Mavo 2 schrijven hoofdstuk 5

Mavo 2 schrijven hoofdstuk 5
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mavo 2 schrijven hoofdstuk 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
- Aan het einde van de les weet je hoe je een zakelijke brief moet schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit moet eerst
Dit moet als tweede
Dit moet als derde
Dit moet als vierde
Dit moet als vijfde
Onderwerp regel
Waar gaat het over?
Aanhef:
Geachte heer of mevrouw,
Inleiding: Wie ben je waarom schrijf je? (aanleiding)
Midden: wat wil je weten?
Slot: een wens of verwachting

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijna het laatste onderdeel
Laatste onderdeel
Sluit af met je voor- en achternaam
Slotzin: Alvast bedankt voor de informatie
Formele slot groet: 'Met vriendelijke groet' of 'Hoogachtend'

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet de witregel?
Geachte heer of mevrouw, 
Hierbij wil ik u op de hoogte brengen van een probleem. Ik ben niet in de gelegenheid om aanwezig te zijn bij de afspraak. 
Ik vroeg me af of het mogelijk is om op een ander moment te komen.
Alvast bedankt voor het antwoord.
Hoogachtend,
Arie Gent
Hier?
Hier?
Hier?
Hier?
Hier?
Hier?
Hier?
Hier?
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee

Slide 6 - Sleepvraag

In de rode vakjes staat overal 'hier'.
Zakelijke mail - taalgebruik
Wat voor taalgebruik gebruik je in een zakelijke mail?
Je schrijft de mail aan iemand die je niet kent. Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan. Dit noem je formeel taalgebruik (denk aan hoofdletters). Bijvoorbeeld:
  • Geen jij/je, maar u
  • Mevrouw Van der Veen
  • Meneer De Groot

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zakelijke mail - opzet
Een zakelijke mail heeft een vaste opzet, namelijk:
  • Aanhef
  • Inleiding
  • Middenstuk
  • Slot
  • Slotgroet 
  • Naam

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zakelijke mail - aanhef
Wat staat er in de aanhef?
Je begint je zakelijke mail met een nette aanhef om hem goed en netjes te beginnen (denk aan hoofdletters). Na de aanhef komt altijd een komma. Bijvoorbeeld:
  • Geachte heer/mevrouw,
  • Geachte mevrouw Van Gaal,
  • Geachte meneer Venhuizen,

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zakelijke mail - inleiding
Wat staat er in de inleiding?
In de inleiding schrijf je wie je bent, waar je woont en hoe oud je bent (denk aan hoofdletters). Ook noem je de reden waarom je schrijft. Bijvoorbeeld:

  • Mijn naam is….. Ik ben … jaar en ik woon in ……
Ik schrijf u, omdat ……….

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zakelijke mail - middenstuk
Wat staat er in het middenstuk?
In het middenstuk geef je informatie en geef je antwoord op alle vragen die gesteld worden. Bijvoorbeeld:
  • Ik heb 2 weken geleden een afspraak bij u in de praktijk gemaakt, maar nu is er iets tussen gekomen. Is het mogelijk om de afspraak naar een ander moment te verplaatsen?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zakelijke mail - slot
Wat staat er in het slot?
In het slot vraag je om een reactie en bedank je de persoon aan wie je schrijft. Bijvoorbeeld:

  • Ik zie uw reactie graag tegemoet. Alvast bedankt voor de moeite.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zakelijke mail - slotgroet
Wat staat er in de slotgroet?
In de slotgroet sluit je vriendelijk af. Na de groet komt altijd een komma. Bijvoorbeeld:

  • Met vriendelijke groet,

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zakelijke mail - ondertekening
Wat staat er in de ondertekening?
In de ondertekening zet je je eigen voor- en achternaam (denk aan hoofdletters). Bijvoorbeeld:

  • Bas van Duivenbode
  • Lilian de Vries
  • Paulien De Groot-Veenstra

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zakelijke mail - tips
Hieronder nog een aantal tips voor het schrijven van een zakelijke mail:

  • Spreek de ander aan met 'u' en gebruik beleefde taal
  • Gebruik een witregel tussen alle onderdelen
  • Denk om hoofdletters bij namen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is gepast in een zakelijke mail als aanhef?
A
Yo gozer
B
Beste meneer of mevrouw
C
Geachte heer of mevrouw
D
Hoi Frans

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is niet gepast in een zakelijke mail?
A
Je moet even zorgen dat je het gaat regelen.
B
Graag zou ik willen bespreken hoe we dit probleem zouden kunnen oplossen.
C
Graag wil ik u op de hoogte brengen van.
D
Naar aanleiding van vanmiddag zou ik graag een aantal vragen stellen.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geschikt als onderwerp voor de zakelijke mail?
A
Vraagje
B
Informatie over de open dag
C
BELANGRIJK
D
Er is iets gebeurd

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf twee dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.