarna zelf de regels te bedenken wanneer je hoofdletters gebruikt.
*Na een paar minuten bespreken we de opdracht klassikaal.

Slide 4 - Tekstslide

De tekst
In Nederland is december een maand die veel feestdagen kent, zoals Sinterklaas, Kerstmis en oudejaarsavond. In november, nog voor Sinterklaas weer naar Spanje vertrokken is, worden de kerstbomen in Nederland massaal ingekocht, want niemand wil te laat zijn om de mooiste kerstboom uit te zoeken. 2,8 miljoen kerstbomen vliegen in dit seizoen over de toonbank, waarvan zo´n 100.000 bij de Intratuin. 

Thuis versieren allen hun kerstboom met de prachtigste kerstballen en schitterendste lichtjes. Ook organiseren veel Nederlanders een kerstdiner met hun familie en daarvoor genieten ze graag van de voordelige kerstacties van de Jumbo. Anderen gaan tijdens de kerstdagen liever op wintersportvakantie in de Alpen of bestellen liever een pizza terwijl ze Home Alone kijken.

Slide 5 - Tekstslide

Theorie
Je schrijft een hoofdletter aan het begin van een zin.

Uitzonderingen
*´s Avonds ga ik vaak met vrienden op stap.
*3 euro kost een drankje op het terras.

Slide 6 - Tekstslide

Theorie
Je schrijft een hoofdletter bij namen ...
*van dieren en mensen → Miko, mijn hondje Mimi
*van plaatsen en talen → Zuid-Holland, Nederlands
*van wateren en gebergtes → de Noordzee, de Ardennen
*van bedrijven en merken → de Intertoys, Samsung
*van boeken en films → Het gouden ei, Home Alone
*van feestdagen → Kerstmis, Koningsdag
*van historische gebeurtenissen → de Tweede Wereldoorlog

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdletter ja of nee? Zo ja, waar?
*´s-hertogenbosch*

Slide 8 - Open vraag

Hoofdletter ja of nee? Zo ja, waar?
*een olifant*

Slide 9 - Open vraag

Hoofdletter ja of nee? Zo ja, waar?
*vaderdag*

Slide 10 - Open vraag

Hoofdletter ja of nee? Zo ja, waar?
*de koude oorlog*

Slide 11 - Open vraag

Hoofdletter ja of nee? Zo ja, waar?
*8 miljoen verdiende de directeur.*

Slide 12 - Open vraag

Theorie
Uitzonderingen
*Afgeleiden van feestdagen → kerstbal, paasvakantie, oudejaarsavond
*Namen van dagen, maanden, jaargetijden → woensdag, december, winter
*Namen van religies → de islam
*Periodes → de middeleeuwen
*Functiebenamingen → minister-president
*Windstreken → het zuidoosten
*Namen van ziekten → corona, alzheimer

Slide 13 - Tekstslide

Theorie
Je schrijft een hoofdletter bij afgeleiden van talen en plaatsen → Engelse drop, Limburgse vlaai

Let op bij de aanhef van een brief!
*Geachte mevrouw Sietske van Dam,
*Geachte mevrouw S.J.M. van Dam,
*Geachte mevrouw Van Dam,

Slide 14 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
Maak de verwerkingsopdracht die ik zometeen naar jullie stuur. We zullen de opdracht zometeen ook even bespreken.

Slide 15 - Tekstslide

Reflectie
*Noem eens drie situaties waarin je een hoofdletter gebruikt.
*Noem eens drie uitzonderingen daarop.
*Kon je de les goed volgen?
*Wat zou je de volgende keer anders doen?

Slide 16 - Tekstslide