6. Je kunt de delen van je ookg benoemen en van ieder deel de functie noemen
7. Je kunt beschrijven hoe je ogen werken
8. Je kunt uitleggen hoe je kleuren waarneemt
9. Je kunt uitleggen waardoor er steeds genoeg licht in je ogen komt
10. Je kunt uitleggen waardoor je scherp kunt zien
11. je kunt uitleggen wanneer een bril nodig hebt
12. Je kunt uitleggen hoe je diepte ziet