- Verbos: ser (zijn/to be) + tener (hebben/to have) + gustar (like)
Slide 6 - Tekstslide
Unidad 1 - Key Concepts & Context
Key concepts: Comunication (+Audience & Context)
Global context: Identities & Relationships
Kernbegrippen: Communicatie (+Publiek & Context)
Globale context: identiteiten en Relaties
Slide 7 - Tekstslide
Unidad 1 - Learner Profile attribute
Open-minded/ Zonder vooroordelen
We critically appreciate our own cultures and personal histories, as well as the values and traditions of others. We seek and evaluate a range of points of view, and we are willing to grow from the experience.
Mentalidad
abierta
Slide 8 - Tekstslide
Hola, ¿cómo te llamas?
Slide 9 - Open vraag
¿Cuántos años tienes?
Slide 10 - Open vraag
¿Qué asignatura te gusta más?
Slide 11 - Open vraag
¿Dónde vives?
Slide 12 - Open vraag
¿Qué crees que es lo más importante para aprender un nuevo idioma?
A
Mentalidad abierta
B
Buena comunicación
C
Mentalidad cerrada
D
Nada
Slide 13 - Quizvraag
Unidad 1 - Evaluación sumativa
Schrijf een blogartikel met de volgende informatie:
- Je naam, leeftijd, nationaliteit
- Waar woon je? Met wie woon je samen?
- Welke vakken vind je leuk op het Instituut? Omdat?
- Welke vakken vind je NIET leuk op het Instituut? Omdat?
- Wat zijn je hobbies? Waarom hou je van je hobby’s?
- Wat voor muziek vind je leuk? Omdat?
- Welke films vind je leuk? Omdat?
Reageer op de artikelen van uw collega's.
Presenteer het artikel in de klas.
Slide 14 - Tekstslide
Unidad 1 - Evaluación sumativa
Escribir un artículo de blog con la siguiente información:
- Tu nombre, edad, nacionalidad
- ¿Dónde vives? ¿Con quién vives?
- ¿Qué materias te gustan en el Instituto? ¿Por qué?
- ¿Qué materias NO te gustan en el Instituto? ¿Por qué?
- ¿Qué hobbies tienes? ¿Por qué te gustan tus hobbies?
- ¿Qué música te gusta? ¿Por qué?
- ¿Qué películas te gustan? ¿Por qué?
Comentar los artículos de tus compañeros.
Presentar el artículo en clase.
Slide 15 - Tekstslide
Persoonlijke voornaamwoorden
Yo
ik
Tú
jij
El/Ella/Usted
hij/zij/u
Nosotros
Nosotras
wij
Vosotros
Vosotras
jullie
Ellos/Ellas
ze
Slide 16 - Tekstslide
El verbo SER (ZIJN)
Yo
SOY
Ik ben
Tú
ERES
Jij bent
El/Ella/Usted
ES
Hij/Zij/U bent
Nosotros
Nosotras
SOMOS
Wij zijn
Vosotros
Vosotras
SOIS
Jullie zijn
Ellos/Ellas
SON
Ze zijn
Slide 17 - Tekstslide
Wanneer gebruik je het ww SER?
- Je naam door te geven: Yo SOYAisha.
- Je nationaliteit door te geven: Yo SOYmarroquí.
- Je eigenschappen van karakter of uiterlijk: Yo SOYinteligente.
Slide 18 - Tekstslide
¡Kies een kleur! ¡Elige un color!
Slide 19 - Tekstslide
¿Cómo eres? Hoe ben jij?
¿Cómo?
=
Hoe?
Slide 20 - Tekstslide
¿Reconoces alguna de estas imágenes?
Slide 21 - Tekstslide
¿Cuál es tu estilo de música favorito?
Slide 22 - Open vraag
El verbo TENER (HEBBEN)
Yo
TENGO
Ik heb
Tú
TIENES
Jij hebt
El/Ella/Usted
TIENE
Hij/Zij/U heeft
Nosotros
Nosotras
TENEMOS
Wij hebben
Vosotros
Vosotras
TENEIS
Jullie hebben
Ellos/Ellas
TIENEN
Ze hebben
Slide 23 - Tekstslide
Megusta hacer gimnasia porque es divertido. (leuk)