1.7 Ontkieming, groei en ontwikkeling

1.7 Ontkieming, groei en ontwikkeling
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

1.7 Ontkieming, groei en ontwikkeling

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:

  • Je kunt de ontwikkeling van een zaad en de verdere groei en ontwikkeling van de kiemplant beschrijven.
  • Je kunt de factoren die van invloed zijn op de ontkieming benoemen.
  • Je kunt van een eenjarige, tweejarige en meerjarige planten de kenmerken noemen en voorbeelden geven.

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Zaadje
  • zaadhuid
  • zaadlobben
  • kiempje (worteltje, stengeltje en 2 blaadjes)

buitenkant: poortje - om water op te nemen


Slide 4 - Tekstslide

Ontkieming
Ontkieming is afhankelijk van gunstige temperatuur en de aanwezigheid van water en zuurstof.

Slide 5 - Tekstslide

Ontkieming
  • bruine boon neemt water op.
  • zaadlobben zwellen en zaadhuid scheurt
  • zetmeel in de zaadlobben wordt omgezet in glucose.
  • glucose is brandstof en eiwitten zijn de bouwstof voor het kiemplantje.
  • voor de verbranding is zuurstof nodig.
  • worteltje groeit uit, vormt wortelharen en neemt water en mineralen op uit de bodem.
  • stengeltje groeit uit met twee blaadjes - fotosynthese.
  • zaadlobben vallen eraf (is niet meer nodig als reservevoedsel).

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het nut van de twee zaadlobben tijdens de groei van de kiemplant?
A
deze dienen als reservevoedsel
B
deze beschermen de bruine boon tegen uitdroging
C
deze worden gebruikt voor fotosynthese
D
deze vormen het nieuwe zaad

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Levencyclus bruine boon. We starten met de buine boon (het zaad).
Zet de zinnen op de juiste volgorde, noem alleen het getal.

  1. Worteltje groeit en vormt zijwortels, ook komt het stengeltje naar buiten.
  2. De zaden zitten in vruchten. Deze vruchten knappen open en komen op de grond.
  3. In de bloemen ontwikkelen zich zaden.
  4. De kiemplant groeit met behulp van reservevoedsel uit de zaadlobben.
  5. Het worteltje komt naar buiten.
  6. De kiemplant krijgt meer bladeren en de zaadlobben vallen eraf.
  7. De bruine boon zwelt op en de zaadhuid breekt open.
  8. Bruine boon neemt water op via het poortje.
  9. Aan de plant komen bloemen.
  10. De kiemplant is een volwassen plant geworden.

Slide 9 - Tekstslide

Levencyclus bruine boon. We starten met de buine boon (het zaad).

8 - 7 - 5 - 1 - 4 - 6 - 10 - 9 - 3 - 2

8.   Bruine boon neemt water op via het poortje.
7.   De bruine boon zwelt op en de zaadhuid breekt open.
5.   Het worteltje komt naar buiten.
1.   Worteltje groeit en vormt zijwortels, ook komt het stengeltje naar buiten.
4.  De kiemplant groeit met behulp van reservevoedsel uit de zaadlobben.
6.  De kiemplant krijgt meer bladeren en de zaadlobben vallen eraf.
10. De kiemplant is een volwassen plant geworden.
9.  Aan de plant komen bloemen.
3.  In de bloemen ontwikkelen zich zaden.
2.  De zaden zitten in vruchten. Deze vruchten knappen open en komen op de grond.



Slide 10 - Tekstslide

celdeling, plasmagroei, celstrekking
Groei door: 

  • mitose (gewone celdeling).
  • plasmagroei - door vorming nieuw cytoplasma.
  • celstrekking - opname van veel water in de vacuolen.
  • lengtegroei (celstrekking in worteluiteinden en toppen van planten).
  • diktegroei (mitose, plasmagroei en celstrekking).

GROEI !

Slide 11 - Tekstslide

- overblijvende planten
- bovengrondse delen sterven af
- in t voorjaar loopt de plant weer uit.

Slide 12 - Tekstslide

Kruidachtige en houtachtige planten
Kruidachtige plant
Houtachtige plant
Stevig door turgor
Stevig door houtstof
Niet of nauwelijks diktegroei
WEL diktegroei
Alleen een stengel
Stam en takken
Bovengronds deel sterft in t najaar/winter af
Laat bladeren vallen in het najaar
Overwinteren ondergronds als wortel of zaad
Overwinteren bovengronds

Slide 13 - Tekstslide

HUISWERK
Bestudeer 1.7 en maak opdracht 66 en 71.   Kijk zelf na !!

Maak NU de diagnostische toets op pag 50 t/m 60 van je boek
Gebruik het antwoordblad van je werkboek op pag 69-70

Slide 14 - Tekstslide