8.6 Ontkieming, groei en ontwikkeling

8.6 Ontkieming, groei en ontwikkeling
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

8.6 Ontkieming, groei en ontwikkeling

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
8.6.1 Je kunt de ontwikkeling van een zaad en de verdere groei en ontwikkeling van kiemplanten beschrijven.
8.6.2 Je kunt uitleggen hoe een plant de winter overleeft en hiervan voorbeelden geven.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Ontkieming
1 Eerst neemt de bruine boon water op. Hierdoor zwellen de zaadlobben op en scheurt de zaadhuid open. Het kiempje begint te groeien. Uit de opengescheurde zaadhuid komt eerst het worteltje naar buiten.
2 Het worteltje vormt wortelharen. Via het worteltje neemt het kiemplantje water en mineralen op uit de bodem.
3 Na enige tijd begint ook het stengeltje te groeien.
4 Wanneer het stengeltje en de zaadlobben boven de grond uitkomen, wordt bladgroen gevormd. In deze delen kan dan fotosynthese plaatsvinden, zodat het kiemplantje de glucose niet meer alleen uit het reservevoedsel haalt. Het kiemplantje kan nu ook zelf glucose maken.
5 Als al het reservevoedsel uit de zaadlobben is verbruikt, zijn ze verschrompeld en vallen ze af. Ondertussen zijn de blaadjes van het kiempje bladeren geworden.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat zie je hier? Ontkieming, groei of ontwikkeling? 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Lengtegroei
Alle planten groeien door middel van lengtegroei. Door celstrekking langwerpig uitgroeien. 

De nieuwe cellen worden gemaakt in de uiterste topjes van de stengel(s) en wortels, hierdoor wordt de plant langer.
Bij bomen zie je dan eindknoppen en zijknoppen op de stengels (takken). Vanuit daar groeit de plant verder.

Slide 9 - Tekstslide

Diktegroei
Sommige planten, met name bomen, hebben niet alleen lengtegroei, maar ook diktegroei.

In de stam zit een groeilaagje, daar wordt elk jaar, in de lente en zomer, een nieuwe laag met cellen gemaakt. Door celdeling. 

Als je een boom doorzaagt, kun je die laagjes goed zien. Dit noem je jaarringen.

Slide 10 - Tekstslide

Ontwikkeling
Tijdens de groei van een plant verandert ook de bouw van de organen.
• De wortels vertakken zich steeds en er worden nieuwe wortelharen gevormd.
• Aan de stengels worden bladeren gevormd.
• Meestal ontstaan ook bloemen.
• Uit de bloemen ontstaan vruchten en zaden.
Al deze veranderingen in de bouw van een plant noem je ontwikkeling. Door ontwikkeling verandert de vorm van een (deel van een) organisme. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Eenjarige, tweejarige en vaste planten
 Vaste planten

Slide 13 - Tekstslide

Aan het werk! Biologie
Wat? 8.6 Ontkieming, groei en ontwikkeling - opdrachten 1 t/m 10


Klaar? Begin met je samenvatting!

timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide